Ionen en Zouten: Een Introductie

Ionen en Zouten: Een Introductie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Ionen en Zouten: Een Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun jij uitleggen wat een negatief geladen ion is en wat een positief geladen ion is en wat een zout is.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat het leerdoel is van deze les.
Wat weet jij al over ionen en zouten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ionen
Ionen zijn atomen of moleculen die een elektrische lading hebben. Ze kunnen een positieve of negatieve lading hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat ionen zijn en dat ze een elektrische lading hebben.
Positieve ionen
Een positief geladen ion heeft meer protonen dan elektronen. Hierdoor heeft het ion een positieve lading.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een positief geladen ion is en waarom het een positieve lading heeft.
Negatieve ionen
Een negatief geladen ion heeft meer elektronen dan protonen. Hierdoor heeft het ion een negatieve lading.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat een negatief geladen ion is en waarom het een negatieve lading heeft.
Zouten
Een zout is een chemische verbinding tussen positieve en negatieve ionen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat een zout is en dat het bestaat uit positieve en negatieve ionen.
Zouten in het dagelijks leven
Zouten worden gebruikt voor veel verschillende doeleinden, zoals het conserveren van voedsel en het maken van schoonmaakmiddelen.

Slide 8 - Tekstslide

Vertel de leerlingen waar zouten voor worden gebruikt in het dagelijks leven.
Voorbeeld: Natriumchloride
Natriumchloride is een zout dat we allemaal kennen als keukenzout. Het bestaat uit een natriumion en een chloride-ion.

Slide 9 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een zout en leg uit waaruit het bestaat.
Oefening: Ionen
Bekijk de volgende atomen: Na, Cl, K, F. Welke atomen zijn positieve ionen en welke zijn negatieve ionen?

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen deze oefening individueel of in groepjes maken. Bespreek daarna de antwoorden.
Oefening: Zouten
Maak een lijst van vijf verschillende zouten en schrijf op uit welke ionen ze bestaan.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen deze oefening individueel of in groepjes maken. Bespreek daarna de antwoorden.
Video: Ionische binding
Bekijk samen een video over ionische binding en bespreek daarna wat jullie hebben geleerd.

Slide 12 - Tekstslide

Zoek van tevoren een geschikte video op over ionische binding. Bespreek daarna met de leerlingen wat ze hebben geleerd.
Toepassing: Zoutkristallen
Laat de leerlingen in groepjes zoutkristallen maken van verschillende zouten. Bespreek daarna wat er gebeurde en waarom.

Slide 13 - Tekstslide

Zorg van tevoren voor benodigdheden om zoutkristallen te maken, zoals zouten, water en draad. Bespreek daarna met de leerlingen wat er gebeurde en waarom.
Samenvatting
We hebben vandaag geleerd wat ionen zijn, wat positieve en negatieve ionen zijn, wat zouten zijn en waar ze voor worden gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Vat samen wat er vandaag is geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.