Overheid en Bestuur Pincode H6

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

sociale verzekeringen
- werknemersverzekeringen 
  WW (werkloosheidswet)
  WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)
- volksverzekeringen
  AOW (Algemene ouderdomswet)

Slide 14 - Tekstslide

AOW
- is leeftijdsafhankelijk en gaat in stapjes omhoog
- was vanaf 65 jaar, nu 66 jaar en 4 maanden
-  70% van het minimumloon (alleenstaande)
- 50% van het minimumloon (gehuwd of samenwonend.
- bouw je op vanaf je 15e als je in Nederland woont

Slide 15 - Tekstslide

sociale voorziening
uitkering die de overheid betaalt met belastinggeld zoals - kinderbijslag + bijstand.

sociaal minimum: een bedrag dat je minimaal nodig hebt om van te leven. Heb je te weinig inkomen, dan ontvang je een bijstandsuitkering of toeslagen zoals huur- of zorgtoeslag

Slide 16 - Tekstslide

verzorgingsstaat
een land geeft veel geld uit aan uitkeringen, gezondheidszorg, woningbouw en onderwijs.

Voorbeelden zijn Zweden, Denemarken en Nederland

In Nederland is daartoe ook een sociaal minimum geregeld!

Slide 17 - Tekstslide

Rijksbegroting

Slide 18 - Tekstslide

RIjksbegroting:
overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid voor komend jaar.

De rijksbegroting wordt op Prinjesdag gepresenteerd samen met de miljoenennota. Dit is de
toelichting op de rijksbegroting.


De Tweede en daarna de Eerste kamer moeten de rijksbegroting goedkeuren.

Slide 19 - Tekstslide

Staatsschuld
De schuld van de overheid die ontstaat doordat de overheid geld leent als er een begrotingstekort is.
De staatsschuld is op dit moment:
€379.653.974,--
De staatsschuld is ongeveer €22.988 per inwoner

Slide 20 - Tekstslide

toetsweek
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6 t/m paragraaf 6.3

huiswerk: maken paragraaf 5.1

Slide 21 - Tekstslide