Cultuur van de Kerk toetsvoorbereiding

Cultuur van de Kerk 
Toetsvoorbereiding

save de date: Excursie Amsterdam 15 april
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cultuur van de Kerk 
Toetsvoorbereiding

save de date: Excursie Amsterdam 15 april

Slide 1 - Tekstslide

Toets Cultuur van de Kerk
vrijdag 4 april
10.15-11.15 uur
sl_2.15
Leerstof: H2 + 
hh. Begrippen Kunstbeschouwing (opdr.boek 156 t/m186)
Neem oortjes/koptelefoon met snoertje mee

Slide 2 - Tekstslide

 Wees duidelijk
Leg alles goed uit, alsof je het tegen iemand hebt die niks van het onderwerp heeft gelezen of gehoord.

Veel vragen beginnen met “ omschrijf” of “bespreek” , dat zijn vaak lange antwoorden. Kijk ook goed of een vraag uit twee delen bestaat. Bijvoorbeeld een vraag met “ beschrijf”  en “ verklaar” . Je moet dan iets beschrijven  en verklaren, dus twee dingen doen.
Gebruik ook de HAND methode van geschiedenis!
 
 

Slide 3 - Tekstslide

Taalgebruik
Beantwoord de vraag in goede Nederlandse zinnen.
Doe dat door DE KERN de vraag in het antwoord te herhalen.

Zo kan je zelf ook controleren of je de vraag compleet hebt beantwoord. Staat er een begrip in de vraag? 
(Bv vormgeving, voorstelling etc?)  >>herhaal altijd het begrip in je antwoord


Slide 4 - Tekstslide

Toepassen tijdens de toets
Wees duidelijk en gebruik de termen, begrippen en namen, die we hebben gelezen in de lessen.

Het gaat om het inzicht en toepassen van de kennis!

Staat er een begrip in de vraag? Neem het begrip ALTIJD op in je antwoord.


Slide 5 - Tekstslide

Deze les:
1. Start korte herhaling Gregoriaans (oefenvragen)
2. Wat we over muziek nog niet hadden behandeld
3. Zelfstandig leren: begrippen oefenen/ opdrachten nakijken

Slide 6 - Tekstslide

In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch en melismatisch.

Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
syllabisch
B
melismatisch
C
cantus firmus
D
thuis onder de douche

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 8 - Quizvraag

Beschrijf de voordelen van de muzieknotatie voor Gregoriaanse gezangen.

Slide 9 - Open vraag

Ontwikkeling van het notenschrift: 1

Neumen: krabbeltjes boven de tekst, geheugensteuntjes voor de zangers.

De vorm van de neumen geeft het stijgen of dalen van de melodie aan.

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling van het notenschrift: 2
  • Guido van Arezzo voegt lijnen toe om de toonhoogte nauwkeuriger te noteren.
  • ezelsbruggetje: ut (do) - re- mi...
  • vierkante noten
  • muziek wordt complexer omdat mondelinge overdracht niet meer hoeft. 

Slide 11 - Tekstslide

Vroege meerstemmigheid 
(polyfonie): organum (± 900)
Na het Gregoriaans: ontwikkeling van de meerstemmigheid:

  • parallel organum: stemmen bewegen dezelfde kant op (vaak in kwarten en kwinten, zie hierboven. Kwarten en kwinten golden in de ME als consonant).
  • Daarna: vrij, zwevend en melismatisch organum.
Links: parallel organum
(paralelle kwarten)

Rechts: melismatisch organum

Slide 12 - Tekstslide

Polyfonie (± 1200)
  • Muziek werd steeds complexer: van 2-, naar 3- en 4-stemmig. 
  • Componisten van de Notre Dame, Leoninus en Perotinus 
  • Basis = cantus firmus (oude Gregoriaanse melodie) in lange noten gezongen door tenor (hoge mannenstem), daarboven nieuwe stemmen. 

Slide 13 - Tekstslide

Soorten kerkelijke liederen
De normale mis (ordinarium) bestaat uit 5 vaste gezangen:
-Kyrie
-Gloria
-Credo
-Sanctus/Benedictus
-Agnus dei

Ook: psalmen en propriumgezangen die horen bij feest- en naamdagen.


Slide 14 - Tekstslide

Dit lied is geschreven door Hildegard von Bingen. Omschrijf twee muzikale kenmerken waarop deze muziek verschilt van het traditionele Gregoriaans.

Slide 15 - Open vraag

2.1 Bid en werk
Mystiek 
  • Onmoeting met god 
  • Een wording met god 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170
Quam Mirabilis - Hildegard Vond Bingen. 
  • Een van de eerste componisten die we bij naam kennen.
  • Had visioenen die ze verwerkte in haar muziek
  • Het mystieke moment waarin god voor het eerst De mens aankijkt en zichzelf aanshouwt als de kroon op zijn schepping. God beseft dat de mens het meest bijzondere en verheven deel van Zijn schepping is.

Slide 16 - Tekstslide

Wereldlijke muziek
  • Weinig bewaard gebleven
  • Waarschijnlijk eenstemmig gezongen
  • Ritmischer en dynamischer dan kerkmuziek
  • In de volkstaal
  • Syllabisch
  • Troubadours / trouvères / minnesänger (vaak zelf van adel)
  • tekst moet goed verstaanbaar zijn
  • Begeleid door instrumenten: harp, luit, vedel, trommels, tamboerijn.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Toets voorbereiden
- vragen over theater maken: 25, 28, 40 uit H2 opdrachtenboek 
- (vragen over muziek maken/nakijken: 6, 15, 26, 27, 33, 34, 41, 42, 43)
- gemaakt werk nakijken met antwoordmodel/ vragen maken en nakijken
- Met 'Drillster' begrippen oefenen (digitale licentie)
- Bekijk de filmpjes (Historische context) Kunsthistorische context en Stijlen en Stromingen en maak aantekeningen
- Lees Hoofdstuk 2. Maak aantekeningen.
- Neem De Begrippen Kunstbeschouwing achterin je opdrachtenboek nog eens goed door. 

Slide 19 - Tekstslide