Herhalingsles thema 10

Herhalingsles thema 10
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles thema 10

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Belangrijkste doelen bespreken

Slide 2 - Tekstslide

 (on)bewerkt voedsel
Onbewerkt voedsel = voedsel wat direct van land in je mond komt

Bewerkt voedsel = voordat je het eet, heb je het bewerkt (koken, bbq en, zout erop doen, stoffen toevoegen zodat het langer houdbaar blijft)

Slide 3 - Tekstslide

Voedselbederf
Voedsel bestaat uit (dode) delen van organismen. Hierop kunnen reducenten goed groeien

Voedselvergiftiging

Reducenten= bacteriën en schimmels

Slide 4 - Tekstslide

Voedselbederf en conserveren
Voedselbederf: kan zorgen voor voedselvergiftiging.

Voedselbederf voorkomen:
Conserveren = het beschermen tegen voedselbederf

Slide 5 - Tekstslide

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 6 - Tekstslide

De 6 groepen voedingsstoffen

Slide 7 - Tekstslide

Voedingsvezels (of vezels)
Is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam NIET kan verteren 
Zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen 

Ze zorgen voor een verzadigd gevoel
Nodig voor een goede darmontwikkeling

Slide 8 - Tekstslide

Indicator
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof aantoont. Zetmeel kun je aantonen met joodoplossing.

 Joodoplossing is dus de indicator voor zetmeel.

Slide 9 - Tekstslide

Adviezen voor gezonde voeding
1. Gezond eten
2. Blijf op gezond gewicht
3. Beweeg regelmatig
4. Rook niet
5. Ontspan voldoende

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Energie verbruik
Hoe meer je doet hoe meer energie je verbruikt


Moet iemand die veel voetbalt ook meer eten dan iemand die alleen tv kijkt?

Slide 12 - Tekstslide

Het verterings-
stelsel

Voedsel wordt verkleind
en opgenomen in het bloed
= verteren

Niet alle voedingsstoffen 
moeten worden verteerd!



Slide 13 - Tekstslide

Verteringssappen
Vertering gebeurt met verteringssappen. Die verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren: zie afb. hiernaast

Veel verteringssappen bevatten enzymen, zijn stoffen die de reactie versnellen, voedingsstoffen worden sneller afgebroken. 


Slide 14 - Tekstslide

Darmperistaltiek
In de wand van de darm zitten spieren
Lengte spieren, zitten in de lengte
Kringspieren zitten eromheen

Deze spieren samen vormen een 
peristaltische beweging 

Slide 15 - Tekstslide

De mondholte (speeksel)

Slide 16 - Tekstslide

Maag


Maag kneed voedsel met maagsap

Maagportier 
Maagwand beweegt de hele tijd om het voedsel te kneden en te vermengen met maagsap

Slide 17 - Tekstslide

Dunne darm
In de wand liggen darmklieren die darmsap maken. 
De voedselbrij in de dunne darm bevat veel water, hierin zitten voedingsstoffen en verteringsproducten opgelost
Deze worden opgenomen in het bloed (van de poortader naar de lever)
In de wand zitten darmplooien, deze maken het oppervlakte groter
De wanden zijn erg dun, zodat de stoffen er makkelijk doorheen kunnen

Slide 18 - Tekstslide

Dikke darm

  • Dikke darm: haalt water uit de "voedselbrij"
  • Wat gebeurt er als er te weinig water uit het eten wordt gehaald?

Slide 19 - Tekstslide

Bouw van het gebit

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat ga je doen
Maak de test jezelf online
Maak een samenvatting
Leer voor de toets

Slide 22 - Tekstslide