Kort Opfrissen Minerva tm les 6

Opfrislessen Latijn
compact herhalen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zit 42 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Opfrislessen Latijn
compact herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

accusativus
genitivus
ablativus
nominativus
dativus
Lijdend voorwerp
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
Bijvoeglijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Congruentieregel: 
Een Bijvoeglijk naamwoord heeft hetzelfde geslacht (m/v/o). getal (ev/mv) en naamval (nom/gen/dat/acc/abl) als het woord waar het bij hoort.

Woorden uit groep 1 en 2 die bij elkaar horen hebben bovendien dezelfde uitgang (rijmwoorden)

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden
Ook werkwoorden hebben 
een stam, waar je de betekenis van het woord aan kunt zien en
uitgangen, (vooral persoonsuitgangen).

De persoonsvormen (stam ww met persoonsuitgang) vertellen je welke persoon de handeling van het werkwoord verricht.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

cupitis
A
zij willen
B
jullie willen
C
hij wil
D
jij wil

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

das
A
hij geeft
B
jullie geven
C
jij geeft
D
zij geven

Slide 14 - Quizvraag

audiunt
A
hij hoort
B
wij horen
C
jij hoort
D
zij horen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

apropinqua
A
jij moet naderen
B
jullie moeten naderen
C
jij nadert
D
nader!

Slide 19 - Quizvraag

venite
A
jij moet komen
B
jullie moeten komen
C
jij komt
D
kom!

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

venit is een
A
persoonsvorm enkelvoud
B
infinitivus
C
gebiedende wijs meervoud
D
persoonsvorm meervoud

Slide 23 - Quizvraag

ambulare is een
A
persoonsvorm enkelvoud
B
infinitivus
C
gebiedende wijs meervoud
D
persoonsvorm meervoud

Slide 24 - Quizvraag

habete is een
A
persoonsvorm enkelvoud
B
infinitivus
C
gebiedende wijs meervoud
D
persoonsvorm meervoud

Slide 25 - Quizvraag

do is een
A
persoonsvorm enkelvoud
B
infinitivus
C
gebiedende wijs meervoud
D
persoonsvorm meervoud

Slide 26 - Quizvraag

este is een
A
persoonsvorm enkelvoud
B
infinitivus
C
gebiedende wijs meervoud
D
persoonsvorm meervoud

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

aan welke kenletters herken je het imperfectum

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Tekstslide

hoe moet je een imperfectum vertalen?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Hoe vertaal je het perfectum?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Welke letter staat vóór de persoonsuitgangen van het perfectum van -a en -i stammen?

Slide 36 - Woordweb

Welke letter staat voor de persoonsuitgangen van het perfectum van veel -e stammen?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Hoe of waar kun je vinden of een werkwoord een onregelmatige perfectumstam heeft?

Slide 39 - Woordweb

Neen je woordenlijst en noteer twee onregelmatige perfectumstammen

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide