Quiz 9.2 deel 2
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is vertering?
A
eten
B
voedsel klein maken
Slide 2 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een vertering sap
A
speeksel
B
vet
C
mineralen
D
zouten
Slide 3 - Quizvraag
brood wordt in je mond omgezet in...
A
speeksel
B
vetten
C
zouten
D
glucose
Slide 4 - Quizvraag
enzymen werken het snelst bij...
A
lage temperatuur
B
hoge temperatuur
C
vriespunt
D
optimumtemperatuur
Slide 5 - Quizvraag
verteringssappen bevatten
A
hetzelfde enzym
B
verschillende enzymen
Slide 6 - Quizvraag
peristaltische beweging is een beweging die..
A
gaat maar 1 richting op
B
gaat 2 richtingen uit
Slide 7 - Quizvraag
verteren va een maaltijd duurt ongeveer..... uur
A
6-12
B
24-48
C
1 week
D
2 weken
Slide 8 - Quizvraag
speeksel verteert...
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vetten
Slide 9 - Quizvraag
maagsap verteert...
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vetten
Slide 10 - Quizvraag
alvleessap verteert...
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vetten
Slide 11 - Quizvraag
darmsap verteert.....
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vetten
Slide 12 - Quizvraag
in de dunne darm gaan voedingsstoffen naar ....
A
het bloed
B
de maag
C
de galblaas
Slide 13 - Quizvraag
wat kan je lichaam niet verteren?
A
suikers
B
zouten
C
voedingsvezels
D
vetten
Slide 14 - Quizvraag
einde quiz
A
mooi
B
yes
