In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag!
Pak je boek Op Niveau erbij.
Ga naar blz. 203.
Lees tekst 2: Welk dier is het intelligentst?
Slide 2 - Tekstslide
1. Welke manier van inleiden gebruikt de schrijver?
Slide 3 - Open vraag
2. In regel 11 staat een signaalwoord. Schrijf het signaalwoord en het bijbehorende verband op.
Slide 4 - Open vraag
3. Schrijf alle delen van het verband op.
Slide 5 - Open vraag
4. Hoe worden alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?
Slide 6 - Open vraag
5. Noteer het woord/ de woorden waar dat uit blijkt.
Slide 7 - Open vraag
Aan de slag!
Ga naar blz. 205/206 van je boek Op Niveau.
Lees tekst 3: Dieren en menselijke emoties
Slide 8 - Tekstslide
1. Op welke manier geeft de schrijver de inleiding vorm?
Slide 9 - Open vraag
2. Noteer de kernzin van alinea 2.
Slide 10 - Open vraag
4. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de tweede en de derde alinea?
Slide 11 - Open vraag
5. Noteer de kernzin van alinea 3.
Slide 12 - Open vraag
6. Is de volgende zin uit alinea 4 een hoofdzaak of een bijzaak? 'We zijn ons bewust van onze emoties, denken erover na en passen ons gedrag soms aan op basisvan dat gepeins: zegt hij. (r. 25-27)
Slide 13 - Open vraag
7. In alinea 5 staat een opsomming. Noteer het woord/de woorden waaruit dat blijkt.
Slide 14 - Open vraag
8. Noteer de delen van de opsomming.
Slide 15 - Open vraag
9. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de vijfde en de zesde alinea?