[4] Quintilianus schrijft niet veel over omgaan met zenuwen. Maar hij noemt wel twee oefeningen die zich voornamelijk richten op de lichamelijke kant van het spreken. Die oefeningen leerde hij van de beroemdste spreker uit de Griekse oudheid, Demosthenes. Die trainde zijn ademhaling door zo veel mogelijk zinnen in één adem uit te spreken. Daarnaast draaide hij tijdens het oefenen van zijn toespraken constant een kiezelsteentje rond in zijn mond. Als hij het steentje daarna uitspuwde, rolden de woorden er vloeiend uit, omdat zijn kaakspieren goed opgewarmd waren.
[5] Ook nu, zo’n tweeduizend jaar later, blijft veel en goed oefenen het toverwoord. Inmiddels kan de techniek daarbij een aardig handje helpen: op je telefoon zijn veel apps te downloaden om het spreken voor een publiek beter onder de knie te krijgen, zoals Speech center VR en Virtual Orator. Bij de laatste app kun je met een timer presenteren.
[6] De meest spectaculaire apps werken op basis van virtual reality. Daarbij zet je een bril op die je toegang geeft tot een virtuele wereld. Plotsklaps sta je op een podium in een volle zaal of voor een klaslokaal.