In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Retaillandschap
Week 1
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Voorstellen
- Verwachtingen
- Starten met Periode 1: Retailmarketing & Retaillandschap
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is Retail?
Slide 6 - Open vraag
Retail
Onder retail vallen alle fysieke en online bedrijven die goederen en diensten aan klanten verkopen.
Samen met de fabrikanten, groothandels en consumentenorganisaties vormen deze bedrijven het
retaillandschap.
Slide 7 - Tekstslide
Periode 1
In deze periode gaan we bezig met het boek
Retailmarketing en Retaillandschap.
De stappen in de wereld van retaillandschap,
gaan bezig met duurzame retail,
zoeken uit wat de functies zijn in de retail,
en maken een begin aan retailmarketing.
Slide 8 - Tekstslide
Afronden van dit vak
Lesweek 10: kennistoets op de dinsdag
evt. hertoets op vrijdag
(geen hertoets dan vrij)
Slide 9 - Tekstslide
Planning
Week 1: Retaillandschap
Week 2: Duurzame retail
Week 3: Functies in de retail
Week 4: Retailmarketing
Week 5: Retailmix
Week 6: Reclame en social media
Week 7: Consumentenbehoefte
Week 8: Lokale retailomgeving
Week 9: Uitloop
Week 10: Kennistoets
Slide 10 - Tekstslide
Nut van deze les
Aan het einde van de les..
.. weet jij wat retaillandschap is,
.. leer je wat een bedrijfskolom inhoudt,
.. en weet jij wat we deze periode gaan doen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een kenmerk van retail?
Retailbedrijven verkopen aan..
A
bedrijven
B
consumenten
C
zowel bedrijven als consumenten
D
overheidsinstellingen
Slide 12 - Quizvraag
Retail
Met retail worden bedrijven bedoeld die producten aan consumenten verkopen.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen retailers en de detailhandel?
Slide 14 - Open vraag
Verschil
Het verschil tussen detailhandel en retail is dat detailhandel volgens de definitie
alleen artikelen verkoopt en
retailers kunnen artikelen en/of diensten verkopen.
Slide 15 - Tekstslide
Retaillandschap
Fysieke landschap
Online landschap
Quick commerce
Slide 16 - Tekstslide
Denken jullie dat de fysieke winkels gaan verdwijnen?
Slide 17 - Open vraag
retailtrends.nl
Slide 18 - Link
Overleg met je buurman/vrouw
Beantwoord de volgende vragen:
1. Op welke manier past de quickcommercemarkt binnen het huidige retaillandschap volgens jou?
2. Op welke doelgroep is de quickcommercemarkt gericht?
3. Hoe denk jij dat de quickcommercemarkt zich gaat ontwikkelen?
Slide 19 - Tekstslide
1.2 Retail en groothandel
Handel kun je indelen in retail en groothandel.
Retail = B2C = Business to consumer
Groothandel = B2B = Business to business
Slide 20 - Tekstslide
1.3 Bedrijfsgrootte
Bedrijven bestaan er in allerlei soorten en maten. De grootte van een bedrijf wordt bepaald aan de hand van drie factoren:
1. Aantal personeelsleden
2. Jaaromzet
3. Totaal van de bezettingen van een bedrijf.
Slide 21 - Tekstslide
Microbedrijf
Minder 10 medewerkers
Kleinbedrijf
Heeft 10 tot 50 werknemers
Middelgrootbedrijf
Heeft 50 tot 250 werknemers
Grootbedrijf
Heeft meer dan 250 werknemers
Slide 22 - Tekstslide
Wat is MKB en waar staan de letters voor?
Slide 23 - Tekstslide
MKB
MKB staat voor midden- en kleinbedrijf. Hieronder vallen alle bedrijven met minder dan 250 werknemers.
Zijn niet alleen bedrijven in de retail!
Slide 24 - Tekstslide
Heb jij een bijbaan?
Zou je liever werken in een klein of groot bedrijf?
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Klein vs Groot
Klein bedrijf is vaak gezelliger, meer verschillende taken en meer verantwoordelijkheid.
Groot bedrijf meer doorgroei mogelijkheden, specialistische taken en minder verantwoordelijkheid.
Slide 27 - Tekstslide
Grootwinkelbedrijf
Binnen de retail met meer dan 100 werknemers. Ook retail bedrijven die zeven of meer winkelfilialen hebben behoren bij het grootwinkelbedrijf.
Slide 28 - Tekstslide
1.4 De bedrijfskolom
Artikelen komen niet zomaar in de winkel. Hier gaat heel wat aan vooraf. Handel is het kopen en weer verkopen van producten. Het doel van de handel is winst te maken.
Slide 29 - Tekstslide
De bedrijfskolom
De bedrijfskolom start bij de
grondstof en eindigt bij de retailer.
Elke schakel voegt waarde toe aan
het eindproduct.
De retailer verkoopt het eindproduct
aan de consument.
Slide 30 - Tekstslide
Onderdelen bedrijfskolom
Producenten: Zijn de bedrijven die de artikelen maken. Een halffabricaat is een tussenvorm van een product.
Distribuerende en collecterende handel: Distributie is het verdelen van artikelen. Collecteren is het verzamelen.
Retail: Verkoopt het eindproduct aan de consument
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht
Beantwoord de volgende vragen:
1. Leg in je eigen woorden uit wat een bedrijfskolom is.
2. Hoe zou de bedrijfskolom van een pot appelmoes eruit kunnen zien? Teken een voorbeeld op je computer of een los vel papier.
Slide 33 - Tekstslide
1.5 Branches
Een branches is een groep bedrijven die ongeveer dezelfde producten of diensten leveren. In de retail is een branche een groep winkels die ongeveer hetzelfde assortiment hebben.
Deze kan je verdelen in food en nonfood
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Opdracht
Beantwoord de volgende vraag:
Tot welke branche behoren de winkels in het schema? Gaat het om een food- of non-foodwinkel?