In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Retaillandschap
Week 1
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Wat is Retail?
Slide 2 - Open vraag
Retail
Onder retail vallen alle fysieke en online bedrijven die goederen en diensten aan klanten verkopen.
Samen met de fabrikanten, groothandels en consumentenorganisaties vormen deze bedrijven het
retaillandschap.
Slide 3 - Tekstslide
Periode 1.1
In deze periode gaan we bezig met het boek Retailmarketing en Retaillandschap.
De stappen in de wereld van retaillandschap,
gaan bezig met duurzame retail,
zoeken uit wat de functies zijn in de retail,
en maken een begin aan retailmarketing.
Slide 4 - Tekstslide
Eindopdracht
Verslag van de eindchallenges
&
Een presentatie over onderzoek naar twee retailbedrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Agenda
Week 1: Retaillandschap
Week 2: Duurzame retail
Week 3: Functies in de retail
Week 4: Retailmarketing
Week 5: Retailmix
Week 6: Reclame en social media
Week 7: Consumentenbehoefte
Week 8: Lokale retailomgeving
Week 9: Eindpresentatie
Slide 6 - Tekstslide
Nut van deze les
Aan het einde van de les..
.. weet jij wat retaillandschap is,
.. leer je wat een bedrijfskolom inhoudt,
.. en weet jij wat we deze periode gaan doen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een kenmerk van retail?
Retailbedrijven verkopen aan..
A
bedrijven
B
consumenten
C
zowel bedrijven als consumenten
D
overheidsinstellingen
Slide 8 - Quizvraag
Retail
Met retail worden bedrijven bedoeld die producten aan consumenten verkopen.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen retailers en de detailhandel?
Slide 10 - Open vraag
Retaillandschap
Fysieke landschap
Online landschap
Quick commerce
Slide 11 - Tekstslide
Verschil
Het verschil tussen detailhandel en retail is dat detailhandel volgende de definitie
alleen artikelen verkoopt en
retailers kunnen artikelen en/of diensten verkopen.
Slide 12 - Tekstslide
Denken jullie dat de fysieke winkels gaan verdwijnen?
Slide 13 - Open vraag
retailtrends.nl
Slide 14 - Link
Wat is Quick commerce?
Slide 15 - Open vraag
Quick commerce
Een nieuwe en snel opkomende vorm van online verkopen is quick commerce of flitsbezorging.
In Nederland zijn online supermarkten zoals Gorillas en Flink voorbeelden van Quick commerce.
Ze laten boodschappen bezorgen binnen zeer korte tijd (vaak binnen 10 minuten).
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Opdracht
Beantwoord de volgende vragen:
1. Op welke manier past de quickcommercemarkt binnen het huidige retaillandschap volgens jou?
2. Op welke doelgroep is de quickcommercemarkt gericht?
3. Hoe denk jij dat de quickcommercemarkt zich gaat ontwikkelen?
Slide 18 - Tekstslide
1.2 Retail en groothandel
Handel kun je indelen in detailhandel, ook wel retail genoemd, en groothandel.
Retail = B2C = Business to consumer
Groothandel = B2B = Business to business
Slide 19 - Tekstslide
1.3 Bedrijfsgrootte
Bedrijven bestaan er in allerlei soorten en maten. De grootte van een bedrijf wordt bepaald aan de hand van drie factoren:
1. Aantal personeelsleden
2. Jaaromzet
3. Totaal van de bezettingen van een bedrijf.
Slide 20 - Tekstslide
Microbedrijf
Minder 10 medewerkers
Kleinbedrijf
Heeft 10 tot 50 werknemers
Middelgrootbedrijf
Heeft 50 tot 250 werknemers
Grootbedrijf
Heeft meer dan 250 werknemers
Slide 21 - Tekstslide
MKB
MKB staat voor midden- en kleinbedrijf. Hieronder vallen alle bedrijven met minder dan 250 werknemers.
Zijn niet alleen bedrijven in de retail!
Slide 22 - Tekstslide
www.mkb.nl
Slide 23 - Link
Waarvoor staan de letters MKB?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Video
Wil jij liever werken in een klein of groot bedrijf?
Slide 26 - Open vraag
Klein vs Groot
Klein bedrijf is vaak gezelliger, meer verschillende taken en meer verantwoordelijkheid.
Groot bedrijf meer doorgroei mogelijkheden, specialistische taken en minder verantwoordelijkheid.
Slide 27 - Tekstslide
Grootwinkelbedrijf
Binnen de retail met meer dan 100 werknemers. Ook retail bedrijven die zeven of meer winkelfilialen hebben behoren bij het grootwinkelbedrijf.
Slide 28 - Tekstslide
1.4 De bedrijfskolom
Artikelen komen niet zomaar in de winkel. Hier gaat heel wat aan vooraf. Handel is het kopen en weer verkopen van producten. Het doel van de handel is winst te maken.
Slide 29 - Tekstslide
Wat is de bedrijfskolom?
Slide 30 - Open vraag
De bedrijfskolom
De bedrijfskolom start bij de
grondstof en eindigt bij de retailer.
Elke schakel voegt waarde toe aan
het eindproduct.
De retailer verkoopt het eindproduct
aan de consument.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Onderdelen bedrijfskolom
Producenten: Zijn de bedrijven die de artikelen maken. Een halffabricaat is een tussenvorm van een product.
Distribuerende en collecterende handel: Distributie is het verdelen van artikelen. Collecteren is het verzamelen.
Retail: Verkoopt het eindproduct aan de consument
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Opdracht
Beantwoord de volgende vragen:
1. Leg in je eigen woorden uit wat een bedrijfskolom is.
2. Hoe zou de bedrijfskolom van een pot appelmoes eruit kunnen zien? Teken een voorbeeld op je computer of een los vel papier.
Slide 35 - Tekstslide
1.5 Branches
Een branches is een groep bedrijven die ongeveer dezelfde producten of diensten leveren. In de retail is een branche een groep winkels die ongeveer hetzelfde assortiment hebben.
Deze kan je verdelen in food en nonfood
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
www.retailinsiders.nl
Slide 38 - Link
Opdracht
Beantwoord de volgende vraag:
Tot welke branche behoren de winkels in het schema? Gaat het om een food- of non-foodwinkel?
Tip: Kijk op www.retailinsiders.nl
Slide 39 - Tekstslide
Challenge eindopdracht
Ga op onderzoek uit en beantwoord de volgende vragen:
1. Zoek twee (web)winkels waar je graag zou willen werken en geef van beide een beschrijving.