In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Stijlfiguren - Tautologie en pleonasme
en herhaling zinsontleding
Ga rustig zitten op je vaste plek.
Tas op de grond.
Spullen voor Nederlands klaarleggen.
Pak je leesboek en ga lezen.
Slide 1 - Tekstslide
lesdoel
Begrijpen wat een tautologie en een pleonasme is.
Slide 2 - Tekstslide
Planning:
Lezen
uitleg filmpje tautologie en pleonasme
Nakijken huiswerk
uitleg mythe en sage
Herhaling zinsontleding (grammatica)
Maken opdracht 8 (= huiswerk)
Slide 3 - Tekstslide
Ai, dat is niet best.....
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Stijlfiguren
= Doelbewust afwijkende woorden gebruiken.
Doel:
aandacht trekken.
versterken van de betekenis.
of voor humor in de tekst.
Er zijn veel soorten stijlfiguren...
Slide 6 - Tekstslide
Pleonasme
= Betekenisherhaling met verschillende woordsoorten. Een eigenschap die al in het woord zit, wordt herhaald. Vaak een zn met een bn ervoor. Doel: versterken bv: ronde bal, witte sneeuw
Slide 7 - Tekstslide
Welke van de volgende zinnen bevat geen pleonasme?
A
De houten boomstam was zwaar.
B
De witte sneeuw was erg mooi.
C
Die gebeurtenis is het motorische moment van het boek.
D
De hete zon scheen op mijn lijf.
Slide 8 - Quizvraag
Bedenk zelf eens een paar pleonasmen
Slide 9 - Woordweb
Tautologie
= Betekenisherhaling met dezelfde woordsoorten.
Vaak twee bijvoeglijke naamwoorden, twee zelfstandige naamwoorden of twee bijwoorden.
bijvoorbeeld:
Vast en zeker
Pracht en praal
Voor eeuwig en altijd Doel: versterken
Slide 10 - Tekstslide
Welke zin bevat geen tautologie?
A
Ik zou nooit ofte nimmer daaraan meedoen.
B
Vijf uur huiswerk maken per dag is de uiterste limiet.
C
Maar dat is echter niet waar.
D
Ik ben haast bijna op school.
Slide 11 - Quizvraag
Noem nu zelf een aantal tautologieën
Slide 12 - Woordweb
https:
Slide 13 - Link
Nakijken opdracht 6 - blz. 66
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Mythe en sage
Mythe = oeroude Godsdienstige verhalen, proberen de raadsels van de natuur en leven en dood te verklaren. Doel = verklaren
Sage= oud, niet Godsdienstig volksverhaal met een kern van waarheid, maar ook veel fantasie. Doel = vermaak en leerzaam
Slide 16 - Tekstslide
Een sage of mythe? 1. De doos van Pandora 2. De tantalus kwelling 3. Zeven man tegen Thebe
Slide 17 - Open vraag
Huiswerk vrijdag het 5e uur:
Bestudeer blz. 272
Maken opdracht 8 blz. 67.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste verschil tussen een tautologie en een pleonasme?
Slide 19 - Woordweb
Wat is het belangrijkste verschil tussen een sage en een mythe?
Slide 20 - Woordweb
Voor extra uitdaging.....
Kies een mythe op de volgende site uit, die op jullie klas van toepassing zou kunnen zijn.
Maak een korte samenvatting en leg de boodschap erachter uit