De energierekening

De energierekening
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

De energierekening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog van de vorige keer?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan we het vandaag over hebben?

- Eenheden en grootheden
- Rekenen met eenheden 
- stoppen, zekeringen en aardlekschakelaars
- Kosten van elektriciteit
 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moeten jullie aan het einde van deze les kunnen?

1. Je kunt uitleggen wat eenheden en grootheden zijn en de eenheden en grootheden die in deze module nodig zijn noemen
2. Je kunt rekenen aan eenheden met de voorvoegsels mega tot mili.
3. Je kan uitleggen hoe vermogen invloed heeft op energieverbruik
4. Je kan uitleggen hoe stoppen, zekeringen en aardlekschakelaars voor meer veiligheid zorgen
5. Je kan omschrijven wat energie is
6. Je kan rekenen met de kosten van elektriciteit

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden

-Grootheden worden uitgedrukt in eenheden



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goed voorbeeld van een grootheid met een passende eenheid
A
water- inhoud
B
Afstand- liters
C
Oppervlak- graden
D
Tempratuur- graden celcius

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afgeleide eenheden
-  Duidelijkheid met voorvoegsels
-Milli - M -  0,001




















- Kilo -K - 1000
- Mega - M- 1000.000
- Giga - G  - 100.000.000
- Eenheid x voorgvoegsel 

Slide 7 - Tekstslide

Om in de natuurkunde duidelijker te kunnen maken hoe groot een eenheid is, wordt er gebruik gemaakt van voorvoegsels.

Om van een eenheid zonder voorzetsel naar een eenheid met voorzetsel te gaan, vermenigvuldig je het met het equivalent in getallen.
Het symbool van het voorzetsel gebruik je als je de symbool van de eenheid gebruikt.
voorbeeld: een kilovolt wordt kV.
 
Rekenen met energie 

- Energie-Joule 
- Vermogen-Watt




Slide 8 - Tekstslide

Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt. 

 Hoe groter het vermogen, hoe meer elektrische energie het apparaat in één seconde 'opslurpt'.
Voorbeeld opgave 
in 26 seconde straalt een lamp 2080 J uit. Wat is het vermogen van deze lamp?

Gegeven: E = 2080 J en t = 26 s
Gevraagd: P = ? W


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probeer het nu zelf!
Jordi vergeet zijn computer uit te zetten voordat hij gaat slapen. De computer staat 8 uur lang aan met een vermogen van 200 W. Hoeveel energie gebruikt de computer?

Gegeven: P = 200 W en t = 8 uur = (8 * 3600) s = 28800 s
Gevraagd: E = ? J

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hadden jullie als antwoord?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Energieprijzen 
-Meterstand 

 

Slide 12 - Tekstslide

 Met 1 J aan energie kan je niet zo heel veel, maar daarom gebruiken energiebedrijven een andere manier om energieprijzen te berekenen. Zij gebruiken niet 1 J, maar 1 kWh. 1 kWh staat gelijk aan 3.600.000 J. Dat is 3,6 miljoen Joule! Met 1 kWh kan je ongeveer 100 ouderwetse 100 W lampen voor 10 uur laten branden. 
Energieprijs berekenen

Hoeveel geld is Jordi uit de vorige voorbeeldopgave kwijtgeraakt doordat hij zijn computer aan heeft laten staan?

Gegeven: E = 5.760.000 J, 1 kWh = 3.600.000 J en 1 kWh kost €0,24
Gevraagd: Prijs = € ?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor beveiligingen zitten er op stroom?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheid 
- Stoppen voorkomen brand  Aardlekschakelaars voorkomen dat stroom weglekt

Slide 15 - Tekstslide

De elektrische installatie in je huis is onderverdeeld in groepen. Elke groep heeft een eigen elektronische zekeringen, of terwijl, stoppen. (afbeelding x). Als de stroomsterkte in een groep te groot wordt, schakelt de zekering de stroom uit. De leidingen kunnen dan niet zo heet worden dat er brandgevaar ontstaat. Een elektronische zekering heeft een hefboompje dat 'omklapt' als de stroom wordt uitgeschakeld. Zo zie je meteen in welke groep de storing zit. Als de storing is opgelost, kun je de stroom weer inschakelen door het hefboompje over te halen.

Welke schakelaar voorkomt brand?
A
Aardlekschakelaar
B
Stroomkabels
C
Stoppen
D
Brandalarm

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies