29 Engelse werkwoorden en onregelmatige werkwoorden in twee lessen

29 Engelse werkwoorden en onregelmatige werkwoorden in twee lessen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

29 Engelse werkwoorden en onregelmatige werkwoorden in twee lessen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze week
Maandag:
Dinsdag: Instructie onregelmatige werkwoorden
Vrijdag:Instructie Engelse werkwoorden

Weektaak 11 maart 
Lezen hoofdstuk 29
Maken van h 29
1 t/m 10v

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling
We hebben al veel gewerkt over werkwoorden. Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en de persoonsvorm. 




Tegenwoordige tijd
ik ik-vorm
je/jij ik-vorm+t*
hij/zij/het ik-vorm+t
meervoud hele werkwoord
Verleden tijd
enkelvoud ik-vorm +de/te
meervoud ik-vorm +den/ten
*als je/jij achter de persoonsvorm staat, gebruiken we de ik-vorm

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen (zie pagina 118)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 11 - Quizvraag

Dansen is een
A
Onregelmatig werkwoord
B
Regelmatig werkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe weet je of je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord?
A
onregelmatige werkwoorden zijn duidelijk herkenbaar.
B
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels.
C
een onregelmatig werkwoord komt niet heel regelmatig voor.
D
onregelmatige werkwoorden kunnen alleen in een zin staan.

Slide 14 - Quizvraag

Welkom!
Welkom 

Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

 Terugblik les 1 Onregelmatige werkwoorden
Zwak:vt -en, vervolgens +de(n) of +te(n)
Sterk: in de vt veranderd klinker, vd eindigt op -en
Onregelmatig: tt andere vorm, of in vt ook onvoorspelbaar Bijv ook verandering van medeklinker

Slide 16 - Tekstslide

De ik-vorm en de tegenwoordige tijd van Engelse werkwoorden

  • Meestal gelden voor de Engelse werkwoorden dezelfde regels als voor de Nederlandse werkwoorden. 
  • Je gaat bij Engelse werkwoorden ook uit van de ik-vorm
  • Die kun je meestal maken door -en van het werkwoord af te halen.

      checken -  ik check
      crashen -   ik crash
      streamen - ik stream





Slide 17 - Tekstslide

  • Soms komt er een letter bij                          
     scoren - ik scoor                      promoten - ik promoot
 
  • Soms gaat er  een extra letter af
     bloggen - ik blog                       crossen - ik cros

  • Maar let op
     Als je de ik-vorm maakt, hoef je soms alleen de -n weg te halen, omdat
     de uitspraak van het woord anders niet meer klopt. De -e laat je dan
     staan.
     racen - ik race (ik rac klinkt niet goed)               deleten - ik delete (delet)







Slide 18 - Tekstslide

In de tegenwoordige tijd vervoeg je Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden:

1e persoon enkelvoud  = ik-vorm                               ik e-mail 
2e persoon enkelvoud  = ik-vorm + t                          jij e-mailt 
3e persoon enkelvoud  = ik-vorm + t                          hij/zij/het/u e-mailt 

1e persoon meervoud  = hele werkwoord                  wij e-mailen
2e persoon meervoud  = hele werkwoord                  jullie e-mailen
3e persoon meervoud  = hele werkwoord                  zij e-mailen
 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


In de zomer (wakeboarden)…mijn broer soms urenlang.

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

Slide 21 - Open vraag


Mijn buurman (recyclen)…echt al zijn afval.  

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

Slide 22 - Open vraag


Als het mooi weer is (loungen)...hij het liefst aan het water.
Zet het werkwoord in de tegenwoordige tijd.
A
loungt
B
lounget
C
lounged
D
loungdt

Slide 23 - Quizvraag

De verleden tijd van Engelse werkwoorden

  • De verleden tijd  van Engelse werkwoorden maak je op dezelfde manier als die van Nederlandse (zwakke) werkwoorden. 

  • Je schrijft  in de verleden tijd ook -de(n) of -te(n) achter de ik-vorm.
  • Je luistert naar de uitspraak.
  • Je kijkt of de laatste letter van de ik-vorm in 't -x kofschip staat.

     skaten    - ik skate (je hoort een -t-) - ik skatete     - wij skateten 
     e-mailen - ik e-mail                            - jij e-mailde  -jullie e-mailden


Slide 24 - Tekstslide


De ministers (lobbyen)…gisteren bij het bedrijfsleven.

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.

Slide 25 - Open vraag


De auto (crashen).....nadat die uit de bocht vloog.

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.

Slide 26 - Open vraag


De barman (shaken)...een lekkere cocktail.
Zet het werkwoord in de verleden tijd.
A
shakete
B
shaked
C
shaket
D
shakte

Slide 27 - Quizvraag

Nu jij......
Maken  Hoofdstuk 7 t/m 10 
(blz 121)
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide