Practicum Katalyse/GC

Practicum Heterogene katalyse
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Practicum Heterogene katalyse

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de voorbereidingsles
  • je kent het belang van heterogene katalyse
  • je kunt de werking van een heterogene katalysator uitleggen
  • je weet hoe een temperatuurprogrammering op een GC werkt
  • je kent de inhoud van het practicum

Slide 2 - Tekstslide

Het belang van katalyse
Waarom wordt er onderzoek gedaan aan katalysatoren?
Wat heeft de maatschappij hieraan?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waarom is katalyse belangrijk voor onze welvaart? Door gebruik van katalysatoren....
A
kunnen er veel meer verschillende producten gemaakt worden
B
kosten processen minder energie
C
wordt vorming en uitstoot van stikstofoxiden verminderd
D
kan biomassa gebruikt worden als brandstof

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werkt een katalysator?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Een katalysator
  • wordt niet verbruikt
  • verhoogt de reactiesnelheid
  • verlaagt Eact
  • maakt soms een andere "route" mogelijk

Slide 8 - Tekstslide

Heterogene katalysator

de katalysator heeft niet dezelfde fase als de reagerende stoffen

Slide 9 - Tekstslide

Onderzoeksvraag practicum
Wat is de effectiviteit van verschillende heterogene katalysatoren bij de katalytische verbranding van methaan?

Slide 10 - Tekstslide

methaan draagt 28x meer bij aan het broeikaseffect dan CO2
een geschikte katalysator kan helpen om uitstoot van methaan (bijv. uit stallen, aardgascentrales) bij lage T om te zetten naar CO2 om bijdrage aan broeikaseffect te verminderen
Nut van dit onderzoek:

Slide 11 - Tekstslide

testen van katalysatoren
Het dragermateriaal is Al2O3, met aan het oppervlak één van de volgende katalysatoren:
  1. platina (Pt)
  2. palladium (Pd)
  3. koperoxide (CuO)
  4. blanco

Slide 12 - Tekstslide

opzet van het onderzoek
  1. verschillende katalysatoren testen in een proefopstelling waarin de reactie plaatsvindt
  2. concentraties van reactieproducten meten in een meetopstelling (gaschromatograaf)

Elke groep test 1 soort katalysator of de blanco in duplo
Er zijn 8 groepen van maximaal 4 lln per groep

Slide 13 - Tekstslide

1. proefopstelling
Begin:
  • 60 mL lucht in Reactantspuit
  • 0 mL gas in Productspuit
VRAAG:
  1. Hoeveel mL gas zit er in spuit R als er 40 mL in spuit P zit?
  2. Wat is er aan de hand als er op dat moment maar 10 mL gas in spuit R zit? 
Reactant
spuit

=
begin
stoffen
Product
spuit

=
reactie
producten

Slide 14 - Tekstslide

antwoord
60 mL
20 mL
40 mL
als er minder dan 20 mL in R overblijft, dan zit er een lek in je opstelling. Controleer dan of alles goed is aangesloten.

Slide 15 - Tekstslide

voorbereiding
verwarm de katalysator in de buis en trek daarna 60 mL lucht van spuit R naar P

VRAAG:
Waarom is deze stap nodig?Moet dit ook met de blanco?
Reactant
spuit


Product
spuit

Slide 16 - Tekstslide

antwoord
deze stap activeert de katalysator en maakt de katalysator watervrij
deze stap moet met ALLE katalysatoren en óók met de blanco om de resultaten eerlijk te kunnen vergelijken

Slide 17 - Tekstslide

experiment
Vul buis R met methaan
Maak de opstelling (lekvrij!)
Verwarm de katalysator
Trek het gas van R naar P
VRAAG: wat gebeurt er met het gas in spuit R (en P) als je ze niet snel genoeg sluit?
Reactant
spuit


Product
spuit

Slide 18 - Tekstslide

antwoord
Dan kunnen de gassen mengen met de buitenlucht, waardoor de concentraties van deze gassen
veranderen en geen goed beeld meer geven van de reactie.

Slide 19 - Tekstslide

experiment
VRAAG: 
waarom is het van belang om de hoogte van de statiefklemmen en de kleur van de vlam nauwkeurig te bepalen?
Reactant
spuit


Product
spuit

Slide 20 - Tekstslide

antwoord
Dit is nodig om de temperatuur tijdens de verschillende experimenten zoveel mogelijk gelijk te houden

Slide 21 - Tekstslide

experiment
VRAAG: 
Na afloop van de proef is het buisje vaak beslagen. Hoe is dit te verklaren?
Reactant
spuit


Product
spuit

Slide 22 - Tekstslide

antwoord
De waterdamp die tijdens de reactie ontstaat, condenseert in het buisje.
CH4(g) + 2 O2(g) --> CO2(g) + 2 H2O (l)

Slide 23 - Tekstslide

2. meetopstelling
Het gasmengsel van spuit P wordt na elk experiment geanalyseerd door middel van gaschromatografie
Deze versie heeft een temperatuur-geprogrammeerde oven

Slide 24 - Tekstslide

temperatuur-geprogrammeerde oven
de kolom is kouder dan de kamer waarin je het gas injecteert
hierdoor condenseren stoffen met grote moleculen zodra ze bij de kolom komen
kleine moleculen blijven gasvormig en komen eerder uit de kolom
Bij DIT EXPERIMENT vindt de scheiding in de kolom vooral plaats door verschil in KOOKPUNT (ipv verdelingsevenwicht)

Slide 25 - Tekstslide

geen interne standaard
Er wordt bij dit experiment GEEN interne standaard toegevoegd. Je kunt dus GEEN concentraties berekenen, WEL de VERHOUDING tussen de pieken bij de verschillende experimenten

Slide 26 - Tekstslide

Welke piek is wat?
VRAAG:
  1. Zoek op: wat zijn de kookpunten van de stoffen in dit experiment (O2/CO/CH4/CO2)
  2. Verwacht je een stijging of daling van deze pieken in P?
  3. Welke stof ontbreekt? waarom zul je die niet/nauwelijks meten?
voorbeeld van chromatogram met 
Pt-katalysator

Slide 27 - Tekstslide

antwoord
O2
90 K
zal dalen (beginstof)
CO
82 K
kan stijgen (mogelijk product bij onvolledige verbranding)
CH4
112 K
zal dalen (beginstof)
CO2
- *)
zal stijgen (product)
*) sublimeert
Water ontbreekt - door de sterke binding (Hbrug) tussen de moleculen condenseert het al in het buisje of de slang vóór de kolom

Slide 28 - Tekstslide

voorbeeld chromatogram van de blanco
uitleg op volgende dia
t = 0

Slide 29 - Tekstslide

antwoord
O2
90 K
zal dalen (beginstof)
CO
82 K
kan stijgen (mogelijk product bij onvolledige verbranding)
CH4
112 K
zal dalen (beginstof)
CO2
- *)
zal stijgen (product)
*) sublimeert
Het verschil in kookpunt tussen O2 en CO is zo klein, dat bij de gebruikte meetopstelling deze stoffen dezelfde retentietijd hebben (tegelijkertijd van de kolom komen)

Slide 30 - Tekstslide

VRAAG:
  1. Hoe zou je aan het chromatogram kunnen zien wanneer er tijdens de reactie geen volledige verbranding heeft plaatsgevonden? 
  2. Wat zou je kunnen veranderen om de reactie beter te laten verlopen?
chromatogram van volledige verbranding

Slide 31 - Tekstslide

antwoord
Als uit de GC-analyse blijkt dat er nog methaan in de P-spuit meetbaar is, is de verbranding kennelijk
niet volledig geweest. Dit zou je kunnen verbeteren door het reactiemengsel langzamer over de katalysator
te spuiten
(óf een hogere T óf een andere katalysator te gebruiken, maar dit zijn je controlevariabalen bij dit experiment)

Slide 32 - Tekstslide

Verwerking van resultaten
Van alle katalysatoren de resultaten verzamelen (incl. duplo's)
Piekhoogtes normaliseren (->hoogte piek = 1, rest relatief)

Slide 33 - Tekstslide

Conclusie
Welke katalysator heeft het beste rendement? (meeste CH4 omgezet)

Overige vragen om tot de beste keuze (=conclusie) te komen:
Welke katalysator is het goedkoopst?
Welke katalysator heeft de minste neven-reacties?

Slide 34 - Tekstslide

welke reacties vinden er plaats in de meetopstelling?
(alleen bespreken als er nog voldoende tijd is)

Slide 35 - Tekstslide

reactiemechanisme katalytische verbranding methaan
je ziet hier de 4
stappen voor een
mogelijk reactie-
mechanisme
van de katalytische
verbranding van CH4.
Beschrijf wat er in 
elke stap gebeurt

Slide 36 - Tekstslide

antwoord
a. Zuurstof hecht zich door adsorptie aan het oppervlak van de vaste katalysator, waarbij de
dubbele binding tussen de zuurstofatomen wordt verbroken. Daardoor zijn er eigenlijk losse O-atomen aan de katalysator gebonden.
b. Methaan adsorbeert op vergelijkbare wijze aan het katalysatoroppervlak, waardoor er vier H-atomen en een koolstofatoom aan de katalysator gebonden zijn.
c. Omdat losse atomen zeer reactief zijn kunnen twee zuurstofatomen en een koolstofatoom
gemakkelijk reageren tot het zeer stabiele koolstofdioxidemolecuul, wat dan weer kan loskomen van het katalysatoroppervlak.
d. Op vergelijkbare wijze kunnen twee waterstofatomen en een koolstofatoom gemakkelijk
reageren tot het zeer stabiele watermolecuul.

Slide 37 - Tekstslide

nevenreacties
Als je kijkt naar het reactiemechanisme van de vorige vraag is het in principe mogelijk dat alle losse atomen met elkaar kunnen combineren. Daardoor kunnen er ook diverse andere producten ontstaan. 

Bedenk enkele nevenreacties die mogelijk op kunnen treden tussen de stoffen in de productspuit. Geef de reactievergelijking.

Slide 38 - Tekstslide

antwoord
mogelijke nevenreacties bij dit experiment zijn:

Slide 39 - Tekstslide