Spelling oefenen blok 5

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Wat vind jij van de challenges?

Wat gaan we deze les doen?

We oefenen nog eens met:

- woorden op ~isch

- sterke werkwoorden in vt

- woorden met ë

Woorden op ~isch(e)

Je hoort ies, maar schrijft isch

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Sterke werkwoorden in vt

Een sterk werkwoord veranderd van klank in de verleden tijd. 

Je schrijft het woord zo simpel mogelijk. Dus nooit met DT!

Ik zing = ik ....

hij treedt op = hij .... op

John draagt = John .....

Zijn ogen glimmen = zijn ogen .......

de dief sluipt = de dief .....

Barbara ligt = Barbara ...

De boot vaart = de boot ....

Wij zwemmen = Wij .......

De rijke man schenkt = de rijke man .....

woorden met ë

Als de klemtoon op het laatste stukje ligt dan komt er een extra e. Ligt de klemtoon niet op het laatste stukje dan komt er geen extra e.

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Luister naar de juf en typ het woord

Ben jij klaar voor het dictee morgen?

😒🙁😐🙂😃