Week 2 Eco

Economie
Week 2

Voorbereiding toetsweek
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie
Week 2

Voorbereiding toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
voorbereiding toets (+- 15/20 minuten)
Daarna start oefentoets

Slide 2 - Tekstslide

Voor we beginnen....
Telefoon in telefoontas, schrift/papier met pen op tafel. 

Hebben jullie een fijne vakantie gehad, dingen die jullie graag willen delen, meedelen, vragen?

Programma deze week; voorbereiding toets 15 minuten, waar moet je op letten, oefentoets maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbereidingen
.... slides ter voorbereiding/herhaling, waar moet je op letten.

Hierna: maken oefentoets.

Slide 4 - Tekstslide

Elasticiteit
> prijselasticiteit van de vraag, kruislingse prijselasticiteit van de vraag, inkomenselasticiteit. 

verandering van gevraagde hoeveelheid (%) /
 verandering prijs (%)

Slide 5 - Tekstslide

Ev

Slide 6 - Tekstslide

Qv = -0.3P + 8
Dit is de vraaglijn formule. Q = vraag, p = prijs van het goed.
Als je een prijsstijging/daling weet (bijv eerst 1 euro, daarna is prijs 2 euro), dan kun je ook de verandering van de vraag berekenen. 

bij p = 1 > q = 7,7
bij p = 2 > q = 7,4

Je kunt nu de prijselasticiteit uitrekenen door de formule in te vullen. 
stel Ev is =0.1. Wat zegt dit dan? En stel het bedrijf wil zijn/haar omzet verhogen, moeten ze dan de prijs verhogen of verlagen?


Slide 7 - Tekstslide

stel....de Ev is -0.1; wat betekent dit dan?

De vraag is inelastisch!
Dus....een prijsverandering leidt tot een geringe verandering van de afzet. Als je de prijs verhoogt, zal de hoeveelheid producten die je verkoopt in minder snel % dalen dan je dacht door de prijsverhoging. De omzet zal dus toenemen!

Slide 8 - Tekstslide

Verandering vraaglijn: 
Stel nu Q = -0.3p + 6
Stel de prijs is weer 1, wat gebeurt er dan met de vraag? 
p = 1, q = 5,7 (terwijl bij vorige vraaglijn was bij p = 1, q = 7,7)

Dus de vraag is gedaald bij dezelfde prijs van 1 euro. 
Wanneer is dit vaak het geval? Doordat complementaire goederen duurder zijn geworden. Dit kan de vraag naar benzine zijn, als auto's duurder zijn geworden bij voorbeeld. Als auto's duurder zijn geworden, neemt ook de vraag naar benzine af, ook al is de prijs van benzine gelijk gebleven. 
Ook andere redenen voor vraagfunctie veranderingen kennen!

Slide 9 - Tekstslide

ook formule kruislingse en inkomens-elasticiteit kennen!

Slide 10 - Tekstslide

TK = TVK + TCK

TVK = TK - TCK

van TVK naar VK per stuk --> TVK / q

Slide 11 - Tekstslide

TO, TK lijn
Wat is p?
En TCK?
En VK per stuk?
En BEA?

Slide 12 - Tekstslide

stel p = 5, dan is P = GO = MO = 5. 
Winst maximaal --> MO = MK, j je kunt dan aflezen bij welke q de winst maximaal is.

Maximale totale winst arceren welk deel? aflezen welke q tot aan GTK: rechthoek. 

Slide 13 - Tekstslide

TO, TK is gegeven. Maximale winst berekenen. 
Maximale winst --> MO = MK
Stel TK = 5q^2 - 5q + 10
TO = 15q

Wat is dan MO en wat is dan MK?

Slide 14 - Tekstslide

Stel TK = 5q^2 - 5q + 10
TO = 15q
Wat is dan MO en wat is dan MK?

MO = 15
MK = 10q - 5 , dan nu MO = MK

15 = 10q - 5 >> 20 = 10q >> q = 2: bij q = 2, maximale totale winst.
dus nu invullen q = 2 in zowel TO en TK
TO = 15x2 = 30,  TK = 5x2^2 - 5x2 + 10
En dan maximale totale winst: TO - TK = 30 - 20 = 10. 

Slide 15 - Tekstslide

TW is maximaal bij een productie waarbij geldt MO = MK
Dit altijd opschrijven bij de berekening! Anders = fout!

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt bij elk inkomen zien, hoeveel er wordt uitgegeven aan dat goed. 

Slide 17 - Tekstslide

je kunt elke keer het inkomen aflezen. bij welk inkomen is het goed een noodzakelijk, indifferent en inferieur goed?

Slide 18 - Tekstslide

Einde uitleg
Aan de slag met de oefentoets! Eerst maken; 2, 4, 5, 8, 10
Mogelijkheid tot stellen van vragen. Deze moet morgen in de les af!
Donderdag bespreken we de lastig gevonden opdrachten!

Slide 19 - Tekstslide