Woensdag 7 juni 2023

Woensdag 7 juni  2023
08.30 - 09.20 uur  
lezen, hoe doe je dat
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.20 - 10.10 uur
Engels

12.40 - 14.20 uur
zwemmen
12 uur vertrekken - 12.15-13.00 uur jongens
1 uur vertrekken - 13.15 - 14.00 uur meisjes

10.10  - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur 
Woordenschat thema Nederland

11.20 - 12.10 uur
disk - zelfstandig werken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woensdag 7 juni  2023
08.30 - 09.20 uur  
lezen, hoe doe je dat
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.20 - 10.10 uur
Engels

12.40 - 14.20 uur
zwemmen
12 uur vertrekken - 12.15-13.00 uur jongens
1 uur vertrekken - 13.15 - 14.00 uur meisjes

10.10  - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur 
Woordenschat thema Nederland

11.20 - 12.10 uur
disk - zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema Nederland

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 4 - Tekstslide

de Bevrijdingsdag
  • 5 mei, de dag waarop het einde van de Tweede  Wereldoorlog in Nederland wordt gevierd
  • feest omdat op die dag de oorlog over was
  • eens in de vijf jaar een officiële vrije dag
  • Zin: Bevrijdingsdag wordt in Nederland ieder jaar gevierd.
  • Zin: Kinderen spelen spelletjes op Bevrijdingsdag.

Slide 5 - Tekstslide

de politiek
  • wat te maken heeft met het besturen van een land of gemeente 
  • politieke zaken hebben te maken met het besturen van een land
  • Zin: Eerst heeft hij bij een bedrijf gewerkt en nu gaat hij de politiek in.

Slide 6 - Tekstslide

de voorstander
  • iemand die iets een goed idee vind 
  • iemand die iets probeert te bereiken
  • tegenstelling: tegenstander
  • Zin: Hij is een voorstander van de regels hier op school.
  • Zin: Ik ben een groot voorstander goed ontbijten.

Slide 7 - Tekstslide

de wens
  • iets wat je heel graag wilt
  • een groot verlangen
  • zeggen dat je hoopt dat er iets gebeurt voor iemand, vooral iets goeds
  • meervoud: wensen; verkleinwoord: wensje
  • Zin: Olav had de wens een keer naar Indonesië te gaan.
  • Zin: Ik wens je een goede reis.

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent :
achteruitgaan?
A
iets dat beter wordt
B
iets dat slechter wordt
C
vooruit lopen
D
stoppen met iets

Slide 9 - Quizvraag

Waar wordt het woord:
de voorstander
goed gebruikt?
A
Iemand die iets geen goed idee vindt.
B
Hetzelfde als een tegenstander.
C
Iemand die niets probeert te bereiken.
D
Iemand die iets een goed idee vindt.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is:
een wens?
A
Iets wat je graag wilt doen.
B
Iets wat je niet graag wilt doen.
C
Iets wat je nu doet.
D
Een groot verlangen naar iets.

Slide 11 - Quizvraag

Wie ken je uit de politiek?

Slide 12 - Woordweb

Zoek een foto die met "Bevrijdingsdag" te maken heeft.

Slide 13 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Tekstslide

De gezondheid van mijn opa ........... ................... .

Slide 15 - Open vraag

Op 5 mei vieren we in Nederland ................................... .

Slide 16 - Open vraag

...... ................ van mijn vader is om naar Amerika te gaan.

Slide 17 - Open vraag

Wij zijn .......................... van extra dagen vrij van school.

Slide 18 - Open vraag

Onze buurman zit in .... ................ . In onze eigen gemeente.

Slide 19 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
achteruitgaan, de Bevrijdingsdag, de politiek, de voorstander en de wens

Slide 20 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Nederland.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 21 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide