Leesvaardigheid A4A


A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Opiniëren
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


A
Amuseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Opiniëren

Slide 1 - Quizvraag

Lezers de gelegenheid geven hun mening te vormen
A
Opiniëren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 2 - Quizvraag

In Israël zijn de restaurants weer open, maar alleen voor personen met een vaccinatiebewijs

A
Informeren
B
Overtuigen
C
Opiniëren
D
Activeren

Slide 3 - Quizvraag

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Overtuigen
Opiniëren
Informeren

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

n tijden van corona lijkt Nederland wel een kleuterklas. Waarom mogen hullie wel met zijn
allen in een vliegtuig maar wij
niet in het theater? Waarom wel
naar de kroeg maar niet langs
de lijn bij de kinderhockey? En deze
week: waarom mogen er in Staphorst
600 mensen in een kerk en mogen we
niet met zijn twintigen bier drinken?
1. In tijden van corona lijkt Nederland wel een kleuterklas. Waarom mogen hullie wel met zijn
allen in een vliegtuig maar wij
niet in het theater? Waarom wel
naar de kroeg maar niet langs
de lijn bij de kinderhockey? En deze
week: waarom mogen er in Staphorst
600 mensen in een kerk en mogen we
niet met zijn twintigen bier drinken?

Slide 7 - Tekstslide

3. De redenen dat je wel met zijn allen naar de kerk mag en niet naar de
kroeg zijn deels praktisch: in de kerk
staan ze niet in elkaars oor te tetteren, zijn ze veelal nuchter en over het
algemeen weinig aanrakerig. Verder
kunnen de protestants-christelijken
de rest van Nederland nog heel wat
leren over wettisch met omgangsregels omspringen. Kerkdiensten zijn
niet of nauwelijks betrokken bij besmettingen.

Slide 8 - Tekstslide

5. Het is extra belangrijk vandaag de dag om ervoor te zorgen dat de groeiende meerderheid
van agnostische Nederlanders die
daar echt helemaal niets van begrijpt
niet in Staphorst de dienst gaat uitmaken (letterlijk). En ja, ideologische, politieke en religieuze gronden
zijn belangrijker en diepgaander, essentiëler voor het leven, dan de behoefte een concert te bezoeken of
bier te drinken.

Slide 9 - Tekstslide

7. Ds. Arie Huijser, de Sliedrechter
dominee met die scheiding, zei eigenlijk wel iets interessants in zijn
preek. „Met inachtneming van de regels [...] kunnen wij naar de wereld
nog laten zien dat Gods inzettingen
ons boven alles gaan.” Ergens was
het jaloersmakend dat er iets zo belangrijk in hun leven was, iets heiligs, iets wat boven alles ging, waarvoor het noodzakelijk was om ook in
coronatijden ergens lijfelijk op te komen dagen.

Slide 10 - Tekstslide

8. Alles bleek makkelijk af te zeggen
in seculier Nederland: niets was heilig. Geen feestdag, geen concert,
geen diner. Muziek was van ondergeschikt belang. Toneel ook. Er hoefde
helemaal niets. Ik keek telkens weer
naar de beelden van die mensen
wandelend naar de kerk, en ik zag ze
als het hoogtepunt van menselijkheid in deze crisis. Samen zitten, samen zingen, samen klonteren. In een
bubbel met elkaar gewone dingen
heilig maken.

Slide 11 - Tekstslide

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: reclametekst, flyer, uitnodiging?
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: gebruiksaanwijzing, studieboek, nieuwsbericht?
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 13 - Quizvraag

Tekstsoorten

Doel van een krantenbericht
A
Informeren
B
Je iets laten doen
C
Mening geven
D
Amuseren

Slide 14 - Quizvraag

1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Opiniëren

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg
indeling tekst
- inleiding: onderwerp introduceren
- middenstuk: deelonderwerpen
- slot: samenvatten / concluderen

Slide 19 - Tekstslide

Functies van de inleiding
Inleiding
  • Onderwerp van de tekst introduceren.
  • Aandacht trekken

Slide 20 - Tekstslide

Het middenstuk

  • Het middenstuk behandelt de diverse aspecten van het onderwerp. 
  • Dit noemen we de deelonderwerpen.
  • denk aan:
  • Gevolgen / voordelen / oplossingen

Slide 21 - Tekstslide

Slot
Als de tekst bestaat uit een driedeling bevat de tekst altijd een slot. In het slot staat een korte samenvatting van de tekst of  het slot geeft een conclusie

Slide 22 - Tekstslide

Wat voor soort inleiding heeft deze tekst?
A
Reden – de schrijver legt uit waarom hij deze tekst heeft geschreven.
B
Belangrijkste informatie – de belangrijkste informatie staat al in de inleiding.
C
Opbouw – de schrijver geeft aan wat voor informatie er in de tekst komt.
D
Voorbeeld – de schrijver maakt de lezer nieuwsgierig door een situatie te beschrijven.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van de inleiding van een tekst?
A
aanleiding noemen
B
samenvatting geven
C
onderwerp introduceren
D
belangstelling wekken

Slide 24 - Quizvraag

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 25 - Quizvraag

In het middenstuk van de tekst worden :
A
aspecten van het onderwerp besproken
B
wordt de samenvatting gegeven
C
staan de belangrijkste alinea's
D
staat de hoofdgedachte

Slide 26 - Quizvraag

Welke functie heeft het middenstuk van de tekst?
A
Nieuwsgierig maken
B
Samenvatten
C
Het onderwerp uitwerken in deelonderwerpen

Slide 27 - Quizvraag

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 28 - Quizvraag

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Link