Periode 2 - les 7

Periode 2 - les 7 
Als / dan
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Periode 2 - les 7 
Als / dan

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Korte instructie 'als/dan' + oefening
  • Opdrachten maken in StartTaal 
  • Brief + CV afmaken

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van deze les:
  • weet je wanneer je dan of als moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Als / dan
Als en dan gebruik je bij vergelijkingen.
Wanneer er bij de vergelijking sprake is van gelijkheid dan gebruik je als (even groot als, hetzelfde als, net zo leuk als).
Bij ongelijkheid gebruik je dan (groter dan, kleiner dan, leuker dan, gezelliger dan).

Slide 4 - Tekstslide

Als
Voorbeelden van correct gebruik van als:
  • Hij is even groot als zij.
  • Mijn nieuwe vriend is net zo gezellig als mijn oude.
  • Mijn cijfer is even hoog als mijn vorige cijfer.

Slide 5 - Tekstslide

Dan
Voorbeelden van correct gebruik van dan.
  • Ik ben groter dan jij (bent)
  • Deze laptop is goedkoper dan die vorige (is)
  • Ik heb betere cijfers dan jij (hebt)

Slide 6 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten
Bij gebruik van als en dan worden veel fouten gemaakt. Bijvoorbeeld:
  • Ik ben kleiner als jij. 
Dit is een ongelijke vergelijking, dus moet je dan gebruiken.
  • Ik ben groter als jou. 
Dit is dubbel fout: als moet dan zijn, want het is een ongelijke vergelijking. Jou moet jij zijn (je kunt er in gedachten 'bent' achter zetten. Dat kan niet als er jou staat).

Slide 7 - Tekstslide

Ik vind een chromebook prettiger werken (als/dan) een iPad.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quizvraag

Wil je niet liever naar het strand (als/dan) naar een pretpark?
A
als
B
dan

Slide 9 - Quizvraag

Die vis kan groter (als/dan) 2 meter worden
A
als
B
dan

Slide 10 - Quizvraag

Deze opdracht kun je op dezelfde manier aanpakken (als/dan) die andere opdrachten.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quizvraag

Mijn zusje is nu al groter ........
A
als jou
B
als jij
C
dan jou
D
dan jij

Slide 12 - Quizvraag

Paprikachips vind ik net zo lekker (als/dan) borrelnootjes.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

De trein is net zo duur (als/dan) het vliegtuig.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

Ik haal precies dezelfde cijfers.....
A
als jou
B
als jij
C
dan jou
D
dan jij

Slide 15 - Quizvraag

Mijn hond luistert beter ....... hond.
A
als jou
B
dan jouw
C
dan jou
D
als jouw

Slide 16 - Quizvraag

Hij vindt zijn vrienden belangrijker (als/dan) zijn familie.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk
Heb je jouw sollicitatiebrief en CV nog niet af en ingeleverd?
  • Nu afmaken! Je bent al te laat.

Heb je jouw sollicitatiebrief en CV wel af en ingeleverd?
  • StartTaal | 2F | taalverzorging | stijlkwesties | als/dan | opdracht 1 t/m 3

Slide 18 - Tekstslide