onregelmatige en Engelse werkwoorden

onregelmatige en Engelse werkwoorden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

onregelmatige en Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- Je kent de regels voor het spellen van onregelmatige en Engelse werkwoorden;
- Je kan in een zin een passende vorm van een onregelmatig of Engels werkwoord invullen;
- Je kan bijzonderheden in de spelling van onregelmatige en Engelse werkwoorden uitleggen;
- Je kan zelf zinnen bedenken met onregelmatige en Engelse werkwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling
In de eerste lessen hebben we stilgestaan bij werkwoordspelling. Hierbij hebben we vooral gekeken naar de persoonsvorm. 




Tegenwoordige tijd
ik ik-vorm
je/jij ik-vorm+t*
hij/zij/het ik-vorm+t
meervoud hele werkwoord
Verleden tijd
enkelvoud ik-vorm +de/te
meervoud ik-vorm +den/ten
*als je/jij achter de persoonsvorm staat, gebruiken we de ik-vorm

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen (zie pagina 118)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 13 - Quizvraag

Paragraaf 29 onregelmatige en Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden worden vervoegd als zwakke werkwoorden in het Nederlands. Engelse werkwoorden die eindigen op een dubbele medeklinker of op -e, behouden die als dit nodig is voor de uitspraak in het Nederlands. 

rugbyde, jogde, tackelde
faxte, racete




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Paragraaf 29 onregelmatige en Engelse werkwoorden
8 a.
 tegenwoordige tijd:
ik shine
jij / hij / zij / het shinet
wij / jullie / zij shinen
voltooid deelwoord geshined
onvoltooid deelwoord shinend

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 29 onregelmatige en Engelse werkwoorden
verleden tijd:
ik / jij / hij / zij / het shinede
wij / jullie / zij shineden

b. Ze worden gespeld als zwakke werkwoorden, omdat hun klank niet verandert in de verleden tijd.

Slide 17 - Tekstslide

Lezen bladzijde 177

Slide 18 - Tekstslide

maken (huiswerk)
Spelling en grammatica, paragraaf 16 (blz176)
opdracht 5 tot en met 13

Slide 19 - Tekstslide