Verkoopvaardigheden H2.2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2

Gespreksethiek:

Je netjes gedragen en de klant vriendelijk en beleefd behandelen wordt ook wel gespreksethiek genoemd. Gespreksethiek is 'het geheel aan opvattingen hoe je je moet gedragen tijdens een gesprek.'

Slide 2 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


Je maakt dadelijk de tweede oefening over gespreksethiek. Door het maken van de oefeningen en bestuderen van de theorie leer je het nodige over omgangsvormen en ethiek in de verkoop.


Opdracht A

Bestudeer de theorie en geef je mening over de volgende 24 stellingen 



Slide 3 - Tekstslide

1. Wanneer je jezelf voorstelt aan een klant geef je een stevige hand
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 4 - Sleepvraag

3. Het vallen van een stilte tijdens een verkoopgesprek is een slecht teken.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 5 - Sleepvraag

4. Tijdens een verkoopgesprek gebruik je al je kennis en vaktermen die je kent. 
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 6 - Sleepvraag

5. Om goed te kunnen verkopen is het van belang dat je van jezelf weet wat voor indruk je
maakt op andere mensen.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 7 - Sleepvraag

6. Het stellen van vragen is belangrijker dan het luisteren naar de antwoorden
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 8 - Sleepvraag

7. Als je een afspraak hebt met een klant is het handig om te weten hoeveel tijd de klant voor
je heeft gereserveerd.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 9 - Sleepvraag

8. De klant is koning
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 10 - Sleepvraag

9. Een verkoper moet een vlotte babbel hebben, luisteren naar wat de klant zegt is minder
belangrijk.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 11 - Sleepvraag

10. Een verkoopgesprek kan je niet voorbereiden. 
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 12 - Sleepvraag

11. Tijdens het verkopen kan je jezelf het best laten leiden door je emoties.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 13 - Sleepvraag

12. Te laat komen bij een afspraak is niet onoverkomelijk als je maar een goede reden hebt
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 14 - Sleepvraag

13. Een leugentje om bestwil moet kunnen tijdens een verkoopgesprek.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 15 - Sleepvraag

14. Klachten van klanten zijn onbelangrijk binnen het verkoopgesprek.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 16 - Sleepvraag

15. Klanten met financiële moeilijkheden verkoop je producten middels een lening
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 17 - Sleepvraag

16. Huis-aan-huisverkoop noemen we ook wel colportage.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 18 - Sleepvraag

17. Kredietverlening zoals koop op afbetaling en het kopen op rekening is een vorm van service
tijdens de verkoop
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 19 - Sleepvraag

18. Het verrichten van reparaties is een vorm van service na de verkoop.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 20 - Sleepvraag

19. Op het moment dat je iemand een hand geeft, geef dan een stevige hand en kijk iemand aan.
Als je nog zit ga je staan. 
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 21 - Sleepvraag

20. Een lekker luchtje op doen in de ochtend is geen probleem, maar houd het binnen de
perken. 
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 22 - Sleepvraag

21. Iedereen heeft een “eigen gebied” en als je in gesprek bent met iemand (staan of zitten) is
het netjes uit dit gebied te blijven. Niet iedereen heeft dezelfde “ruimte”, maar hanteer in ieder geval 30 tot 50 cm.  
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 23 - Sleepvraag

22. Roken is een hot issue en als je in gezelschap een sigaret op wil steken ontkom je er niet aan
dit eerst te vragen.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 24 - Sleepvraag

23. Iedereen heeft stokpaardjes.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 25 - Sleepvraag

24. Tijdens een verkoopgesprek geef je zoveel mogelijk informatie aan de klant.
Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2
Juist
Onjuist

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


Opdracht B

Geef van de volgende uitspraken aan of je ze kan gebruiken tijdens een verkoopgesprek. Ga ervan uit  dat jij de verkoper bent. Nadat je hebt aangegeven of je de vragen/stellingen kan gebruiken geef je aan wat het resultaat zal zijn van de vraag/stelling.


Slide 28 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


1. Wat betekent de naam van uw bedrijf?


Slide 29 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


1. Wat betekent de naam van uw bedrijf?


Wel gebruiken: Je toont interesse in het bedrijf van de klant. Tevens krijg je informatie over het
 bedrijf die je misschien nog eens kan gebruiken.

Slide 30 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


2. Waarom hebben jullie voor deze locatie gekozen?


Slide 31 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


2. Waarom hebben jullie voor deze locatie gekozen?


Wel gebruiken: Je toont interesse in het bedrijf van de klant. Tevens krijg je informatie over het
 bedrijf die je misschien nog eens kan gebruiken.

Slide 32 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


3. Wat trekt u aan in uw huidige leverancier?

Slide 33 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


3. Wat trekt u aan in uw huidige leverancier?


Wel gebruiken: Je toont interesse in het bedrijf van de klant. Tevens krijg je informatie over het
 bedrijf die je misschien nog eens kan gebruiken.

Slide 34 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


4. Ik wil graag een relatie met u.

Slide 35 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


4. Ik wil graag een relatie met u.


Niet gebruiken

Slide 36 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


5. Wat doet jullie bedrijf eigenlijk?

Slide 37 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


5. Wat doet jullie bedrijf eigenlijk?


 Niet gebruiken: Getuigt van slechte voorbereiding. 

Slide 38 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


6. Kent u ons bedrijf?

Slide 39 - Tekstslide

Hoofstuk 2.2
Gespreksethiek 2


6. Kent u ons bedrijf?


Niet gebruiken: Toelichten. Vraag moet mooier ingepakt worden

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide