Les 17 4 januari 2025

Les 17 4 januari 2025
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 17 4 januari 2025

Slide 1 - Tekstslide

L17 Wat doen we vandaag? 

1. Hoe ging het met huiswerk maken?

2. Cursus 3 Fictie: §3 en herhalen §1 en §2.
2. Herhalen Cursus 7 Spelling: verkleinwoorden (§4) en  meervouden (§3). 

5. lesafsluiting

6. uitleg dictee voor volgende week.  

7. Huiswerk voor volgende keer.  

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ging het met huiswerk maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Vorige les heb je geleerd ...
... wat de begrippen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch betekenen. 
... over de personages in een boek en hoe je kunt bepalen of iemand de hoofdpersoon is of een bijfiguur.  
... dat boeken vanuit verschillende perspectieven geschreven kan zijn. 

Welke perspectieven zijn dit ook alweer? 


Slide 4 - Tekstslide

De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in het verhaal.

In het verhaal zijn ook personages met kleine rollen, die noem je bijfiguren.

Als jij je goed in het personage kan verplaatsen, dan kun jij je inleven in dat personage.
Meeleven wil zeggen dat je wilt dat het goed gaat met een personage


Personages

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende 
perspectieven:
  • ik-perspectief (ik-vorm)
  • hij/zij/hen perspectief (hij/zij/hen-vorm)
  • wisselend perspectief (verschillende perspectieven wisselen elkaar af)

Slide 8 - Tekstslide

Genres (verhaalsoort)

De meest voorkomende genres:
  • misdaad
  • historisch
  • oorlog
  • psychologisch
  • fantasy
  • science fiction
  • griezel
  • avonturen
  • detective

  • humor
  • drama
  • romantiek


Slide 9 - Tekstslide

Cursus 7 Spelling
Herhaling §3 en §4 

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud
Regel:
let op: 
voeg en toe
vriend - vrienden
voeg en toe
Als een woord meerdere lettergrepen heeft, verdubbel je de medeklinker na een korte klank: 
pet - petten 
kat - katten
voeg en toe en laat een a, e, o, of u weg: 
Een lange klinker in een open lettergreep schrijf je vaak met één letter. 
aap - apen, 
uur - uren 
maan - manen
voeg s toe
appel - appels
voeg -eren toe
kind - kinderen

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud
Je...
regel
Woorden op ee of ie met klemtoon op laatste lettergreep
zet ën achter de ev vorm. 
knie - knieën
woorden met ee of ie met klemtoon op eerdere lettergrepen
zet een n achter de ev vorm en een trema op de e! 
porie - poriën
Woorden die eindigen op f of s
soms de laatste letter in het meervoud veranderen in -v of z
brief - brieven
grens - grenzen
Woorden de eindigen op:
o u i a y
schrijf een apostrof + s (maar niet altijd, let op de uitspraak). 
LET OP: In het Engels wordt er voor meervouden nooit een apostrof gebruikt. 
baby - baby's
radio - radio' s            
(niet: spray - sprays)

ja

Slide 12 - Tekstslide

We oefenen meervoudsvormen even met een kahoot quiz.

Slide 13 - Tekstslide

Theorie (verkleinwoorden)
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.

Meestal      =       -je of -tje achter het woord.
vakantie - vakantietje  
schaar - schaartje
dans - dansje

Slide 14 - Tekstslide

Soort woord met voorbeeld
  1. Woorden met -m : boom
  2. Woorden met een -ng            koning
  3. Achteraan -a, -o, é of -u                 opa, auto, paraplu
  4. Achteraan -y                                   baby
  5. Woorden met cijfers of afkorting     dvd, A4
  6. Woorden op i: kiwi
  7. korte klanken -> soms lang
Regel met voorbeeld
  • -pje  : boompje
  • -kje en de -g laat je weg
koninkje
  • extra klinker
opaatje, autootje,coupeetje
  • -'tje
baby'tje
  • -'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje
  •  i verandert in ie: Kiwietje
  • blad - blaadje

Slide 15 - Tekstslide

Dat gaan we even oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Etalage
A
Etalagetje
B
Etalage'tje
C
Etalageetje

Slide 17 - Quizvraag

Radio
A
Radiotje
B
Radio'tje
C
Radiootje

Slide 18 - Quizvraag

Verdieping
A
Verdiepingtje
B
Verdiepingetje
C
Verdiepingke
D
Verdiepinkje

Slide 19 - Quizvraag

cd
A
cdtje
B
CeeDeetje
C
cd'tje

Slide 20 - Quizvraag

Pony
A
ponytje
B
ponietje
C
pony'tje
D
paardje

Slide 21 - Quizvraag

Menu
A
Menutje
B
Menuutje
C
Menu'tje
D
Menuu'tje

Slide 22 - Quizvraag

Instructie
A
Instructietje
B
Instructieetje
C
Instructie'tje

Slide 23 - Quizvraag

'pje
'tje
'etje
'kje
'je
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting

Slide 24 - Sleepvraag

Lesafsluiting
Volgende week weer een fysieke les op st Conleth's. 

Het huiswerk voor deze week is
 ▪ Lees in je leesboek (natuurlijk!) 
 ▪ Leer de dicteewoorden die je per mail krijgt toegestuurd.   Leer de spelling van de woorden en de betekenis   
 ▪ Leren: cursus 7 spelling §1-§4 leer de spellingregels voor de toets die komen gaat: de toets is online op zaterdag 18 januari van 13.40u - 14.00u  
Haal je huiswerk in over §1-§4 als je daar nog niet aan toegekomen bent. 

  


  
  

Slide 25 - Tekstslide