1. Antwoord a (eerste antwoord)
2. Positief: blij, vrolijk en enthousiast
Negatief: pure walging
3. Ouderen waren positief over gemberkoek en chocolade met mint, maar jongeren walgen ervan.
4. Zo lijkt het handig om vitaminepilletjes voor jongeren een pepermuntsmaak te geven.