5/12 Creatief schrijven 3B

Welkom!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • stillezen + moeilijke woorden
  • schrijfopdracht portfolio

Slide 2 - Tekstslide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

uitleg schrijfopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Schrijfregels
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Je schrijft ook een hoofdletter bij namen (ook van landen, talen en merken, bv. Nike, Adidas)
  • Gebruik komma's en punten. Zie de dia hierna.
  • Probeer verschillende voegwoorden te gebruiken. (en, ook, want, omdat, dus, maar...)
  • Breng opbouw in je tekst aan: gebruik 'eerst', 'daarna' enz.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?
  • tussen twee persoonsvormen (werkwoorden) in een zin. Voorbeeld: Toen ik ging wandelen, zag ik een hand.
  • voor een voegwoord, maar nooit voor EN! Voorbeeld: Hij ging naar huis, omdat hij zijn tas was vergeten.
  • Ik vertel iets, maar ze luistert niet. Zet altijd de komma voor het voegwoord.
  • bij opsommingen: Hij houdt van kaas, vis, drop en ijs.

Slide 6 - Tekstslide

schrijftips
  • Na een tijdsaanduiding (vandaag, morgen, straks, nu, volgende week) plaats je altijd eerst de persoonsvorm (werkwoord)
  • Voorbeeld: Morgen ga ik naar school.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijven A2/B1

Slide 8 - Tekstslide

voegwoorden
  • Schrijven -> B1: gebruik je de volgende voegwoorden: hoewel, tenzij, terwijl, nadat, totdat, zodat, aangezien.
  • Hierna volgt een dia met voorbeeldzinnen. 

Slide 9 - Tekstslide

voegwoorden -> B1
  • Hoewel ik goed heb geleerd voor de toets, ben ik  zenuwachtig.
  • Tenzij het vandaag regent, ga ik zonder jas naar school.
  • Terwijl de leerlingen een toets maken, loopt de docent door de klas.
  • Nadat de les was afgelopen, ging ik naar huis.
  • Totdat het kerstvakantie is, moet ik nog naar school.
  • Ik geef een voorbeeld, zodat de leerlingen de uitleg begrijpen.
  • Aangezien het bijna Sinterklaas is, zijn de kleine kinderen heel druk.

Slide 10 - Tekstslide

Creatief Schrijven I
CREATIEF SCHRIJVEN

Slide 11 - Tekstslide

creatief schrijven
  • Verbeelding/fantasie: je mag het zelf bedenken
  • schrijven op je eigen niveau
  • Beschrijvend taalgebruik, voorbeeld: “Het gras voelde zacht onder mijn voeten. De zon schijnt warm op mijn gezicht .”
  • Emotie en sfeer : gevoelens beschrijven, voorbeeld: “Haar hart bonsde in haar borst toen ze de deur langzaam opende.”
  • Zorg voor spanning: beschrijf de situatie langzaam: 'De wind waaide om het huis. De deuren kraakten. Langzaam ging de deur een stukje open. '

Slide 12 - Tekstslide

creatieve schrijfopdracht
Schrijf een tekst bij de volgende foto. Je gaat een verhaal schrijven met een open einde. De lezer mag zelf het vervolg bedenken. Bedenk  antwoorden op de volgende vragen: 
  • Wie is dat meisje? Waar woont ze? Is ze Nederlands?
  • Wat is er gebeurd voordat ze op die plek was? Waar is deze plek? In Nederland of een ander land?
  • Wat is er zo bijzonder aan die aap? Zijn er nog meer dieren?
  • Waarom is het meisje alleen? Waar is haar familie?
  • Gaat ze door het hek naar binnen? Wat gebeurt er dan?  OPEN EINDE :)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide