ADL niv2 observeren en signaleren

Observeren en Signaleren
Eet- en drinkgedrag
Observeren
Signaleren bij veranderingen in gezondheid
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Observeren en Signaleren
Eet- en drinkgedrag
Observeren
Signaleren bij veranderingen in gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Eet en drinkgedrag
Als helpende heb je een belangrijke rol in het observeren van eet- en drinkgedrag van de cliënt. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om het eet- en drinkgedrag van een cliënt bij te houden?

Slide 3 - Woordweb

Noem drie redenen waarom je bij ouderen extra moet opletten bij eet- en drinkgedrag.

Slide 4 - Open vraag

Extra opletten
  • Dementie
  • Diabetes
  • Medicatie
  • Zieken
  • Depressie 

Slide 5 - Tekstslide

Geef twee redenen waarom je als helpende bij dementerende op het eet- en drinkgedrag moet letten.

Slide 6 - Open vraag

Bekijk de websitehttps://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/ondervoeding-bij-ouderen/ondervoeding-door-dementie/item120520
Geef drie tips die je meteen gaat gebruiken.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Observeren 
Waarnemen.
Nauwkeurig bijhouden zonder een mening te geven.
Noteren.
Doorgeven.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke manieren van registreren zijn er?

Slide 11 - Woordweb

Signaleren
Een bepaald gedrag opvangen en hierop reageren.
Signalen zijn waarneembaar, deze kun je zien/horen/voelen/proeven.

Slide 12 - Tekstslide

Noem drie voorbeelden van signalen.

Slide 13 - Open vraag

Handelen na signalen
Nadat je een signaal hebt waargenomen ga je over tot actie.

Slide 14 - Tekstslide

Noem een aantal acties die je kunt uitvoeren.

Slide 15 - Open vraag

Signaleren bij verandering in de gezondheid
Signalen die op een ziekte kunnen wijzen zijn:
  • verhoging van de temperatuur of koorts
  • snellere ademhaling
  • lusteloos zijn
  • snellere pols
  • minder eten 
  • minder uitscheiding
  • gewichtstoename of -verlies
  • vreemde huidskleur
  • verandering in slaappatroon

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
tussen de 35.5 en 37.5
B
tussen de 36.5 en 37.5
C
tussen de 36 en 37
D
tussen de 37.5 en 38.5

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wordt de temperatuur van baby's opgenomen, ook al is het kindje niet ziek?
A
om de ouders gerust te stellen
B
om de baby te laten wennen aan de thermometer
C
pasgeboren baby's kunnen nog niet hun temperatuur regelen
D
om de student te laten oefenen

Slide 18 - Quizvraag

Wat kan een gevolg zijn van koorts bij kleine kinderen?
A
een hersenvliesontsteking
B
een koortsstuip
C
een oorontsteking
D
vreemde blauwe plekken

Slide 19 - Quizvraag

Welke thermometer mag beslist niet meer gebruikt worden?
A
een rectale thermometer
B
een oor thermometer
C
een polsteller
D
een kwikthermometer

Slide 20 - Quizvraag

Ademhaling tellen, hoe doe je dat?

Slide 21 - Open vraag

Gewicht
Meet altijd hetzelfde moment van de dag.
meet met dezelfde soort kleren aan.
Meet eens per week.
Gebruik dezelfde weegschaal.
Schrijf de metingen op met de datum erbij.

Slide 22 - Tekstslide

Wat voor lichaamskleur heeft een oudere die het koud heeft?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor lichaamskleur heeft een vrouw met een opvlieger?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor lichaamskleur heeft iemand die te lang onder water is geweest?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor lichaamskleur heeft iemand die een leveraandoening heeft?
A
blauw
B
rood
C
geel
D
wit

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een normale polsslag voor een volwassen iemand?

Slide 27 - Open vraag

Wat is de normale polsslag van een pasgeboren baby?

Slide 28 - Open vraag

Wat is de polsslag van een topsporter?

Slide 29 - Open vraag

Doel pols tellen
Het verkrijgen van informatie over de bloedcirculatie en hartfunctie door middel van het meten van de:
spanning (druk die men moet uitoefenen om de pols te voelen)
vulling (hoeveelheid bloed die door de aderen stroomt)
gelijkmatigheid (steeds eenzelfde hoeveelheid bloed)
regelmaat (de tijd tussen de slagen) 

Slide 30 - Tekstslide

Hoe tel je de pols?

Slide 31 - Open vraag

Noem twee plekken waar je de hartslag kunt tellen.

Slide 32 - Open vraag

Slaapgedrag 
Over het algemeen 8 uur.
Ouderen slapen meestal iets minder, meer kleine dutjes.
Zorgen.
Omgeving slaapkamer.

Slide 33 - Tekstslide

Stemmingsveranderingen
Humeur.
Verandering kan een aanwijzing zijn voor een probleem of een ziekte.
Ook een ziekte kan verandering brengen, zoals CVA of dementie.
Gevolgen kunnen zijn: agressie, verandering relatie, opname.

Slide 34 - Tekstslide

Een verandering in de stemming is iets anders dan een slecht humeur. Leg deze zin uit.

Slide 35 - Open vraag

Volgende week
Bedcomplicaties 

Slide 36 - Tekstslide

Was deze les zinvol?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll