230210_H3E_kennismaken en start inhoud

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga lezen.



timer
10:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga lezen.



timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen!

H3E


Mevrouw Romeijn
Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-> les in twee delen

Deel 1
- wie ben ik?
- vragen stellen
- hoe gaat het in de les
- wie zijn jullie?

Deel 2

- wat gaan we de komende lessen doen?
- uitleg en herhalen
- quiz
- volgende keer

Slide 3 - Tekstslide

 Welkom
 Doel van deze les
 Wat gaan we doen
 Uitleg en oefenen: klassikaal
 Aan het werk: zelfstandig
 Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Heb je nog een vraag voor mij?

Slide 5 - Tekstslide

Een fijne en goede les...
waar denk je aan?

Slide 6 - Woordweb

Dit vind ik belangrijk tijdens de les
luisteren naar de docent
luisteren naar elkaar
>> er praat steeds 1 persoon
stil zijn tijdens de uitleg
hand opsteken als je een vraag hebt
belangrijk: aardig en respectvol zijn naar iedereen in de klas
> en: wees goed voorbereid
 

Slide 7 - Tekstslide

Wie zijn jullie?

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2: wat gaan we doen?
  • onderwerp en hoofdgedachte 
  • begin - slot van een tekst
  • signaalwoorden
  • tekstverbanden
Vandaag: 
- herhalen
- signaalwoorden
- wat weet je nog-quiz

Slide 9 - Tekstslide

korte check
signaalwoorden...
welke ken je?

Slide 10 - Woordweb

Wat doet een signaalwoord?
Het kondigt een verband aan tussen...

  • woorden/woordgroepen
  • zinnen
  • tekstdelen
  • alinea's 

Slide 11 - Tekstslide

twee zinnen

nog niet verbonden, maar ik wil dat wel...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

welk verband is dit?

Slide 16 - Tekstslide

  • Meng eerst de boter en de suiker; voeg daarna de melk toe.
  • chronologisch
  • Voeg de slagroom en de suiker toe.
  • opsommend
  • De cake is gelukt, dus het recept is goed.
  • concluderend
  • Ik ben gek op vruchtencake, zoals appel- of perencake.
  • toelichtend
  • Oom Ben mag geen cake eten, want hij heeft suikerziekte.
  • redengevend
  • Jouw cake is net zo lekker als die van oma.
  • vergelijkend

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 18 - Tekstslide

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goede tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 19 - Sleepvraag

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.
A
opsommend tekstverband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend tekstverband
D
doel/middel verband

Slide 20 - Quizvraag

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
A
vergelijkend
B
oorzaak/gevolg
C
toelichtend
D
voorwaardelijk

Slide 21 - Quizvraag

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
reden

Slide 22 - Quizvraag

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan snowboarden.
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
concluderend

Slide 23 - Quizvraag

'Bijna alle scholieren hebben een smartphone. De verbruikskosten daarvan waren 15 euro per maand. Als gevolg van de coronacrisis is dit bedrag toegenomen.'
In dit stukje tekst is een ... verband te vinden.
A
Redengevend
B
Oorzakelijk
C
Doel-middel
D
Opsommend

Slide 24 - Quizvraag

'Samen bepalen mijn vriend en ik wat we elke avond gaan eten. Ik heb echter wel mijn voorkeur. Dit zorgt wel eens voor flinke discussies.'
In dit stukje tekst is een ... verband te vinden.
A
Opsommend
B
Redengevend
C
Concluderend
D
Tegenstellend

Slide 25 - Quizvraag

'Ik lig nu met buikpijn op de bank, omdat ik net tien pannenkoeken heb gegeten.'
In dit stukje tekst is een ... verband te vinden.
A
Chronologisch
B
Oorzakelijk
C
Redengevend
D
Samenvattend

Slide 26 - Quizvraag

Volgende les
Volgende keer: herhalen en oefenen met teksten


Slide 27 - Tekstslide