Quiz Huisartsgeneeskunde en Sociale Geneeskunde

QUIZ Huisarts- en sociale geneeskunde
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneeskundeWOStudiejaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

QUIZ Huisarts- en sociale geneeskunde

Slide 1 - Tekstslide


Patient (A1) heeft een positieve urine antigeentest op legionella. Enkele familieleden (A2, C1, D1, D2) van A1 zijn serologisch getest op legionella. Wat betekenen de resultaten van het onderzoek?
A
A2 Legionellose bevestigd, C1 Legionellose bevestigd; D1 Legionellose bevestigd; D2 Geen Legionellose
B
A2 Legionellose bevestigd; C1 Legionellose doorgemaakt; D1 Legionellose doorgemaakt; D2 Geen Legionellose
C
A2 Legionellose bevestigd; C1 Legionellose bevestigd; D1 Legionellose doorgemaakt; D2 Geen Legionellose.

Slide 2 - Quizvraag

Op het spoed spreekuur van de Huisarts wordt een 24-jarige jongeman gezien na een val van de trap. De jongen is twee uur eerder van 7 trede hoog achterovergevallen op zijn achterhoofd. De jongen is niet buiten bewustzijn geweest, is niet verward en er is geen sprake van anterograde of retrograde amnesie. De jongen vertelt wel driemaal te hebben gebraakt, misselijk te zijn en ernstige hoofdpijn te hebben. Bij neurologisch onderzoek worden geen afwijkingen gevonden en er is geen vermoeden van een schedel(basis)fractuur. Wat is het aangewezen beleid?
A
Spoedverwijzing naar de SEH of Neuroloog
B
Verwijzing of consultatie Neuroloog
C
Algemene adviezen en wekadvies
D
Geruststelling en opnieuw contact bij toename klachten

Slide 3 - Quizvraag

Een 67-jarige vrouw komt op controle bij de HA. In de VG heeft mw een TIA, hypertensie en hypercholesterolemie. Recent is de diagnose diabetes mellitus type 2 vastgesteld na verhoogde nuchtere glucosewaarden. Leefstijladviezen waren onvoldoende effectief in het verlagen van de glucosewaarden. Wat is nu de aangewezen medicamenteuze behandeling?
A
metformine
B
SGLT2 remmer
C
GLP1-receptoragonist
D
insuline

Slide 4 - Quizvraag

Onder welke wet valt ondersteuning die iemand krijgt, die 1x per dag thuiszorg krijgt voor het aantrekken van steunkousen en hulp bij het huishouden?
A
Zowel thuiszorg als hulp bij het huishouden worden vergoed door de WMO
B
Thuiszorg wordt vergoed door de WMO en hulp bij het huishouden door de zorgverzekeringswet
C
Thuiszorg wordt vergoed door de zorgverzekeringswet en hulp bij het huishouden door de WMO
D
Zowel thuiszorg als hulp bij het huishouden worden vergoed door de zorgverzekeringswet

Slide 5 - Quizvraag

Een 60-jarige man komt bij de VG-arts op intake, omdat bij hem een verstandelijke beperking wordt vermoed. Hij is vergeetachtig de laatste paar jaren en dit valt zijn familie en begeleider op. Hij heeft geen rapporten van vroeger, maar weet wel te vertellen dat hij BLO (buitengewoon lager onderwijs) heeft gevolgd vroeger. Hij kan lezen maar niet goed schrijven (er volgt momenteel diagnostiek naar Parkinson), is sociaal vaardig, maar heeft moeite met praktische zaken zoals financiën. Hierbij wordt hij geholpen door zijn schoonbroer en -zus. Zijn begeleider helpt hem bij boodschappen en andere ADL-taken. Hij en zijn partner hebben steeds meer zorg nodig, waarvoor de familie en begeleider een WLZ-indicatie willen aanvragen.De VG-arts vermoedt een verstandelijke beperking bij deze man.
Wordt nu voldaan aan de criteria voor het vaststellen van een verstandelijke beperking?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Een 46-jarige meneer komt op het spreekuur omdat hij de afgelopen dagen een heftige stekende, bonzende pijn in en rond zijn linkeroog heeft gehad. De pijn straalt uit naar het oor. De pijn komt in aanvallen, in 10 minuten wordt de pijn steeds heftiger en houdt dan ongeveer een uur aan waarna de pijn weer afzakt. Hij heeft dit nu voor de zesde keer in de afgelopen twee dagen. Als de pijn er is, is deze ondraaglijk, hij wordt er radeloos van en wil zijn hoofd wel tegen de muur slaan. Hij is verder goed gezond en gebruikt geen medicatie. Hij rookt twee pakjes sigaretten per week. De meest waarschijnlijke diagnose is:
A
Migraine
B
Trigeminus neuralgie
C
Spanningshoofdpijn
D
Clusterhoofdpijn

Slide 7 - Quizvraag

Een 62-jarige vrouw komt bij de huisarts op het spreekuur in verband met klachten van braken endiarree sinds twee dagen. Ze heeft meerdere malen per dag waterdunne diarree, moet meermaals per dag braken en heeft daarbij moeite om voldoende te drinken. Controles tonen een pols van 110/min, RR 100/50 mmHg en een temperatuur van 39,2 graden Celsius. Ze is bekend met diabetes mellitus type 2 waarvoor ze metformine en insuline gebruikt. Wat moet de huisarts nu in ieder geval tijdelijk aanpassen ten aanzien van de medicamenteuze diabetesbehandeling?
A
Alleen insuline staken
B
Alleen metformine staken
C
Beide staken

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer wordt spoor 2 ingezet binnen de bedrijfsgeneeskunde?
A
Na 1 jaar ziekteverzuim
B
Na 2 jaar ziekteverzuim
C
Na 1 jaar, tenzij eerder bekend is dat de werknemer hun oorspronkelijke werk niet meer kan uitvoeren
D
Na 2 jaar, tenzij eerder bekend is dat de werknemer hun oorspronkelijke werk niet kan uitvoeren

Slide 9 - Quizvraag

Mevrouw B. van 74 jaar komt op het spreekuur. De huisarts heeft bij haar zojuist de diagnose diabetes mellitus type II bij haar gesteld. Ze is een vitale zeventigplusser die niet rookt en geen alcohol drinkt. Drie jaar geleden heeft zij een acuut coronair syndroom gehad waarvan zij goed hersteld is. Haar BMI is 27.6 kg/m2. De gemeten nuchtere plasmaglucosewaarden zijn 8.7 mmol/l en 7.3 mmol/l en de eGFR is >60 ml/min/1.73m2. Wat is nu het aangewezen beleid?
A
Alleen leefstijladviezen
B
Leefstijladviezen en start metformine
C
Leefstijladviezen en start sulfonylureumderivaat
D
Leefstijladviezen en start SGLT2-remmer

Slide 10 - Quizvraag

Tegen welke ziekten is een kind van 12 maanden gevaccineerd, wanneer deze is gevaccineerd volgens het RVP?
A
DKTP, Hib, Hep-B
B
DKTP, Hib, Hep-B en pneumokokken
C
DKTP, Hib, Hep-B, pneumokokken en Men ACWY
D
DKTP, Hib, Hep-B, pneumokokken, Men ACWY en BMR

Slide 11 - Quizvraag

Bij een 45-jarige man wordt bij bloedonderzoek een eGFR (MDRD) van 45 ml/min/1,73m2 gevonden. De man is erg gespierd en vertelt aan bodybuilding te doen. De man is euvolemisch. De daadwerkelijke, voor lichaamsoppervlakte gecorrigeerde glomulaire filtratiesenlheid wordt voor deze GFR:
A
Onderschat
B
Correct geschat
C
Overschat

Slide 12 - Quizvraag

Even pauze?

Slide 13 - Tekstslide

Wat houdt spoor 2 binnen het verzuim/reintergratieproces in?
A
Er wordt binnen de werkgever gekeken welke werkzaamheden de werknemer nog kan uitvoeren
B
Er wordt buiten de werkgever gekeken welke werkzaamheden de werknemer nog kan uitvoeren
C
Er wordt buiten de werkgever gekeken of de werknemer dezelfde functie bij een ander bedrijf kan uitvoeren

Slide 14 - Quizvraag

Een vrouw presenteert zich bij de huisarts met hartkloppingen en opgejaagd gevoel. TSH = 0.10 mE/liter, fT4 = 27 mE/liter. rVG: lymfoedeem, bipolaire stoornis. Med: Lithium. Wat is de juiste interpretatie?
A
De vrouw heeft een hyperthyroïdie. Ter behandeling moet lithium medicatie gestaakt worden.
B
De vrouw heeft een hyperthyroïdie. Behandeling is niet noodzakelijk.
C
De vrouw heeft een hypothyroïdie. Ter behandeling moet lithium medicatie gestaakt worden.
D
De vrouw heeft een hypothyroïdie. Behandeling is niet noodzakelijk.

Slide 15 - Quizvraag

Een 8 jarige jongen, Teun, komt met zijn vader naar de huisarts vanwege aanhoudende koorts van 4 dagen. Je bemerkt blauwe plekken aan de linkerkant van de hals en op zijn linker wang. Wat ga je doen?
A
je verzamelt eerst informatie aan de hand van PROVOKE. Indien er sprake is van kindermishandeling maak je een melding bij VeiligThuis.
B
Je verzamelt eerst informatie aan de hand van PROVOKE. Indien er een lage verdenking is van kindermishandeling ga je een AMK deskundige consulteren.

Slide 16 - Quizvraag

Bij een 20-jarige vrouw met een sterk ondergewicht ontstaat secundaire amenorroe. Op welk ‘niveau’ ligt het meest waarschijnlijk de oorzaak van de amenorroe bij deze vrouw?
A
Hypothalaam niveau
B
Hypofysair niveau
C
Ovarieel niveau
D
Uterien niveau

Slide 17 - Quizvraag

Een 2-jarig meisje wordt op het CB gezien. Zij wordt beoordeeld met het Van Wiechenschema. Ze kruipt maar loopt nog niet los. Ze spreek 2 woorden en begrijpt opdrachtjes. Ze pakt voorwerpen met een harkende beweging. In hoeveel domeinen loopt ze achter?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Op het spreekuur verschijnt een 57 jarige dame met klachten van haar rechter duim. De pijn lokaliseert zich aan de basis van de duim en straalt uit door de duim heen. Ze heeft haar hele leven als huishoudelijke hulp gewerkt. De klachten zijn uit te lokken bij het uitwringen van een doek of het openen van een flesje.

Wat is op basis van dit verhaal de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Tendovaginitis stenosans
B
Artrose van CMC-1 gewricht
C
Contractuur van Dupuytren
D
Tendovaginitis van De Quervain

Slide 19 - Quizvraag

Sophie werkt in een kinderdagverblijf. Ze is 32 jaar en heeft kort nadat ze is gaan werken borstkanker gekregen. Door complicaties heeft haar operatie langer geduurd en kan ze haar eigen werk nog niet doen.

Petra is sinds haar 20e verpleegkundige. Ze is nu 57 jaar en heeft baarmoederhalskanker gekregen. De behandeling heeft wegens complicaties langer geduurd en ze kan haar eigen werk niet doen.

Hoelang krijgen ze een eventueel loongerelateerde uitkering (LGU)?
A
Afhankelijk van hun arbeidsverleden, Sophie langer dan Petra
B
Afhankelijk van hun arbeidsverleden, Sophie korter dan Petra
C
Sophie 4 jaar, Petra 1 jaar
D
Sophie en Petra allebei even lang, tot ze weer hersteld zijn

Slide 20 - Quizvraag

Hoe intensief dienen patiënten met een herseninfarct of hersenbloeding en een beperking in ADL-zelfstandigheid (Barthel Index <19 punten) tijdens opname in een stroke unit in een ziekenhuis, revalidatiecentrum of verpleeghuis (met revalidatiefaciliteiten) minimaal dagelijks oefentherapie te ondergaan?
A
20-40 min per dag
B
40-60 min per dag
C
60-80 min per dag

Slide 21 - Quizvraag

In het kader van een preventieconsult cardiovasculair risicomanagement wordt bij een 50-jarige man een te hoog cholesterol gevonden. Dit wordt door de huisarts behandeld met een statine. Hoe noemen we deze vorm van medische zorg?
A
Primaire preventie
B
Secundaire preventie
C
Tertiaire preventie

Slide 22 - Quizvraag

AND THE WINNER IS...

Slide 23 - Tekstslide