Quiz Huisarts- en Sociale geneeskunde

Quiz Huisarts- en Sociale geneeskunde
Huisartsgeneeskunde & Sociale geneeskunde
De Quiz
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WO

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz Huisarts- en Sociale geneeskunde
Huisartsgeneeskunde & Sociale geneeskunde
De Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
Een 66-jarige man komt met hematurie op het spreekuur. Het was slechts éénmalig en is nu inmiddels ook weer voorbij. Hij heeft verder geen klachten (mictie en defecatie zijn normaal. Hij is niet afgevallen, niet vermoeid, niet ziek, geen nachtzweten, geen buikklachten,…) en er is geen trauma aan voorafgegaan. Hij rookt op dit moment ca. 10 sigaretten per dag en heeft in het verleden wel een poging gedaan om te stoppen. 

Slide 2 - Tekstslide


Wat is de volgende stap nu?
A
Expectatief
B
Verwijzing Uroloog
C
Bloedonderzoek
D
Urine onderzoek

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 2:
Wat is de taak van de bedrijfsarts?
A
Preventief advies geven
B
Advies in geval van ziekteverzuim
C
Uitvoeren van preventief medisch onderzoek (PMO)
D
Alle bovenstaande

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 3
Een 45-jarige man met een voorgeschiedenis van hypertensie en diabetes mellitus type 2 heeft last van aanhoudende vermoeidheid, spierzwakte en frequente hoofdpijn. Bij lichamelijk onderzoek blijkt hij een verhoogde bloeddruk en een laag kaliumgehalte in het bloed te hebben. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke van de volgende medicijnen kan lijden tot deze symptomen?
A
Acetylsalicylzuur (aspirine)
B
Metoprolol
C
Lisinopril
D
Hydrochloorthiazide

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 4
Een 78-jarige vrouw is wakker geworden in het verpleegtehuis waar ze woont met verminderde kracht in haar linkerarm en -been. De vrouw heeft type 2-diabetes, waarvoor zij metformine en glimepiride gebruikt. De specialist ouderengeneeskunde gaat met spoed bij mevrouw langs. De vrouw heeft een helder bewustzijn, de ademhaling is rustig, de bloeddruk bedraagt 132/86 mmHg met een regulaire pols van 76/min. Neurologisch onderzoek toont alleen een afhangende linkermondhoek en verminderde kracht en gevoel in haar linkerarm en -been. 

Slide 7 - Tekstslide

Welk aanvullend onderzoek dient nu in ieder geval nog te worden uitgevoerd?
A
Auscultatie van de carotiden
B
Glucosemeting
C
Onderzoek perifere pulsaties
D
Onderzoek van de urine

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 5
Een 28-jarige vrouw meldt zich bij de huisartsenpraktijk met de volgende symptomen: 
- Ongelijke menstruatiecycli met overmatig bloedverlies. 
- Overgewicht en moeite om gewicht te verliezen. 
- Acne en overmatige haargroei op het gezicht en lichaam. 
- Ovulatieproblemen en moeite om zwanger te worden.

Slide 9 - Tekstslide

Welke van de volgende aandoeningen is het meest waarschijnlijk de oorzaak van haar symptomen?
A
Endometriose
B
Polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
C
Baarmoederfibromen
D
Premenstrueel syndroom (PMS)

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 6: 
Welke van de volgende uitspraken is WAAR met betrekking tot rabiës (hondsdolheid) en de behandeling ervan in Nederland?
A) Rabiës is volledig uitgeroeid, dus er zijn geen gevallen van rabiës meer.
B) Als iemand wordt gebeten door een dier met vermoedelijke rabiës in Nederland, is er geen noodzaak voor behandeling, omdat het virus hier niet voorkomt.
C) In Nederland is er een preventief vaccin beschikbaar voor mensen die worden blootgesteld aan dieren met vermoedelijke rabiës.
D) Rabiës is in Nederland een veelvoorkomende ziekte en wordt routinematig behandeld met antibiotica.

Slide 11 - Tekstslide

Welke van de volgende uitspraken is WAAR met betrekking tot rabiës (hondsdolheid) en de behandeling ervan in Nederland?
A
Volledig uitgeroeid
B
Geen noodzaak tot behandeling
C
Preventief vaccin
D
Behandeld met antibiotica

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 7
Een 31-jarige vrouw meldt zich op het spreekuur bij de huisarts in verband met sinds enkele uren een pijnlijk, rood, tranend linkeroog. Er is sprake van fotofobie, de vrouw kan haar rechteroog amper open houden. Ze is niet misselijk en heeft geen hoofdpijn. Ze is wel wat neusverkouden geweest. Ze is een lensdrager. Ze kan zich niet herinneren of ze iets in het oog gekregen heeft. Er zijn geen klachten van het rechteroog. 
Bij inspectie zie je het volgende beeld:

Slide 13 - Tekstslide


Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Virale conjunctivitis
B
Acuut glaucoom
C
Ulcus corneae
D
Corpus alienum

Slide 14 - Quizvraag

Vraag 8: Welke van de onderstaande uitspraken is NIET waar over de het rijksvaccinatieprogramma?
A. Wanneer een kind drie maal de DKTP (difterie, kinkhoest, tetanus, polio)-vaccinatie heeft gehad, is hij of zij in principe 10 jaar beschermd.
B. Alle RVP (rijksvaccinatieprogramma)-vaccins zijn inactieve vaccins.
C. Het meningokokkenvaccin, dat kinderen bij een leeftijd van 14 maanden en 14 jaar ontvangen, beschermt niet tegen alle meningokokken bacteriën.
D. De vaccinatiegraad voor de vaccinaties die vóór 2 jaar worden gegeven is momenteel lager dan de door de WHO-geadviseerde 95%.

Slide 15 - Tekstslide

Welke van de onderstaande uitspraken is NIET waar over de het rijksvaccinatieprogramma?
A
3x DKTP = 10 jaar beschermd
B
Allemaal inactieve vaccins
C
Meningokokkenvaccin beschermd niet tegen alle bacterien
D
Vaccinatiegraad < 95%

Slide 16 - Quizvraag

Vraag 9
Via het online portaal krijgt de huisarts de volgende mail met foto:
Tijdens de zwangerschap heb ik helaas schimmelnagels gekregen. Dit was dankzij de medicijnen (itraconazol capsules) een tijdje helemaal weg, dus ik dacht nagellak met ledlamp kan wel weer… Helaas is het weer helemaal terug aan het komen, ook al heb ik de nagellak er maar 2 dagen op laten zitten. Is het mogelijk om de medicijnen op nieuw te krijgen? Voelde tijdje na het opbrengen ook pijnlijke vingertoppen en naderhand jeuk. Ik heb al vaseline geprobeerd maar dat helpt helemaal niet.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


Wat is op basis van deze informatie je diagnose en beleid?
A
Onychomycose – Herhalen itraconazol
B
Contacteczeem - Crème met corticosteroïden +
C
Onychomycose - Expectatief
D
Contacteczeem - Expectatief

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 10
Een vrouw van 53 jaar heeft complex regionaal pijnsyndroom (CRPS, vroeger dystrofie) ontwikkeld van haar rechteronderbeen na een operatie. Haar rechteronderbeen kan nu niks verdragen qua aanraking en belasting. Voor de revalidatie en leren omgaan met deze beperking komt ze bij het revalidatiecentrum. Via de ergotherapeut heeft ze begrepen dat haar auto aangepast kan worden zodat ze toch kan blijven rijden en met de auto naar werk kan (waar ze al jaren in loondienst is), boodschappen kan doen en sociale contacten kan onderhouden. Zo past ze bijvoorbeeld op bij haar kleinkinderen en doet ze als vrijwilliger boodschappen voor alleenstaande ouderen. Wel vraagt ze zich af bij wie ze terecht kan voor financiële ondersteuning van deze aanpassing?

Slide 20 - Tekstslide

Bij wie kan mw. terecht voor financiële ondersteuning van deze aanpassing?
A
UWV
B
Werkgever
C
WMO (via de gemeente)
D
Zij moet dit zelf betalen

Slide 21 - Quizvraag

Vraag 11: Een twaalfjarige jongen heeft sinds een paar maanden tijdens en na het sporten last van een pijnlijk gevoel net onder de knie. De jongen zit nu in zijn groeispurt. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Iliotibiale bandsyndroom
B
Ziekte van Osgood-Schlatter
C
Bursitis prepatellaris
D
Patellofemoraal pijnsyndroom

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 12:
Wat is de kans op de ziekte van Lyme na een tekenbeet?

A
2-3%
B
7-8%
C
11-12%
D
17-18%

Slide 23 - Quizvraag

Vraag 13
34-jarige vrouw is twee weken geleden gestruikeld en daarbij met uitgestrekte arm op haar rechterhand gevallen. De rechterpols was direct dik en pijnlijk. De zwelling is nu wel licht afgenomen, maar de pijn is nog steeds aanwezig en de rechterpols voelt erg stijf aan. 

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 13
A. Je past de Ottawa Wrist Rules toe. Indien deze afwijkend verwijs je de patiënt door voor een röntgenfoto.
B. Je besluit de patiënt nog 2 weken rust te geven, geeft pijnstilling en stuurt haar nadien door naar de Fysiotherapeut.
C. Op basis van bovenstaand verhaal heb je genoeg alarmsignalen om de patiënt direct voor een röntgenfoto te verwijzen.
D. Om de pols goed te kunnen beoordelen moet eerst de zwelling helemaal zijn afgenomen. Je vraagt de verpleegkundig specialist om de pols in te wikkelen en ziet de patiënt na 1-2 weken weer terug te zien op je spreekuur ter herbeoordeling van de klachten.


Slide 25 - Tekstslide


Wat is het voorgestelde beleid (als huisarts)?
A
Ottawa Wrist Rules, röntgenfoto zo nodig
B
Rust, pijnstilling, Fysio
C
Direct röntgenfoto
D
Zwelling laten wegtrekken

Slide 26 - Quizvraag

Vraag 14
Op het spreekuur van de huisarts komt een 25-jarige studente met last van extreme jeuk, voornamelijk in de nacht. Je vraagt nog naar klachten bij haar huisgenoten en onderzoekt te patiënt. Je stelt op basis van deze gegevens de diagnose “schurft”. Vanwege de uitgebreidheid van de huidklachten schrijf je ivermectine tabletten voor, voor een duur van 14 dagen. Je neemt vervolgens samen met de patiënt de belangrijkste behandeladviezen door (gelijktijdig behandelen van huisgenoten en seksuele contacten, hygiëne- en wasvoorschriften). 

Slide 27 - Tekstslide


Welke rol heeft de huisarts nog meer?
A
Meldingsplicht
B
Geen verdere acties noodzakelijk
C
Isolatie gedurende 14 dagen

Slide 28 - Quizvraag

Vraag 15
Een 35-jarige vrouw komt bij de huisarts in verband met een pijnlijke rechter oksel sinds twee weken. Ze heeft een aantal bultjes gezien waar af en toe pus uit komt. Een half jaar geleden heeft zij dit ook gehad. Bij inspectie van de oksel ziet de huisarts een geïndureerd rood gebied met enkele fistelopeningen, waar bij manipulatie pus uit komt.  

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Acne vulgaris
B
Cellulitis
C
Hydradenitis suppurativa
D
Sinus pilonidalis

Slide 30 - Quizvraag

Vraag 16
Een 55 jarige dame werkt voor een uitzendbureau in de verzorging. Op 1 augustus gaat ze door haar rug en is ze 3 weken thuis. Ze werkt daarna twee weken, dan krijgt ze 5 september griep en is een week met koorts thuis. Als ze 26 september weer twee weken aan het werk is, blijkt haar moeder ongeneeslijk ziek. Dat kan ze heel moeilijk aan en ze kan niet werken. Op 10 oktober komt ze bij het UWV:

Slide 31 - Tekstslide

wanneer is haar eerste arbeidsongeschiktheidsdag?
A
1 augustus (door de rug gegaan)
B
5 September (ziekmelding griep)
C
26 september (moeder ziek)
D
10 oktober (1e afspraak UWV)

Slide 32 - Quizvraag

Vraag 17
De huisarts ziet een patiënt met een acuut ontstaan rood oog rechts. De patiënt heeft hevige pijn, is lichtschuw en heeft een verminderd gezichtsvermogen. Bij navraag zegt de patiënt halo''s rond lichtpunten te zien. Bij inspectie blijkt de pupil rechts middelwijd en lichtstijf. 

Slide 33 - Tekstslide

Welke van onderstaande aandoeningen is het meest waarschijnlijk?
A
Acuut glaucoom
B
Cornea erosie
C
Iridocyclitis
D
Keratitis

Slide 34 - Quizvraag

Vraag 18
Jonathan is een 36-jarige vrachtwagenchauffeur met visusklachten. Hij merkt eerst dat hij onzeker werd tijdens de winter, na enkele bijna aanrijdingen in de schemer. Twee jaar geleden heeft hij een ernstig ongeval gehad, waarbij hij een auto van rechts niet heeft gezien. Gelukkig zijn er geen slachtoffers gevallen, maar er was wel aanzienlijke schade. Jonathan is nu recent gediagnosticeerd met retinitis pigmentosa. Nachtblindheid was zijn eerste symptoom. Hij krijgt nu ook gezichtsveldbeperkingen, uiteindelijk zal dat kokerzien worden. Hij durft niet meer te rijden. 

Slide 35 - Tekstslide

Hoe beoordeel je zijn WIA-aanvraag? 
  1.  Hij heeft wel een ziekte, maar kan nog wel werken. Ik maak een FML (functionele mogelijkhedenlijst).
  2. Hij heeft een ziekte, die is progressief en wordt niet beter, hij is volledig arbeidsongeschikt, IVA (Inkomens­verzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.)
  3. Hij heeft een ziekte, maar dat had hij al vanaf zijn jeugd. Hij kan dus geen WIA krijgen.
  4. Hij heeft een ziekte, maar niet durven rijden is geen reden voor WIA.

Slide 36 - Tekstslide

Hoe beoordeel je zijn WIA-aanvraag?
A
Wel ziekte, FML
B
Wel ziekte, IVA
C
Vanaf jeugd, geen WIA
D
Geen ziekte, geen WIA

Slide 37 - Quizvraag

Vraag 19
Een 32-jarige vrouw meldt zich bij de huisarts met de vraag om haar menstruatie uit te stellen voor als ze op vakantie gaat. Ze gebruikt momenteel geen anticonceptie, maar wil niet structureel de anticonceptiepil gaan slikken. Ze vertrekt over 4 dagen op vakantie en ze wil haar menstruatie uitstellen voor de gehele vakantie (8 dagen). 

Slide 38 - Tekstslide


Wat adviseer je deze patiënte?
A
Ze kan dit alleen uitstellen met de anticonceptiepil
B
Starten oestrogeen-preparaat (oestradiol)
C
Starten progesteron-preparaat (lynestrenol)
D
Starten progesteron-preparaat (norethisteron)

Slide 39 - Quizvraag

Vraag 20: Een vrouw solliciteert naar een functie als arts en de sollicitatieprocedure is nog in volle gang. Welke rol speelt een eventuele aanstellingskeuring in deze procedure? Een aanstellingskeuring:
A
is wettelijk verboden
B
Mag alleen plaatsvinden indien de sollicitante is aangenomen mits een positief keuringsrapport volgt.
C
Mag alleen plaatsvinden na het sollicitatiegesprek
D
Mag alleen plaatsvinden voorafgaande aan het sollicitatiegesprek

Slide 40 - Quizvraag

Vraag 21
Een 75-jarige vrouw komt bij de huisarts omdat ze sinds 2 weken twee jeukende, bruinzwarte en ruw aanvoelende afwijkingen onder haar linker borst heeft opgemerkt. Inspectie toont twee donkerbruine, papillomateuze, scherp begrensde laesies die ongeveer 1 cm groot zijn (zie foto voor voorbeeld). 

Slide 41 - Tekstslide

Vraag 22: Welke van de volgende infectieziekten vereist individuele melding van gevallen, om de verspreiding te helpen voorkomen, zoals geregeld in de Wet publieke gezondheid?
A
Varicella
B
Kinkhoest
C
Hand-voet- mond ziekte
D
Rotavirus

Slide 42 - Quizvraag

Vraag 23
Een vrouw van middelbare leeftijd komt op het spreekuur met klachten van vermoeidheid, duizeligheid en af en toe een dof gevoel in de vingers. In de familie komen er geen hematologische aandoeningen voor. Je besluit om labonderzoek in te zetten. Het vitamine D gehalte is normaal. Het vitamine B12 gehalte valt binnen de normale range, maar is wel aan de lage kant. Het MCV is licht verhoogd en het Hb is verlaagd.

Slide 43 - Tekstslide

Welk aanvullend onderzoek is in dit geval geïndiceerd?
A
Een gastroscopie om een gastritis uit te sluiten
B
Nabepaling van methylmalonzuur en homocysteïne om een functionele B12 deficiëntie uit te sluiten
C
LDH en Haptoglobine nabepalen om een hemolytische anemie uit te sluiten

Slide 44 - Quizvraag

Vraag 24: Wat is het eerste middel van keuze bij vrouwen met een chlamydia infectie?
A
Ceftriaxon
B
Azitromycine
C
Doxycycline
D
Dit is afhankelijk van de lokatie

Slide 45 - Quizvraag