Blok 2 les 2 Woordenschat (verslagleggen bespreken)
1 / 30
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het departement
A
een afdeling van de overheid die zich met een bepaald onderwerp bezighoudt
B
wezenlijk, diepgaand
C
de toelichting van iets in details
Slide 9 - Quizvraag
De specificatie
A
een afdeling van de overheid die zich met een bepaald onderwerp bezighoudt
B
wezenlijk, diepgaand
C
de toelichting van iets in details
Slide 10 - Quizvraag
het beginsel
A
onschendbaar, niet vatbaar voor ziekte of vergif
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
het proefmodel
Slide 11 - Quizvraag
Fundamenteel
A
een afdeling van de overheid die zich met een bepaald onderwerp bezighoudt
B
wezenlijk, diepgaand
C
de toelichting van iets in details
Slide 12 - Quizvraag
constateren
A
Het uitgangspunt, het principe
B
wezenlijk, diepgaand
C
vaststellen
D
van mindere kwaliteit
Slide 13 - Quizvraag
de passage
A
Het uitgangspunt, het principe
B
wezenlijk, diepgaand
C
vaststellen
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 14 - Quizvraag
inferieur
A
nul, niets
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
van mindere kwaliteit
Slide 15 - Quizvraag
uitweiden
A
nul, niets
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
uitgebreid over iets spreken
Slide 16 - Quizvraag
het prototype
A
een afdeling van de overheid die zich met een bepaald onderwerp bezighoudt
B
wezenlijk, diepgaand
C
de toelichting van iets in details
D
het proefmodel
Slide 17 - Quizvraag
Immuum
A
onschendbaar, niet vatbaar voor ziekte of vergif
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
het proefmodel
Slide 18 - Quizvraag
het mankement
A
Het uitgangspunt, het principe
B
het gebrek, het defect
C
vaststellen
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 19 - Quizvraag
specificatie
A
een afdeling van de overheid die zich met een bepaald onderwerp bezighoudt
B
wezenlijk, diepgaand
C
de toelichting van iets in details
D
het proefmodel
Slide 20 - Quizvraag
het mankement
A
in de juiste tijdsvolgorde
B
het gebrek, het defect
C
zonder ergens speciale aandacht aan te geven
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 21 - Quizvraag
uitweiden
A
onschendbaar, niet vatbaar voor ziekte of vergif
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
uitgebreid over iets spreken
Slide 22 - Quizvraag
nihil
A
nul, niets
B
wezenlijk, diepgaand
C
het uitgangspunt, het principe
D
uitgebreid over iets spreken
Slide 23 - Quizvraag
het beginsel
A
Het uitgangspunt, het principe
B
wezenlijk, diepgaand
C
vaststellen
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 24 - Quizvraag
fundamenteel
A
Het uitgangspunt, het principe
B
wezenlijk, diepgaand
C
vaststellen
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 25 - Quizvraag
achteloos
A
Het uitgangspunt, het principe
B
het gebrek, het defect
C
zonder ergens speciale aandacht aan te geven
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 26 - Quizvraag
de passage
A
Het uitgangspunt, het principe
B
het gebrek, het defect
C
zonder ergens speciale aandacht aan te geven
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 27 - Quizvraag
chronologisch
A
in de juiste tijdsvolgorde
B
het gebrek, het defect
C
zonder ergens speciale aandacht aan te geven
D
gedeelte uit een geschreven stuk
Slide 28 - Quizvraag
achteloos
A
in de juiste tijdsvolgorde
B
het gebrek, het defect
C
zonder ergens speciale aandacht aan te geven
D
gedeelte uit een geschreven stuk
