quiz spijsvertering

Stelling I: In de mondholte bevinden zich 3 paar verschillende speekselklieren.
Stelling II : De vertering van koolhydraten start in de mondholte door het enzym
amylase.

A
Stelling 1 is juist, stelling2 is onjuist.
B
Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Stelling I: In de mondholte bevinden zich 3 paar verschillende speekselklieren.
Stelling II : De vertering van koolhydraten start in de mondholte door het enzym
amylase.

A
Stelling 1 is juist, stelling2 is onjuist.
B
Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 1 - Quizvraag

Stelling I: Het strottenklepje sluit de neusholte af bij het slikken.
Stelling II: De huig sluit de luchtpijp af bij het slikken.

A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

Als je op je hoofd staat kan er gewoon voedsel naar je maag gaan.
A
Ja, dit kan door de peristaltiek.
B
Ja, dit kan door de zwaartekracht.
C
Nee, dit kan niet.
D
Ja, dit kan als je de adem inhoudt

Slide 3 - Quizvraag

Waarvoor dient het stofje Intrinsic Factor in de maag?
A
Om eiwitten te verteren.
B
Om te zorgen dat vitamine B12 kan worden opgenomen in de dunne darm.
C
Om bacteriën te doden.
D
Om te zorgen voor peristaltiek in de maag

Slide 4 - Quizvraag

Stelling I: Gal emulgeert vetten in de 12 vingerige darm.
Stelling II: Gal en alvleeskliersap komen beiden via de papil van Vater in de 12-vingerige darm terecht.

A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 2 is juist, stelling 1 is onjuist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 5 - Quizvraag

Waarvoor dient het enzym Lipase?
A
Om te zorgen dat vitamine B12 kan worden opgenomen in de dunne darm.
B
Om koolhydraten te verteren.
C
Om eiwitten te verteren.
D
Om vetten te verteren.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

welk orgaan is dit

Slide 8 - Open vraag

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goede volgorde.
mond
slokdarm
maag
dunne darm
dikke darm
anus

Slide 9 - Sleepvraag

Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Opname van voedingsstoffen
Afvoeren van voedingsresten
Vervoeren 
Opname van water en zouten
Verteren
Kauwen

Slide 10 - Sleepvraag

Welke onderstaande functies behoort niet tot de functies van de lever?
A
afbraak van eiwitten.
B
Opslag van gal.
C
c. Koolhydraatstofwisseling.
D
Ontgifting.

Slide 11 - Quizvraag