Conjunctuur

Conjunctuur
Vandaag:
Conjunctuur?
Anti- cyclisch begrotingsbeleid
Automatische conjunctuurstabilisatoren


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Conjunctuur
Vandaag:
Conjunctuur?
Anti- cyclisch begrotingsbeleid
Automatische conjunctuurstabilisatoren


Slide 1 - Tekstslide

Conjunctuur

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurd er in de economie? (kies uit neergang, recessie of opleving)
1 coronacrises
2 coronacrises duurt langer dan 2 jaar
3 loonsverhoging voor 80 % procent van de beroepsbevolking
4 Producten in het buitenland worden goedkoper 

Slide 5 - Tekstslide

Overbesteding/ Onderbesteding
prijzen gaan dalen, prijzen gaan stijgen, voorraden dalen, , werkgelegenheid is groot, weinig werkgelegenheid, voorraadvorming, effectieve vraag is kleiner dan de capaciteit, effectieve vraag is groter dan de capaciteit

Slide 6 - Tekstslide

Overbesteding
Effectieve vraag is groter dan de productiecapaciteit
Werkgelegenheid is hoog
Voorraden dalen
Prijzen gaan stijgen 

Slide 7 - Tekstslide

Onderbesteding
Effectieve vraag is kleiner dan de capaciteit
Weinig werkgelegenheid
Voorraadvorming
Prijzen gaan dalen

Slide 8 - Tekstslide

Effectieve vraag
Wat is de effectieve vraag?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

anticyclisch begrotingbeleid
Schrijf op : hoogconjunctuur en laagconjunctuur en verdeel de volgende korten zinnen hieronder; belastingen verhogen, belastingen verlagen, investeringen verhogen, investeringen verlagen, consumptie moet verminder, consumptie moet vermeerderen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Automatische conjunctuurstabilisatoren?
Wat zou dit überhaupt kunnen betekenen?
Wat is er in Nederland geregeld zodat de economie niet direct in elkaar zakt tijdens een laagconjunctuur?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hebben werkloosheidsuitkeringen een dempende invloed op een neergaande conjunctuur?
A
JA
B
NEE

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zou je laag conjunctuur ook kunnen noemen?
A
Economische crisis
B
Recessie
C
Dipje

Slide 17 - Quizvraag

wat gebeurt er bij een laag conjunctuur?
consumenten en bedrijven:
A
investeren meer
B
stellen aankopen uit
C
investeringen blijven gelijk
D
gaan failliet

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent conjunctuur?
A
Het is een ander woord voor economie
B
De schommelingen van de economische groei
C
De economie krimpt
D
De economie stijgt

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de ontwikkeling van de conjunctuur in 2012/2013
A
Die gaat van een laagconjunctuur meer naar de gemiddelde groei
B
Die gaat van een hoogconjunctuur naar een situatie van overbesteding
C
De groei van de economie is bovengemiddeld maar neemt wel af

Slide 20 - Quizvraag

Wat is hoog conjunctuur?
A
Er is veel conjunctuur in de economie
B
De economie is herstellende van een crisis
C
alle antwoorden zijn correct
D
Het gaat goed met de economie

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan de overheid doen om de conjunctuur af te remmen?
A
Meer overheidsbestedingen
B
Belastingtarieven verlagen
C
Verhogen inkomstenbelasting

Slide 22 - Quizvraag

Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden extra geld achter de hand

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vinden de "keynesianen" dat je moet reageren op conjunctuur schommelingen?
A
De overheid moet de markt met rust laten
B
De ECB moet de geldperzen aan zetten
C
De overheid moet actief de economie stimuleren
D
Laissez faire

Slide 24 - Quizvraag

Hoe vinden de "klassieken" dat je moet reageren op conjunctuur schommelingen?
A
De overheid moet het monitoren
B
De ECB fixt het wel
C
De overheid moet ingrijpen
D
De markt regelt zelf dat deze in evenwicht komt

Slide 25 - Quizvraag

Ik heb zin in de vakantie..
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik heb zin in kerst en O&N
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik ga meneer Bello missen
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll