Leerlokaal 'Nederlands' juist
1 / 29
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Mondelinge taalvaardigheid
Schriftelijke taalvaardigheid
Taalbeschouwing
Rijke en gevarieerde teksten beluisteren en begrijpen
Strategieën gebruiken bij het luisteren
Rijk en gevarieerd spreken
Strategieën gebruiken bij het spreken
Verzorgd spreken en presenteren
Gesprekken voeren
Teksten decoderen en vloeiend lezen
Rijke en gevarieerde teksten lezen en begrijpen
Strategieën gebruiken bij het lezen
Gemotiveerd zijn om te lezen – literatuur beleven
Rijke en gevarieerde teksten schrijven
Strategieën gebruiken bij het schrijven
Tekstverzorging en presentatie bij het schrijven
Nadenken over en hanteren van non-verbale communicatie
Nadenken over en toepassen van taalgebruik en taalgedrag vanuit het communicatiemodel
Nadenken over en toepassen van het taalsysteem: betekenis geven aan woorden en woordgroepen, letterlijke en figuurlijke taal
Nadenken over en toepassen van het taalsysteem: klanken, klankgroepen, letters, vorming en spelling van woorden
Nadenken over en toepassen van het taalsysteem: woordsoorten en hun kenmerken
Nadenken over en toepassen van het taalsysteem: zinnen, zinsdelen en interpunctie
Nadenken over en toepassen van het taalsysteem: tekststructuur en vormkenmerken van teksten
(Inter)culturele gerichtheid
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
Plezier beleven aan taal, het spelen met taal en het nadenken over taal.
Slide 11 - Woordweb
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
De meertalige identiteit erkennen, de eigen meertaligheid durven inzetten en/of meertalig willen worden.
Slide 12 - Woordweb
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
Beseffen dat de beheersing van de Nederlandse taal in onze lokale samenleving kansen biedt tot leren.
Slide 13 - Woordweb
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
Beseffen dat de beheersing van de Nederlandse taal in onze lokale samenleving kansen biedt tot verbinding.
Slide 14 - Woordweb
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
Bereid zijn mondeling en schriftelijk te communiceren.
Slide 15 - Woordweb
Wat begrijp je onder deze attitude?
Wat verwacht je dan van wie?
Hoe leer je dat aan?
Hoe evalueer je dat?
Bereid zijn om Nederlands correct en verzorgd te gebruiken.
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Tekstslide
De leerlingen gebruiken de term afleiding – voorvoegsel – achtervoegsel
Thema - leerlijn - fase - nummer
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen kunnen open gesprekken houden en fantaseren
Thema - leerlijn - fase - nummer
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen kunnen gebruik maken van ondersteunende digitale mogelijkheden bij het lezen van teksten
Thema - leerlijn - fase - nummer
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen kunnen genieten van interactief voorgelezen worden.
Thema - leerlijn - fase - nummer
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
In welke leerlijn heb je enkel doelen in fase 3
Slide 23 - Open vraag
Welke doelen worden er in de kleuterklas ingezet om schrijfvaardigheid te stimuleren?
Slide 24 - Open vraag
Welk materiaal heb je nodig als leerkracht om aan de slag te gaan binnen Leer Lokaal?
Waar vind je dit terug?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
GELIJKENISSEN EN VERSCHILLEN
