Je kent de bouw van het oog en kunt uitleggen hoe licht door de verschillende onderdelen gaat.
Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
Je kent de termen bijziendheid en verziendheid en kan deze in termen uitleggen met het begrip accomodatie, lens en oogbol.
--> Maak 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9