VP LE 04.08 Herhaling afweer, immuniteit

De afweer van het lichaam tegen alle mogelijke ziekteverwekkers noemen we...
A
a-specifieke afweer
B
specifieke afweer
C
uitwendige afweer
D
inwendige afweer
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Anatomie/fysiologieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De afweer van het lichaam tegen alle mogelijke ziekteverwekkers noemen we...
A
a-specifieke afweer
B
specifieke afweer
C
uitwendige afweer
D
inwendige afweer

Slide 1 - Quizvraag

Waartoe rekenen we de huid....
A
A-specifieke afweer
B
Eerste linie
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 2 - Quizvraag

Wat valt er onder de eerste linie
A
Vagina
B
Huid
C
Darmslijmvlies
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Granulocyten
A
Zijn fagocyten - horen tot de eerste afweerlinie
B
Zijn fagocyten - horen tot de tweede afweerlinie
C
Zijn erytrocyten - horen tot de 2e afweerlinie
D
Zijn leukocyten en horen tot de a-specifieke afweer

Slide 4 - Quizvraag

Wat verstaan we onder specifieke afweer?

Slide 5 - Open vraag

Wat verstaan we onder een killercel?
A
Een fundamentalistische beweging
B
Een interferon
C
Een lymfocyt die in de zwezerik is gevormd
D
Een antigeen

Slide 6 - Quizvraag

Wat versta je onder een antigeen?
A
Synoniem voor antichaam
B
Iemand die overal tegen is
C
Een eiwit wat een cel zijn kenmerk geeft
D
Een stof die door een ziekteverwekker gevormd word

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel bloedgroepen kennen we?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel rhesusfactoren kennen we?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Wat verstaan we onder antilichaam?
A
Ziekteverwekker
B
Auto immuun ziekte
C
Immunoglobuline
D
Vaccin

Slide 10 - Quizvraag

Antilichaam
Ook immunoglobuline genoemd. Eiwitten, geproduceerd door het lichaam, en betrokken bij het afweersysteem. De rol van antilichamen is het herkennen en neutraliseren van lichaamsvreemde eiwitten zoals bacteriën en virussen.

Slide 11 - Tekstslide

We kennen 2 soorten lymfocyten namelijk B en T lymfocyten. B lymfocyten worden gemaakt in...
A
Beenmerg
B
Lymfestelsel
C
Milt
D
Lever

Slide 12 - Quizvraag

En de T lymfocyten worden gemaakt in...
A
Testes
B
Thymus
C
Tibia
D
Tenusa

Slide 13 - Quizvraag

Welke bloedgroep is de universele ontvanger?
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 14 - Quizvraag

Als je iemand met bloedgroep 0 positief een transfusie geeft met 0 negatief bloed dan...
A
Is dat geen probleem
B
Is dat levensgevaarlijk
C
Kan wel maar eerst testen (kruisproef)
D
Kan niet, maar andersom kan wel

Slide 15 - Quizvraag

Een zwangere met rhesus + bloedgroep die zwanger is van een rhesus - baby
A
Krijgt na de geboorte anti D
B
Krijgt na de geboorte géén anti D
C
Een vrouw met rh + kan niet zwanger zijn van een Rh - baby
D
Krijgt haar baby d.m.v. een sectio ceasarea (keizersnede)

Slide 16 - Quizvraag

Als beide ouders bloedgroep A hebben dan krijgen hun kinderen ...
A
Allemaal bloedgroep A
B
Bloedgroep A of 0
C
Allemaal A negatief
D
Allemaal A positief

Slide 17 - Quizvraag

De organen die tot het lymfatisch systeem behoren zijn: A lever, B milt, C thymus, D tonsillen (keelamandelen)
A
A is onjuist
B
B is onjuist
C
C is onjuist
D
D is onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De vagina beschermt zichzelf tegen bacteriën en virussen van buitenaf door
A
Slijmvlies
B
Zuurgraad (bacterie van Döderlein)
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 19 - Quizvraag

Het darmslijmvlies ....
A
Behoort tot de tweede afweerlinie
B
Bevat de plaques van Peyer
C
Is onderdeel van de specifieke afweer
D
Zorgt voor immuniteit

Slide 20 - Quizvraag

De E-coli bacterie...
A
Is schadelijk voor de mens
B
Komt in Nederland nauwelijks voor
C
Is niet schadelijk voor de mens
D
Is ongevoelig voor antibiotica (resistent)

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide