De afweer van het lichaam tegen alle mogelijke ziekteverwekkers noemen we...
A
a-specifieke afweer
B
specifieke afweer
C
uitwendige afweer
D
inwendige afweer
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Anatomie/fysiologieMBOStudiejaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De afweer van het lichaam tegen alle mogelijke ziekteverwekkers noemen we...
A
a-specifieke afweer
B
specifieke afweer
C
uitwendige afweer
D
inwendige afweer
Slide 1 - Quizvraag
Waartoe rekenen we de huid....
A
A-specifieke afweer
B
Eerste linie
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout
Slide 2 - Quizvraag
Wat valt er onder de eerste linie
A
Vagina
B
Huid
C
Darmslijmvlies
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 3 - Quizvraag
Granulocyten
A
Zijn fagocyten - horen tot de eerste afweerlinie
B
Zijn fagocyten - horen tot de tweede afweerlinie
C
Zijn erytrocyten - horen tot de 2e afweerlinie
D
Zijn leukocyten en horen tot de a-specifieke afweer
Slide 4 - Quizvraag
Wat verstaan we onder specifieke afweer?
Slide 5 - Open vraag
Wat verstaan we onder een killercel?
A
Een fundamentalistische beweging
B
Een interferon
C
Een lymfocyt die in de zwezerik is gevormd
D
Een antigeen
Slide 6 - Quizvraag
Wat versta je onder een antigeen?
A
Synoniem voor antichaam
B
Iemand die overal tegen is
C
Een eiwit wat een cel zijn kenmerk geeft
D
Een stof die door een ziekteverwekker gevormd word
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel bloedgroepen kennen we?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel rhesusfactoren kennen we?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Wat verstaan we onder antilichaam?
A
Ziekteverwekker
B
Auto immuun ziekte
C
Immunoglobuline
D
Vaccin
Slide 10 - Quizvraag
Antilichaam
Ook immunoglobuline genoemd. Eiwitten, geproduceerd door het lichaam, en betrokken bij het afweersysteem. De rol van antilichamen is het herkennen en neutraliseren van lichaamsvreemde eiwitten zoals bacteriën en virussen.
Slide 11 - Tekstslide
We kennen 2 soorten lymfocyten namelijk B en T lymfocyten. B lymfocyten worden gemaakt in...
A
Beenmerg
B
Lymfestelsel
C
Milt
D
Lever
Slide 12 - Quizvraag
En de T lymfocyten worden gemaakt in...
A
Testes
B
Thymus
C
Tibia
D
Tenusa
Slide 13 - Quizvraag
Welke bloedgroep is de universele ontvanger?
A
A
B
B
C
AB
D
0
Slide 14 - Quizvraag
Als je iemand met bloedgroep 0 positief een transfusie geeft met 0 negatief bloed dan...
A
Is dat geen probleem
B
Is dat levensgevaarlijk
C
Kan wel maar eerst testen (kruisproef)
D
Kan niet, maar andersom kan wel
Slide 15 - Quizvraag
Een zwangere met rhesus + bloedgroep die zwanger is van een rhesus - baby
A
Krijgt na de geboorte anti D
B
Krijgt na de geboorte géén anti D
C
Een vrouw met rh + kan niet zwanger zijn van een Rh - baby
D
Krijgt haar baby d.m.v. een sectio ceasarea (keizersnede)
Slide 16 - Quizvraag
Als beide ouders bloedgroep A hebben dan krijgen hun kinderen ...
A
Allemaal bloedgroep A
B
Bloedgroep A of 0
C
Allemaal A negatief
D
Allemaal A positief
Slide 17 - Quizvraag
De organen die tot het lymfatisch systeem behoren zijn: A lever, B milt, C thymus, D tonsillen (keelamandelen)
A
A is onjuist
B
B is onjuist
C
C is onjuist
D
D is onjuist
Slide 18 - Quizvraag
De vagina beschermt zichzelf tegen bacteriën en virussen van buitenaf door