Hebben - Have got


Hebben- Have got
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Hebben- Have got

Slide 1 - Tekstslide

Personen
Denk aan het rijtje met de verschillende personen
Enkelvoud                     meervoud
I        = ik                           we   = wij
you  = jij                           you =  jullie
she = zij                          they = zij/hun
he    = hij
it       = het

he +  she + it = SHIT
SHIT

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht


Op de volgende pagina staan in de groene vakken de personen 
Sleep de zinnen naar het juiste rode vak.

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoud
Meervoud
I
You
she
he
it
we
they

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is de vertaling van "they"
A
wij
B
hij
C
hun
D
het

Slide 5 - Quizvraag

Have got

I have got a ticket
You have got a ticket
She/ he/ it  has got a ticket

We have got a ticket
You have got a ticket
They have got a ticket

De korte vorm

I 've got a ticket
You've got a ticket
She's / he's/ it's got a ticket

We've got a ticket
You've got a ticket
They've got a ticket

Slide 6 - Tekstslide

De verkorte vorm
De verkorte vorm betekent:

  • Je schrijft niet alle letters op.
  • De letters die je weglaat, zijn de letters die je niet uitspreekt.
  • Op de plek waar de letters weggelaten worden, schrijf je een hoge komma.

Slide 7 - Tekstslide

Welke letter(s) zijn weggelaten bij de verkorte vorm van:
"We've got a ticket"
A
ha
B
have
C
as
D
a

Slide 8 - Quizvraag

Welke letter(s) zijn weggelaten bij de verkorte vorm van:
"She's got a ticket"
A
ha
B
have
C
i
D
a

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin (nen) zijn goed?
A
I've got a concert tonight
B
You'got a concert tonight
C
He 's got a concert tonight
D
She've got a concert tonight

Slide 10 - Quizvraag

Niet hebben - haven't got
Als je iets niet hebt, zeg je in het Engels "have not got"
Dat spreek je niet zo uit en daarom schrijf je het ook anders

                          Haven't got                 of                  hasn't got

Je laat de o weg en je schrijft een hoge komma

Slide 11 - Tekstslide

Haven't  got


I haven't got a ticket
You haven't got a ticket
She/ he/ it hasn't got a ticket
We haven't got a ticket
You haven't got a ticket
They haven't got a ticket

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht


Op de volgende pagina staan 4 zinnen
Sleep de zinnen naar het juiste rode vak.

Slide 13 - Tekstslide

haven't got
hasn't got
We...... a school band
Ilse ..... a loud voice.
Harry and I ..........green eyes.
This band ......... two singers.

Slide 14 - Sleepvraag

Well Done!






Goed gedaan, je bent nu helemaal klaar!



Slide 15 - Tekstslide