5

• Muziek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Examentraining Muziek H4, V4 & V5

A capella - Syllabisch - Melismatisch - Syncope - Portato - Staccato - Legato - Polyfonie - Homofonie - Terassendynamiek - Overgangsdynamiek - Accelerando - Ritenuto - Crescendo - Decrescendo - Syncope - Ostinaat - Albertijnse bas - Arpeggio - Leidmotief - Contrast - Triool - Fermate - Sequens - Pizzicato - Arco - Atonale muziek - Roffel - Rubato - Vormschema

Deze vorm van gebroken akkoorden noem je een:

1-16

Antwoord: C

Wat is een arpeggio?

Antwoord: Een gebroken akkoord, waarbij de noten van onder naar boven of van boven naar beneden gespeeld worden.

Bij een C akkoord speel je dan C E G of G E C

Geef de technische term voor het ritmische verschijnsel in maat 5.

Je hoort het fragment één keer

1-12

Antwoord: Syncope

1-15

We vergelijken twee fragmenten. Het tweede fragment is tevens het slot.
Noem twee verschillen tussen beide fragmenten. Ga bij je antwoord uit
van het tweede fragment.
Je hoort eerst fragment 1, daarna fragment 2, en dit twee keer.

fragment 2 (twee van de volgende):

− luider / vollere klank

− met accenten

− tweede helft sterker (in plaats van zachter)

− ritenuto (aan het eind)

− langere slottoon

Welke toonladder
zie je hier?

Hoe noem je de gestreken en geplukte speelwijze op een strijkinstrument?

Antwoord: 

Pizzicato = geplukt

Arco = gestreken

'Four on the floor beat' betekent..

1. de bassdrum klinkt op de 1ste en 3de tel van elke maat
2. de bassdrum klinkt op elke tel van de maat.