hv1b hoofdgedachte

HV1B - hoofdgedachte
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

HV1B - hoofdgedachte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Ik kan leesstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit teksten te halen.
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
3. Ik kan de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
4. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen en formuleren.
5. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen en formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Planning

  • Voor de vakantie
  • Uitleg hoofdgedachte
  • Opdracht maken + bespreken 

Slide 3 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 4 - Open vraag

Wat moet je allemaal lezen om het onderwerp te bepalen(bedenken)?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Tekst

Slide 7 - Tekstslide

Lees de tekst oriënterend.
Wat is het onderwerp van de tekst? Schrijf op: De tekst gaat over........

Slide 8 - Open vraag

Spaans koningspaar bekogeld met modder bij bezoek getroffen gebied


Lees de precies.
Markeer alle woorden die je niet kent.

Slide 9 - Tekstslide

Onbekende woorden
Opgeschort

Door noodweer getroffen

Belaagd

Schiet in het verkeerde keelgat

Slide 10 - Tekstslide

Onbekende woorden
Opgeschort - verplaatsen (er nog mee wachten, dus nu nog niet doen)

Door noodweer getroffen - aangetast, geschaad, aangevallen

Belaagd - aangevallen

Schiet in het verkeerde keelgat - verkeerd gevallen, komt niet goed over

Slide 11 - Tekstslide

De hoofdgedachte
De hoofdgedachte is in een zin samengevat waar de hele tekst over gaat, daarvoor moet je dus de hele tekst lezen.

De leesstrategie die daarbij hoort is precies lezen.


Slide 12 - Tekstslide

De hoofdgedachte
Het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte:
Onderwerp: waar gaat de tekst over? (in een paar woorden)
Is deze tekst bruikbaar voor mij?

Hoofdgedachte: wat is de boodschap van de schrijver?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vinden we de hoofdgedachte in een tekst?


Kunnen we de hoofdgedachte van deze tekst uit de laatste alinea halen?

Waarom is de laatste alinea toegevoegd?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vinden we de hoofdgedachte in een tekst?




Wat is het allerbelangrijkste in deze tekst? (de boodschap die de schrijver wil overbrengen)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het allerbelangrijkste in deze tekst? Vat het samen in één zin.

Slide 16 - Open vraag

Hoofdgedachte
Het koningspaar van Spanje werd tijdens hun bezoek bekogeld met modder, omdat mensen boos waren door de overstroming.

Slide 17 - Tekstslide

Nieuwe tekst

Slide 18 - Tekstslide

Noodweer Spanje bereikt nu ook Barcelona, luchthaven overstroomd 

Gebruik de juiste leesstrategieën.
  1. Wat is het onderwerp van de tekst? De tekst gaat over ....... (maak de zin kort af)
  2. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? Maak een volledige zin zonder te beginnen met ''De tekst gaat over..'' of iets wat daarop lijkt.
  3. De tekst kun je eigenlijk opdelen in twee onderwerpen. Welke twee onderwerpen? En welke alinea's horen bij elk onderwerp?
  4. Welk van de twee onderwerpen geeft het belangrijkste nieuws?

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag HV1
Cursus 1 Meer dan lezen § 3 Hoofdgedachte
Opdrachten 1 (vr 1 en 2), 2 en 3.

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een goed voorbeeld van het noteren van het onderwerp.
A
De tekst gaat over kranten die duurder worden.
B
Kranten worden duurder.
C
Sinds de komst van het internet, zijn kranten duurder geworden.
D
kranten, internet, duurder

Slide 21 - Quizvraag

Dit is een goed voorbeeld van het opschrijven van de hoofdgedachte.
A
Katten
B
Katten, gelukkiger, onderzoek, binnen/buiten
C
Buitenkatten blijken gelukkiger te zijn dan binnenkatten.
D
Zijn katten gelukkiger als ze buiten zijn?

Slide 22 - Quizvraag

Ik kan van een tekst bepalen wat de hoofdgedachte is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Leerdoelen
1. Ik kan leesstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit teksten te halen.
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
3. Ik kan de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
4. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen en formuleren.
5. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen en formuleren.

Slide 24 - Tekstslide

Alles behandeld van ''Meer dan lezen'' voor de toets.

Vergeet (werkwoord)spelling niet!

Hoofdletter en leestekens (punten en komma's)
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide