Exponentiële verbanden

Exponentiële verbanden
Pak je Ipad, schriften en rekenmachine
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Exponentiële verbanden
Pak je Ipad, schriften en rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Reproductiegetal

Slide 3 - Tekstslide

Reproductiegetal
Hoeveel mensen zijn besmet na 30 keer besmetten?

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
  • Start (5 min)
  • Uitleg (20 min)
  • Zelfstandig werken (20 min)
  •  Uitleg (15 min)
  • Zelfstandig werken (15 min)
  • Afsluiting (5 min)

Slide 5 - Tekstslide


40=
timer
0:10

Slide 6 - Open vraag

43=64
42=16
41=4
40=

Slide 7 - Tekstslide

43=64
42=16
41=4
40=1

Slide 8 - Tekstslide

Exponentiële functies
Algemene formule:
b = beginwaarde
g = groeifactor
x = exponent
Bv: Er zitten 30 fruitvliegjes in een pot. Iedere dag verdubbelt het aantal fruitvliegjes. Geef de formule voor het aantal fruitvliegjes F  na  dagen.

y=bgx
F=302t

Slide 9 - Tekstslide

Er zitten 30 fruitvliegjes in een pot. Iedere dag verdubbelt het aantal fruitvliegjes. Geef de formule voor het aantal fruitvliegjes na t dagen.
F=302t
t
0
1
2
3
4
20
F

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Er zitten 30 fruitvliegjes in een pot. Iedere dag verdubbelt het aantal fruitvliegjes. Geef de formule voor het aantal fruitvliegjes na t dagen.
F=302t
t
0
1
2
3
4
20
F
F=3020

Slide 12 - Tekstslide

Er zitten 30 fruitvliegjes in een pot. Iedere dag verdubbelt het aantal fruitvliegjes. Geef de formule voor het aantal fruitvliegjes na t dagen.
F=302t
t
0
1
2
3
4
20
F
F=3020
F=30

Slide 13 - Tekstslide

Geogebra

Slide 14 - Tekstslide

Bereken y als x = 5. Rond af op 2 decimalen.
y=31.2x

Slide 15 - Open vraag

Bereken y als x = 5. Rond af op 2 decimalen.
y=31.2x
y=31.25
y7.46

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet je van de groeifactor van deze grafiek

A. g > 1
B. g > 0
C. g < 1
D. g < 0

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je over de groeifactor?
A
g > 1
B
g > 0
C
g < 1
D
g < 0

Slide 18 - Quizvraag

Wat weet je van de groeifactor van deze grafiek

A. g > 1
B. g > 0
C. g < 1
D. g < 0

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • 20 min aan 12.4 exponentiële verbanden
  • Schrijf in je kladschrift
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

  • Vragen huiswerk?
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Ga naar lessonup
Pak je aantekeningenschrift

Slide 21 - Tekstslide

Groeifactor en procenten
Je zet €50,- op een spaarrekening en krijgt ieder jaar 20% rente.
Hoeveel geld heb je na 1 jaar?

Hoeveel na 2?

Hoeveel na 3?

Slide 22 - Tekstslide

Groeifactor bij percentage
Groeifactor bij percentage uitrekenen:
Procentuele toename:

Procentuele afname: 
groeifactor=1100percentage
groeifactor=1+100percentage

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld
Het aantal panda's neemt ieder jaar met 12% af. Bereken de groeifactor.
groeifactor=1100percentage
groeifactor=110012
groeifactor=10,12=0,88

Slide 24 - Tekstslide

Groeifactor en procenten
Bij een toename van 30% is de groeifactor 1,3
Bij 25% is de groeifactor 1,25
Bij 4% is die 1,04
Bij 1% is die 1,01

Slide 25 - Tekstslide

Groeifactor en procenten
Bij een afname van 17% is de groeifactor 0,83
Bij een afname van 60% is de groeifactor 0,4
Bij 37% is de groeifactor 0,63
Bij 3% is die 0,97
Bij 95% is die 0,05

Slide 26 - Tekstslide

Hoe groot is de groeifactor bij een spaarrekening met 3% rente?

Slide 27 - Open vraag

Ieder jaar neemt wereldwijd de hoeveelheid koraal met 2% af. Hoe groot is de groeifactor?

Slide 28 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • 15 min aan 12.4 exponentiële verbanden
  • Schrijf in je kladschrift
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

Slide 29 - Tekstslide

ABC formule

Slide 30 - Tekstslide