hst 14 paragraaf 2 "hefbomen en zwaartekracht"

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

14.2 "Hefbomen en zwaartekracht"

Leerdoelen

• Je kunt het massamiddelpunt in een balk bepalen.
• Je kunt uitleggen wat het massamiddelpunt van een voorwerp is.
• Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het massamiddelpunt niet boven het draaipunt ligt.

Massamiddelpunt

De spierkracht is  5 x kleiner, omdat de arm van de man 5 x groter is dan die van de zwaartekracht.

De man weegt 70 kg. De afstand van A tot P is 1,4 m. De afstand van P tot Z is 0,75 m. Bereken hoe zwaar de houten balk is (in kg).

Gebruik de momentenwet om de spankracht uit te rekenen. Er is evenwicht, dus geldt: 

                          M1 = M2

                     F1 x l1 = F2 x l2

                  

Gebruik de momentenwet om de spankracht uit te rekenen. Er is evenwicht, dus geldt: 

                          M1 = M2

                     F1 x l1 = F2 x l2

                   F1 x 2,5 = 8000 x 1

                   F1 = 8000 : 2,5 = 3200 N

De kracht in de kabel moet dus minimaal 3,2 kN zijn.

Gebruik de momentenwet om de spankracht uit te rekenen. Er is evenwicht, dus geldt: 

                          M1 = M2

                     F1 x l1 = F2 x l2

                   F1 x 2.5 = 8000 x 1

                   F1 = 8000 : 2,5 = 3200 N

Bereken de spankracht van de takelwagen op de auto in kN.

Bereken de spankracht in de kabel in kN.