Wij doen onze schoenen uit
omdat die vies zijn.
Omdat Eva geen geld meer heeft, moet ze extra veel werken.
Wij gaan een weekendje weg, als we vrij kunnen krijgen.
Mijn zus bracht mij naar school, toen mijn brommer kapot was.
Hoewel ik haar niet aardig vond, heb ik haar toch thuisgebracht.
Ik blijf vanavond thuis, want er komt een goede film op televisie.