Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
woensdag 2 februari
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Tekstslide
optreden
(scheidbaar werkwoord)
een voorstelling geven (
de voorstelling, het optreden
)
in het openbaar spreken; voor een groep mensen spreken
werkwoord: ik treed op, ik trad op, ik heb opgetreden
zin: De toneelspeler
treedt
op
in het theater.
zin: Door corona mochten de muzikanten lange tijd niet
optreden.
Slide 2 - Tekstslide
eenmaal
één keer
niet twee keer of drie keer, maar
één keer
zin:
De uitstroomgroep treedt eenmaal op voor de hele school.
zin: De docent zegt tegen de leerling: Ik vertel het je nog eenmaal, dat is de laatste keer!
Slide 3 - Tekstslide
bereid zijn
je vindt het
niet erg om iets te doen
geen bezwaar hebben
om iets te doen/ je
wilt
het wel
ww: ik ben bereid, ik was bereid, ik ben bereid geweest
zin: De docent
is bereid
om te praten met de leerling.
zin: Ik
ben bereid
om mee te werken met het onderzoek, zei ik tegen de politie.
Slide 4 - Tekstslide
uitgebreid (zijn/hebben)
iets wat
veel meer
is geworden
iets wat
groter
is geworden
de uitbreiding
zin: De stapel boeken
is
steeds meer
uitgebreid. (met werkwoord: zijn)
zin: Het huiswerk wordt elke dag meer, dat
heeft
de docent flink
uitgebreid. (met werkwoord: hebben)
Slide 5 - Tekstslide
Waar zie je hier mensen die
optreden?
A
B
C
D
Slide 6 - Quizvraag
Vul in:
Wij willen graag .................. om onze muziek te laten horen aan de leerlingen.
Slide 7 - Open vraag
Wat is een synoniem voor
eenmaal? ( dezelfde betekenis, ander woord)
A
overal
B
anders
C
één keer
D
twee keer
Slide 8 - Quizvraag
Maak een zin met het woord
eenmaal
Slide 9 - Open vraag
Als je bereid bent iemand te helpen dan.........
A
heb je geen zin om iemand te helpen.
B
vind je het niet erg om iemand te helpen.
Slide 10 - Quizvraag
bereid zijn
bereid zijn
Je vind iets onbegrijpelijk
Het verhaal wordt uitgebreid.
Je vind het niet erg om iemand te helpen.
Het verhaal is groter geworden.
Je begrijpt iets niet goed.
Je hebt geen bezwaar iemand te helpen.
Slide 11 - Sleepvraag
Welke kast is het meest uitgebreid met boeken?
A
B
Slide 12 - Quizvraag
Uitgebreid betekent:
A
iets is meer geworden
B
iets is minder geworden
C
iets is kleiner geworden
D
iets is evenveel gebleven
Slide 13 - Quizvraag
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden:
optreden, eenmaal,
bereid zijn, uitgebreid
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Dinsdag 17 januari 2023
Januari 2023
- Les met
23 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
8.2.3.
Juni 2024
- Les met
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Woordsoorten
November 2021
- Les met
38 slides
Taalsessie POP
Hoger onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Februari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordsoorten
April 2022
- Les met
27 slides
Taalsessie POP
Hoger onderwijs
SMS klas 5; De persoonsvorm herhalen.
Mei 2022
- Les met
22 slides
Taalles
Primary Education
Age 9,10
L13 WERKEN MET DIE WOORDEN
Mei 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Zinnen maken_PAARS
September 2023
- Les met
28 slides
NT2
Secundair onderwijs