2H - Spelling

2Hd
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2Hd

Slide 1 - Tekstslide

2H
Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling leerjaar 1
Lesdoelen
- Je kunt hoofdletters en leestekens correct gebruiken. 
- Je kunt bijvoeglijke naamwoorden correct schrijven. 
- Je kunt meervoudsvormen van een zelfstandig naamwoord correct schrijven. 
- Je kunt verkleinwoorden correct schrijven. 






















Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters
1. Aan het begin van een zin.
- Overmorgen gaan we...
- 3 kinderen gaan overmorgen...
2. Bij namen (van mensen/merken/bedrijven/landen/etc.)
- Hema
- Piet van der Heijden / meneer Van der Heijden
- België / Duits / Italiaan
3. Bij officiële feestdagen
- Kerstmis / eerste kerstdag / paasei
4. Bij religieuze zaken
- Bijbel / Koran / Jodendom / Christen / Boeddhist

Slide 4 - Tekstslide

Les 2
Lesdoelen
- Je kunt uitleggen wat leenwoorden zijn. 
- Je kent de meestvoorkomende spellingregels van Engelse en Franse leenwoorden. 
- Je kunt de meestvoorkomende Engelse en Franse leenwoorden correct schrijven. 

Huiswerk:
- Online: Spelling, paragraaf 3 -> opdracht 1 t/m 7 maken























Slide 5 - Tekstslide

Leenwoorden 
Regel + voorbeeld
Engels
Wanneer het laatste deel een voorzetsel is, gebruik je een koppelteken. -> back-up / walk-over / all-in
Engels
Samenstellingen schrijf je (anders dan de Engelse spelling) aan elkaar. -> latenightshow / voicemail
Frans
Gebruik een é è ê als dat nodig is voor de uitspraak. -> café / crèche / enquête

Slide 6 - Tekstslide

Les 3
Lesdoelen
- Je kunt uitleggen wat een samenstelling is. 
- Je kunt benoemen wanneer je een koppelteken moet gebruiken. 
- Je kunt woorden met een koppelteken correct schrijven. 

Huiswerk:
- Online: Spelling, paragraaf 3 -> opdracht 1 t/m 7
- Online: Spelling, paragraaf 4 -> opdracht 1 t/m 7























Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken
Samenstellingen die anders onoverzichtelijk zijn.
kop-en-schotel / doe-het-zelfzaak
langetermijngeheugen 
Samenstellingen met klinkerbotsing
mee-eter / milieu-inspecteur
politieauto / adoptieouder
Samenstelling met een letter/cijfer/afkorting/teken/St
vwo-diploma / $-teken
pincode
Aardrijkskundige samenstellingen
Noord-Brabant / Zuid-Italiaan / Best-West
Voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud- 
oud-leerling / ex-collega
Tweede deel van de samenstelling heeft een hoofdletter
niet-Nederlands / pro-Europees
Samenstelling met gelijkwaardige woorden
trainer-coach / rood-wit-blauw

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken of geen koppelteken?
A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord moet niet met een koppelteken?
A
ex-voetballer
B
ijsco-man
C
tosti-ijzer
D
make-up

Slide 10 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 11 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent

Slide 12 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 13 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
niet roker
B
niet-roker

Slide 14 - Quizvraag

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 15 - Quizvraag

Les 4
Lesdoelen
- Je kunt benoemen wanneer je een tussenletter schrijft bij samenstellingen. 
- Je kunt benoemen wanneer je geen tussenletter schrijft bij samenstellingen. 

Huiswerk:
Online: Spelling, paragraaf 5 -> opdracht 1 t/m 5























Slide 16 - Tekstslide

Tussenletter bij samenstellingen
De linkerhelft heeft geen meervoud.
rijstepap
De linkerhelft is iets waar er maar één van is. 
zonnebloem, maneschijn, koninginnesoep
De linkerhelft kent twee meervoudsvormen.
akten/aktes -> aktetas
groenten/groentes -> groentesoep
De linkerhelft is geen zelfstandig naamwoord. 
jokkebrok, spillebeen, rodekool
De linkerhelft is een versterkt bijvoeglijk naamwoord (figuurlijke betekenis)
beresterk, apetrots (vs. apenrots), stekeblind
S horen = S schrijven
moederskindje, wetsartikel
Vervang het rechterdeel bij twijfel
personeelschef want personeelsfeest
stationsstraat want stationsweg

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Maak in tweetallen een digitale quiz (Kahoot, LessonUp, etc.) over de spelling van tussenletters bij een samenstelling. De quiz moet bestaan uit 10 meerkeuzevragen.

Aan het einde van de les spelen we 2 willekeurig uitgekozen quizzen. 

Huiswerk:
- Online: Spelling, paragraaf 3 -> opdracht 1 t/m 7 (vorige les)
- Online: Spelling, paragraaf 4 -> opdracht 1 t/m 7 (nieuw)























timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Les 5
Lesdoelen
- Je kunt benoemen wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven en wanneer los. 
- Je kunt bepalen waar de klemtoon in een woord ligt. 

Deze les:
- Proefwerk op donderdag 13-2
- Leesboek (3) meenemen op maandag 17-2
Online: Spelling, paragraaf 6 -> opdracht 1 t/m 5

KLAAR? - 























Slide 19 - Tekstslide

Aan elkaar!
Samenstellingen van 2 of meer woorden
tuinstoel, schoenendoos, ijscoman
woorden die beginnen met: er, hier, daar of waar
eronder, ertussendoor, hierover, daarvandaan, waarvan
getallen met 'honderd' of 'duizend' -> als woord geschreven
zevenhonderd, achttienduizend
samengestelde werkwoorden
opbellen, afluisteren, pianospelen, stofzuigen
samengestelde bijvoeglijk naamwoorden
dichtbevolkt, roodgloeiend, vuurrood, afleidend
LOS! -> Als het woord meerdere klemtonen heeft.
sfeervol huis, supermooie wagen

Slide 20 - Tekstslide

Afsluitende les
Toets spelling 

Klaar?
1. Lezen in je leesboek (nieuwe halen in de mediatheek)

2. Werken aan je voorbereiding voor de oudergesprekken/ontwikkelgesprekken. 

3. Huiswerk/leren voor een ander vak. 























Slide 21 - Tekstslide