Loket proefles

Even voorstellen

Frans Kremer

Docent econonmie en informatica

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Even voorstellen

Frans Kremer

Docent econonmie en informatica

Slide 1 - Tekstslide

Proefles economie

Marketing Mix


Instrument product

Slide 2 - Tekstslide

Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om (meer) te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een engels woord voor winkel.

Slide 3 - Quizvraag

Wat weten jullie al van de Marketing mix?
Marketing mix

Slide 4 - Woordweb

P van Product
Vandaag gaat de les over Assortimentdimensies

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel verschillende artikelen kun je vinden bij Bol.com

Slide 6 - Open vraag

Breedte van het assortiment

De breedte van het assortiment is het aantal verschillende productgroepen waaruit het assortiment bestaat. Hoe meer verschillende productgroepen, hoe breder het assortiment.

Een warenhuis heeft een breed assortiment maar in een elektronicawinkel vind je ook veel

productgroepen. In een speciaalzaak kun je artikelen uit één of enkele productgroepen

kopen. Bijvoorbeeld een computerspeciaalzaak. Een speciaalzaak heeft een smal assortiment.





Bol.com heeft ongeveer 15 miljoen verschillende artikelen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel soorten Coca Cola zijn er ongeveer
A
8
B
12
C
16
D
20

Slide 8 - Quizvraag


Coca-Cola

Cherry coke

Coca-cola light

Coca cola zero Caffeine-Free

Coca-Cola Lemon

Coca-Cola C2

Coca Cola Lime

Coca-Cola Raspberry

Coca-Cola M5

Coca-Cola Blāk Cherry Vanilla

 Coca-Cola Citra

Coca-Cola Blāk

Coca-Cola light Sango

Coca-Cola Orange

Coca-Cola light plus

Coca-Cola Zero Caffeine Free



 



Niet al de bovenstaande
soorten worden nog gemaakt en ze zijn ook niet overal verkrijgbaar



Slide 9 - Tekstslide

DE DIEPTE VAN HET ASSORTIMENT





De diepte van eenassortiment is het aantal variantendat je van een productgroepverkoopt.

Bij varianten kun je denken aan maten, kleuren, smaken, modellen, prijsklassenen merken.

Hoe dieper het assortiment, hoe groter het aantalproductvarianten of merken.
Koop je een laptop in een warenhuis, dan heb je maar een beperkte keuze.

Ga je naar een computerspeciaalzaak, dan heb je een keuze uit heel veel merken,
modellen en prijsklassen.

Een speciaalzaak heeft een diep assortiment en een warenhuis heeft een ondiep assortiment.



Slide 10 - Tekstslide

Lees het artikel en bedenk wat er kan gebeuren

Slide 11 - Tekstslide

Winkelvoorraad in het geding door tekort aan truckers





 



 



 



 





BARENDRECHT – Winkels, tankstations en bedrijven dreigen binnen twee jaar
niet meer bevoorraad te kunnen worden door een snelgroeiend tekort aan
vrachtwagenchauffeurs.




Dat zegt brancheorganisatie Vern in het AD. Klaas de Waardt, voorzitter van
de organisatie voor mkb-wegtransport, waarschuwt minister Cora van
Nieuwenhuizen (VVD) dat de economie stil zal komen te liggen als er niet snel
wat gebeurt. Hij heeft een plan opgesteld om 11.000 gepensioneerde truckers
weer aan het werk te krijgen.



Dure nascholing voor
oudere vrachtwagenchauffeurs



Vorige week liet de minister aan de Tweede Kamer weten dat oudere
chauffeurs verplicht dure nascholing moeten volgen. Dit is naar aanleiding van
een besluit van de Europese Unie dat de chauffeurs niet meer zomaar ‘code 95’
bijgeschreven krijgen als zij hun rijbewijs verlengen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurt er als de chauffeurs niet meer kunnen rijden?

Slide 13 - Open vraag

DE LENGTE VAN HET ASSORTIMENT



Hiermee wordt bedoeld het totale aantal artikelen dat een
winkelier aanbiedt. Met een kort assortiment loopt de winkelier het risico nee te moeten
verkopen. Bijvoorbeeld: een elektronicawinkel heeft 25 wasmachines in voorraad. De lengte van
de wasmachines is 25.



Het risico is dat winkels nee moeten verkopen

Slide 14 - Tekstslide

Welke supermarkt is het goedkoopst?

Slide 15 - Woordweb

Wie is duurder met vleesproducten
A
Albert Heijn
B
Jumbo
C
Lidl
D
Slager

Slide 16 - Quizvraag

Leg in 3 zinnen uit waarom de slager naar alle waarschijnlijkheid duurder is

Slide 17 - Open vraag

DE
HOOGTE VAN HET ASSORTIMENT

Hoogte staat voor het prijsniveau van je assortiment. Zo kun je
vlees bij de supermarkt kopen, voor een gemiddeld lage prijs. Voor vlees bij de slager
betaal je doorgaans een hogere prijs.

De slager onderscheidt zijn hoge assortiment op
basis van kwaliteit.



Slide 18 - Tekstslide

Bij welke winkel lijken de artikelen op elkaar.
A
Bol.Com
B
Profile
C
Mediamarkt
D
Jumbo

Slide 19 - Quizvraag

DE
CONSISTENTIE VAN HET ASSORTIMENT

Een assortiment bestaat uit verschillende artikelen. De consistentie van het assortiment

is de samenhang tussen de artikelen. De meeste artikelen in een elektronicawinkel hebben te maken met beeld en geluid, telecom en navigatie, huishouden, games, films en muziek.



Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Tekstslide

Je hebt een onderdeel van marketing geleerd.


  1. De P van Product.
  2. De dimensies die gebruikt worden.
  3. Breedte van het assortiment
  4. Diepte van het assortiment
  5. Lengte van het assortiment
  6. Hoogte van het assortiment
  7. Consistentie van het assortiment

Slide 22 - Tekstslide

Einde van de presentatie. Je mag nu feedback geven op deze les.

Slide 23 - Open vraag