Heb je je pen, boek & schrift erbij?
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- Je kunt uitleggen wat het aanwijzend, vragend, betrekkelijk en onbepaald voornaamwoord is.
- Je kunt verschillende woordsoorten in de zin benoemen.
- wijst een mens, dier of ding aan
- deze, die, dit, dat, zulke, zo'n, dergelijke, zelf, hetzelfde, dezelfde
- kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar ook alleen
Ik hou niet van die grapjes.
Weet jij wie zo'n prachtige foto aan de muur heeft hangen?
Zulke opmerkingen ben ik niet van je gewend.
- staan meestal aan het begin van een vraag
- wie, wat, welke, wat voor (een)
- let op: wie en wat zijn geen vragend voornaamwoord als ze terugwijzen naar een eerdergenoemd woord
- waar, waarheen, wanneer, hoe zijn geen vragende voornaamwoorden
Wie van jullie wil even boodschappen doen?
Wat heb jij gisteren gedaan?
Naar welke film heb je gisteren gekeken?
- Je kunt uitleggen wat een samengestelde zin is.
- Je kunt in een samengestelde zin de hoofdzin en de bijzin benoemen.