Noteer van de onderstaande zinnen: pv, ow, wg OF ng.
* In 2021 verwoestte een vulkaanuitbarsting een deel van het eiland La Palma.
* Veel mensen zijn teleurgesteld in de huidige politiek.
timer
5:00
vwo
Noteer van de onderstaande zin: pv, ow, wg OF ng.
* De twee zussen Umeno en Koume zijn de oudste eeneiige tweeling ooit.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lees de theorie op blz. 214.
Log alvast in op LessonUp.
Maak de startopdracht.
Klaar? Begin aan paragraaf 5.
§5: Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Startopdracht:
2HA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
havo
Noteer van de onderstaande zinnen: pv, ow, wg OF ng.
* In 2021 verwoestte een vulkaanuitbarsting een deel van het eiland La Palma.
* Veel mensen zijn teleurgesteld in de huidige politiek.
timer
5:00
vwo
Noteer van de onderstaande zin: pv, ow, wg OF ng.
* De twee zussen Umeno en Koume zijn de oudste eeneiige tweeling ooit.
Slide 1 - Tekstslide
Hoofddoel: Je kunt bepalen of een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde bevat.
Plusdoel: Je kunt zelf zinnen maken met een wg en een ng.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
In deze les gaan we:
De startopdracht bespreken;
de uitleg behandelen van paragraaf 5;
checkmoment;
opdrachten paragraaf 5 maken;
de studiewijzer bijwerken en aanvullen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
* De twee zussen Umeno en Koume zijn de oudste eeneiige tweeling ooit.
pv = zijn
ow = De twee zussen Umeno en Koume
wg = -
ng = zijn [de oudste eeneiige tweeling ooit] (want het ow 'is' iets.
Havo:.
* In 2021 verwoestte een vulkaanuitbarsting een deel van het eiland La Palma.
pv = verwoestte
ow = een vulkaanuitbarsting.
wg = verwoestte (want het ow 'doet' iets)
ng = -
* Veel mensen zijn teleurgesteld in de huidige politiek.
pv = zijn
ow = veel mensen
wg = -
ng = zijn [teleurgesteld] (want het ow 'is' iets)
Vwo:.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ging de startopdracht?
😒🙁😐🙂😃
Slide 6 - Poll
Werkwoordelijk
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Ze zeggen wat het onderwerp (mens, dier of ding) doet of ondergaat. De persoonsvorm is altijd een onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, horen die er ook bij.
gezegde (wg)
Slide 7 - Tekstslide
Werkwoordelijk
Bepaal welke woorden werkwoorden zijn.
Deze woorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het wg. De bezorger heeft het pakketje gisteravond afgeleverd.
gezegde (wg)
Slide 8 - Tekstslide
"Lotte heeft de lasergamehighscore binnengesleept." Wat is het *werkwoord*elijk gezegde?
Slide 9 - Open vraag
Naamwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet. Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand of iets is of wordt. Dat is het verschil.
Let goed op: Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel en een [naamwoordelijk deel].
De voetbaltrainer is streng. ng = is [streng].
Slide 10 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Je vindt het naamwoordelijk gezegde in vier stappen:
1. Stel vast of er een koppelwerkwoord in de zin staat: zijn, worden, blijven, lijken, blijken, schijnen.
2. Stel vast of het onderwerp iets doet of iets is/wordt.
3. Wat + wg + onderwerp = naamwoordelijk deel.
4. Noteer het naamwoordelijk gezegde als volgt: pv + [nw. deel] + overige werkwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
Verschil tussen wg en ng herkennen
Stap 1: Noteer de persoonsvorm en het onderwerp
Stap 2: Vraag: doet het ow iets? Of is/wordt het ow iets?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.