Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 Staatsvorming en centralisatie

Staatsvorming & Centralisatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Staatsvorming & Centralisatie

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’
• Je kan uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.
• Je kan uitleggen hoe de staatsvorming en centralisatie in Duitsland mislukten en in Engeland op gang kwamen. 
• Je kan uitleggen hoe de Bourgondiërs begonnen de Nederlanden te verenigen. 
• Je kan uitleggen waarvoor de Staten-Generaal dienden in Frankrijk. 
• Je kan uitleggen hoe in Frankrijk de centrale overheid versterkt werd. 
• Je kan 3 oorzaken geven waardoor de centralisatie in Duitsland mislukte. 
• Je kan uitleggen wat het gevolg is van de Magna Carta. 
• Je kan uitleggen hoe de Salische Wet de Nederlandse politiek heeft beïnvloed.


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’

Slide 3 - Open vraag

0

Slide 4 - Video

Frankrijk
Oorzaken 100-jarige oorlog:
  1. Engelse claim op de Franse troon. 
  2. Engelse koning was een Franse leenheer. 
  3. Begin was voor de Engelsen tot Jean D'Arc. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom de 100-jarige oorlog een oorzaak was van de centralisatie

Slide 7 - Open vraag

Frankrijk
Gevolgen 100-jarige oorlog: 
  1. Engelsen verliezen bijna al het grondgebied behalve Calais. 
  2. De Franse koning kon zijn macht centraliseren. 
  3. De Franse koning ging zijn rijk vanaf één plek besturen. 

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

Noem drie manieren om te centraliseren

Slide 11 - Open vraag

Frankrijk
Voorbeelden van centralisatie van het Frans koningschap: 
  1. Koning hief belasting door zijn hele rijk. 
  2. Maakte wetten die voor het hele rijk golden. 
  3. Reageerden vanuit één hoofdstad. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom was het heffen van belasting zo belangrijk voor de Franse koning?

Slide 13 - Open vraag

Frankrijk
Doordat de belasting gecentraliseerd werd, kon de Franse koning duizenden ambtenaren en beroepsmilitairen betalen. 

Dit zijn de eerste vormen van de moderne staat. 

Slide 14 - Tekstslide

Frankrijk
  • De centrale  overheid werd ook versterkt door toenemende kwaliteit van rechters en ambtenaren. 
  • Hiervoor werden universiteiten opgericht. 
  • Ook werden er overheidsorganisaties opgericht zoals de rekenkamer. 
  • Daarnaast werden koningen sterker doordat er krachtigere wapens uitgevonden werden, waardoor zij ongehoorzame edelen sneller konden dwingen  om te luisteren.  

Slide 15 - Tekstslide

Duitsland
Duits koningschap: 
  1. Weinig centralisatie. 
  2. Vorsten waren de baas in hun eigen gebied. 
  3. Keurvorsten kozen de nieuwe koning/keizer. 

Slide 16 - Tekstslide

Engeland
Engels koningschap:
  • Willem de veroveraar stelde het leenstelsel in met Normandische leenheren. 
  • Stelde ambtenaren aan die belasting inden en rechtspraken. 
  • Ambtenaren maakte wetten voor het gehele koninkrijk. 

Slide 17 - Tekstslide

De Nederlanden
  1. Tot 1430 verschillende graven en hertogdommen.
  2. Na 1430 onder komen de Nederlanden onder 1 vorst: Filips de Goede van Bourgondie. 
  3. Maria van Bourgondie kleindochter van Filips trouwt met Maximiliaan waardoor de Nederlanden in handen komen van de Habsburgers 

Slide 18 - Tekstslide

De Nederlanden
Filips de Goede:
  1. Stelde centraal bestuur in. 
  2. Maakte Brussel de hoofdstad van zijn rijk. 
Karel de Stoute:
  1. Zette een centrale rechtbank op voor het Bourgondisch rijk. 

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’
• Je kan uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.

Slide 20 - Open vraag

Wat heeft Poetin moeten doen om zijn macht te vergroten?

Slide 21 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 22 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 23 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 24 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 25 - Open vraag

de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 26 - Sleepvraag

Aan de slag: Huiswerk
  1. Maken paragraaf 4.3
  2. Nakijken paragraaf 4.3. 
  3. Nakijken vorige paragrafen. 
  4. Leren leerdoelen paragraaf 4.3. 

Slide 27 - Tekstslide