4.3 Staatsvorming en centralisatie

4.3 Staatsvorming en centralisatie
handboek bladzijdes 48 en 49 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Staatsvorming en centralisatie
handboek bladzijdes 48 en 49 

Slide 1 - Tekstslide

KA
Staatsvorming en centralisatie 

Slide 2 - Tekstslide

STATEN IN BEWEGING
In de late middeleeuwen was er sprake van een aantal ontwikkelingen in west-Europa:
  1. Urbanisatie
  2. Toenemende handel
  3. Groeiende stadsbevolking

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide



Hoe is het van lappendeken tot een staat gekomen?

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort bij staatsvorming?
  • een hoofdstad
  • wetten die voor alle inwoners van dat land gelden --> geen stedelijke wetten
  • overal dezelfde belasting heffen
  • een parlement
  • edelen onder controle
  • centrale rechtbank --> spreekt dus recht voor iedereen in het land, niet voor de stad 
  • ambtenaren 
  • huursoldaten 

Slide 6 - Tekstslide

Centralisatie: Land vanuit 1 punt besturen. 
Centrale rekenkamer
Centrale Bank
Staten Generaal

Slide 7 - Tekstslide

Centralisatie

Slide 8 - Tekstslide

Waarom wil een vorst graag een land vanuit 1 punt besturen?

Slide 9 - Tekstslide

Soevereiniteit
  • Soevereiniteit: wie de baas is in een bepaald gebied
  • Wie bepaalt over dat gebied? 

Slide 10 - Tekstslide

Engeland

Slide 11 - Tekstslide

1066
Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, verovert Engeland 

Slide 12 - Tekstslide

Feodaal Engeland
Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland in
Maatregelen om machtig te blijven:
1. Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
2. Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
3. Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)

Gevolg: duidelijk wie de macht heeft 

Slide 13 - Tekstslide

Centralisatie
Engelse koningen centraliseren hun land: bestuur vanuit één plek

  • Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht.
  • Ruzie met adel: Magna Carta --> koning gebonden aan regels 
     en parlement --> standen mogen meebeslissen
  •  en parlement --> standen mogen meebeslissen

Slide 14 - Tekstslide

1215 Magna Carta
Engelse koning Jan zonder Land  heeft toestemming nodig van adel en steden/parlement voor:
*nieuwe belasting
*oorlog voeren
* de koning moest zich ook aan de wet houden. 

Meer eenheid/nationalisme in Engeland door Honderdjarige Oorlog

Slide 15 - Tekstslide

Magna Carta

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Duitsland
uitzondering

Slide 18 - Tekstslide

Rijk Karel de Grote
2 landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland

Slide 19 - Tekstslide

Duitsland centraliseert niet...
  • Geen hoofdstad
  • Duitse koningen noemen zich keizer en laten zich in Rome kronen. 
  • Koningschap niet erfelijk: keurvorsten
  • Rijk wordt genoemd: Heilige Roomse Rijk

Slide 20 - Tekstslide

Heilige Roomse Rijk

Slide 21 - Tekstslide

Frankrijk

Slide 22 - Tekstslide

Frankrijk

Slide 23 - Tekstslide

Franse koning
weinig macht
tot 15e eeuw. Daarna: soevereiniteit 

1180-1223: Uitbreiding machtsgebied, vooral ten koste van Engeland

Slide 24 - Tekstslide

Honderdjarige oorlog
1337-1453
  • Engelsen definitief uit Frankrijk verdreven
  • Belangrijke rol voor Jeanne D'arc
  • Franse koningen braken de macht van leenmannen door steun van de steden - en van steden konden ze de stadsmuren breken 

Slide 25 - Tekstslide

Jeanne d'Arc (1412-1431)
  • Belangrijke rol Honderdjarige Oorlog
  •  Frans icoon --> nationalistisch symbool
  • Boerengezin
  • Hoorde stemmen (van God en engelen)
  • Land moest bevrijd worden van de Engelsen
  • Beschuldigd van erkennen kerkelijke autoriteit en het dragen van mannenkleding 
  • Brandstapel Rouen --> veroordeeld door de rechtbank 

Slide 26 - Tekstslide

Staatsvorming in Frankrijk
  • Standenmaatschappij: geestelijkheid, adel en nu ook de burgerij: de derde stand
  • De Staten-Generaal besliste over nationale belangen 
  • De koning kreeg soevereiniteit , mede dankzij de belasting, ambtenaren en militairen. Ook was er een centrale rechtbank en werden legers steeds sterker. 

Slide 27 - Tekstslide

De Nederlanden --> de Lage Landen

Slide 28 - Tekstslide

Het Bourgondische Rijk
Hertogen van Bourgondië (leenman van de Franse koning) breidden tussen 1385 en 1477 hun gebied steeds verder uit door
  • (huwelijks-)verdragen
  • Veroveringen
  • chantage

Slide 29 - Tekstslide

1430
  • Meeste NLse gewesten onder 1 vorst
  • Filips van Bourgondië (of Filips de Goede)

  • Begint met instellen centraal bestuur
  • Hoofdstad Brussel
  • In Gelderland centrale rechtbank
  • Door huwelijk daarna deel van Habsburgse rijk (Spanje)

Slide 30 - Tekstslide

Filips de Goede
Banket van de Fazant 1454
Eed op de Fazant
zweer aan God, mijn schepper, aan de glorierijke maagd Maria, aan de dames en de fazant, dat ik zal doen en mij zal houden aan wat ik in dit document heb verklaard”

https://historiek.net/eed-op-de-fazant-1454-banket/107929/ 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen paragraaf 4.3 Staatsvorming en centralisatie, handboek bladzijdes 48 en 49

Maken van paragraaf 4.3 in je opdrachtenboek vraag 1, 2, 6, 7, 8 en 14, bladzijdes 40 en 41 

Slide 33 - Tekstslide