K.5 - Grammatik B / bezittelijk voornaamwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

 het bezittelijk voornaamwoord

 het bezittelijk voornaamwoord

Noem 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Nederlands.

Noem 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.

Welke bewering is juist:

1) meervoud en onzijdig krijgen geen -e
2) vrouwelijk en meervoud krijgen een -e

1. geen
2. 1
3. 1 + 2
4. 2

Welk ezelsbruggetje past bij het het bez. vnw?

1. (fe)esttenten
2. vrouwen willen altijd meer
3. 1 - 2 - 1 - 2 - 1 - 2

mijn

jouw

zijn

jullie

onze

uw

hun

euer

ihr

Ihr

unser

sein

mein

dein

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer

vertaal: zijn

1. dein-
2. ihr-
3. sein-
4. unser-

vertaal: jullie

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer/ eure

vertaal: jouw

1. dein
2. sein
3. ihr
4. euer

vertaal: onze

1. dein
2. unser
3. mein
4. euer

vertaal: mijn

1. dein
2. sein
3. mein
4. euer

vertaal: haar

1. dein
2. sein
3. ihr
4. euer

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

(zijn) Mädchen ist sehr nett.

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das sind (mijn) Eltern.

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Wie alt ist (jouw) Bruder?

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Wo liegt (jullie) Dorf?

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Gefällt dir (onze) neue Wohnung?

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Kann ich bitte (uw) Adresse haben?

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

(haar) Freund spielt Fußball.