5.1 De renaissance

5.1 De Renaissance 
KA:
  •  Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.1 De Renaissance 
KA:
  •  Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  • Welk mens- wereldbeeld ontstond in Italië
  • Hoe kunstenaars en geleerden de klassieke oudheid gingen navolgen.
  • Hoe de renaissance werd verspreid

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk van Renaissance?

Slide 3 - Woordweb

In de middeleeuwen kwamen deze gebieden op

Slide 4 - Tekstslide

Nieuw mens- en wereldbeeld
Noord-Italiaanse stadstaten maakten een enorme groei door:
  • Economie: Groeiende handel met Midden-Oosten en rijke Vlaamse handelssteden.
  • Politiek: Noord-Italiaanse stadstaten maakten zich los van de Duitse keizer en de Paus.

De rijke Italiaanse handelaren De Medici en hun kunstenaars kregen een nieuw mens- en wereldbeeld: kijk op het leven van mensen en de wereld om hen heen.  

                                  Middeleeuwen: Memento Mori -> Renaissance: Carpe diem

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf het mens- en wereldbeeld:
- van de middeleeuwers in het algemeen en
- van de elite in Italiaanse steden in de 15e en 16e eeuw.

Slide 6 - Open vraag

Noem een oorzaak van het ontstaan van de renaissance in Italië.

Slide 7 - Open vraag

Navolging van de oudheid
Nieuwe belangstelling voor  klassieke erfgoed (nalatenschap).
= Renaissance (wedergeboorte)    = Grieken en Romeinen
Architectuur en kunst op basis van de klassiek vormentaal.
De Italiaanse kunstenaars bestudeerden het klassieke erfgoed om de klassieke kunst te evenaren en te overtreffen.
Brunelleschi ontwikkelde een nieuwe architectuurstijl en was de ontdekker van het perspec-tief.  Beeldhouwers en schilders creëerden een verbeterde versie van de natuur waardoor ze als kunstenaars werden gezien. 
De tijd tussen oudheid en renaissance werd minachtend de middeleeuwen genoemd. In de tijd van de renaissance begon de Vroegmoderne tijd.

Beeldhouwers onderzochten de anatomie, houdingen en gezichtsuitdrukkingen van mensen om personages levensecht te kunnen uitbeelden. Een hoogtepunt werd het werk van Michelangelo. Zijn gebeeldhouwde figuren zagen er mooier en volmaakter uit dan echte mensen. Het idee dat ze een verbeterde versie van de natuur creëerden, maakte dat beeldhouwers en schilders niet meer werden gezien als ambachtslieden, maar als kunstenaars die boven gewone mensen verheven waren. 

Slide 8 - Tekstslide

De ontdekking van het perspectief droeg ook bij aan een vernieuwing in de schilderkunst. Renaissanceschilders als Leonardo da Vinci maakten realistische, schijnbaar driedimensionale schilderijen. Ze bestudeerden de natuur om deze zo perfect mogelijk af te beelden. Leonardo sneed in lijken om te zien hoe het menselijk lichaam in elkaar zat en maakte honderden gedetailleerde tekeningen van skeletten en lichaamsdelen. Dit soort onderzoek was een voorbeeld van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling die begon te ontstaan.

Slide 9 - Tekstslide


Geleerden gingen ook de oudheid bestuderen. Schrijvers en denkers zagen klassieke auteurs als geestverwanten. 
 
Schrijvers en denkers noemden zich humanisten: geleerden die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerden. 
Humanisten wilden de wereld verklaren op een rationele manier. 
Bouwmeester Brunelleschi 
Deze muurschildering toont hoe bouwmeester Filippo Brunelleschi een model van de San Lorenzokerk aan financier Cosimo de Medici geeft. In het ontwerp van de kerk gebruikte Brunelleschi de klassieke vormentaal: zuilen, ronde bogen en kroonlijsten. Hij kende de klassieke erfenis goed. Rond 1400 was hij naar Rome gereisd om de ruïnes van antieke gebouwen te bestuderen. Hij groef de resten uit, nam hun maten op en tekende ze na.

Slide 10 - Tekstslide

Omstreeks 1500 begon een nieuw tijdperk, waarvoor drie historische begrippen worden gebruikt. Geef aan:
– welke begrippen dat zijn en
– welke verandering daarmee wordt uitgedrukt ten opzichte van de middeleeuwen.

Slide 11 - Open vraag

Bekijk de bron en beschrijf aan de hand van Brunelleschi hoe kunstenaars het klassieke erfgoed onderzochten, navolgden en overtroffen.

Slide 12 - Open vraag

In de renaissance ontstond een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Geef hiervan een voorbeeld en een verklaring.

Slide 13 - Open vraag

Geleerden die klassieke teksten bestudeerden, noemde zich humanisten. Geef aan:
a wat ze met die naam bedoelden en
b wat ze met hun studie wilden bereiken.

Slide 14 - Open vraag

Gebruik bron 2 blz. 49 WB en de tekening van Leonardo da Vinci.
a Noteer de zin uit de bron waarin de tekst van Vitruvius is samengevat.
b Noteer het zinsdeel uit bron 2 dat goed past bij de tekening.
c Uit deze twee bronnen kun je concluderen dat Leonarde een humanist was. Leg dit uit.

Slide 15 - Open vraag

Verspreiding over Europa
In de 16e eeuw werd de renaissance over Europa verspreid. Het ontwikkelde zich daar anders dan in Italië: het richtte zich niet op een klassiek verleden, maar op de wedergeboorte van het oorspronkelijke christendom. 
 
De belangrijkste vertegenwoordiger van dit christelijk humanisme was Erasmus. Hij zocht het zuivere christendom en uitte zijn kritiek op misstanden in het boek Lof der zotheid (1511). 

Slide 16 - Tekstslide

Geef aan:
a waarop humanisten ten noorden van de Alpen zich richtten en
b wat Erasmus ontdekte door zijn studie van oude teksten en door het vertalen van het Nieuwe Testament.

Slide 17 - Open vraag

Gebruik de tekst 'Het verhaal van Het laatste avondmaal' blz. 59 TB en de bron hiernaast.
a Noem een beeldelement waarmee het schilderij overeenkomt met middeleeuwse schilderijen.
b Noem een beeldelement waarmee het schilderij afwijkt van middeleeuwse schilderijen.

Slide 18 - Open vraag

Leg uit dat de afbeelding past bij beide kenmerkende aspecten van deze paragraaf.

Slide 19 - Open vraag

Begrippen uit deze les:
mens- en wereldbeeld: kijk op het leven van mensen en de wereld om hen heen. 
erfgoed: nalatenschap 
renaissance: (wedergeboorte) vernieuwing van de Europese cultuur vanaf omstreeks 1500 met een herboren belangstelling voor de klassieke cultuur 
de vroegmoderne tijd: vierde periode 1500-1800 
de tijd van ontdekkers en hervormers: vijfde tijdvak (1500-1600) 
humanisten: geleerden die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerden.


Slide 20 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag