H4 H2 Cultuur van de Kerk Architectuur en Muziek

H2  Cultuur van de Kerk
hh quiz, ora et labora en muziek
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2  Cultuur van de Kerk
hh quiz, ora et labora en muziek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van Romaanse architectuur zijn:
A
Romaans
B
Gotisch

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Romaans
B
Gotisch

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Romaans
B
Gotisch

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Romaans
B
Gotisch

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Martelaar
B
Reliekschrijn
C
Timpaan
D
Laatste oordeel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Martelaar
B
Reliekschrijn
C
Timpaan
D
Laatste oordeel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ROMAANS
GOTIEK
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, DONKER, MASSIEF
OPEN EN SIERLIJK

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk afgelopen week
1. Maak een begrippenlijst bij 2.1: 
- Lees 2.1 (blz. 22 t/m 28): 
Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
2. Maak de volgende opdrachten van H2 uit het Opdrachtenboek: 
- 2.1: opdracht: 7, 9, 14 en 16
- 2.2: opdracht: 20, 21, 24 en 29

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ora et Labora
Bekijk de filmpjes over het ontstaan van kloosters en het leven van monniken en noteer de belangrijkste begrippen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een dag in een klooster

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk les 2 Kloosters en Monniken
1. Maak een begrippenlijst bij 2.1: 
- Lees 2.1 (blz. 22 t/m 28): 
Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
2. Maak de volgende opdrachten van H2 uit het Opdrachtenboek: 
- 2.1: opdracht: 3, 4, 5, 7, 10, 12

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek in de Middeleeuwen
Wat zie je?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek in de Middeleeuwen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kent en herkent de kenmerken van Gregoriaans 
  • Je kunt de ontwikkeling van de meerstemmigheid (organum) in de ME beschrijven en herkennen 
  • Je kunt de ontwikkeling van het notenschrift beschrijven
  • Je kent de onderdelen van de mis
  • Je kunt de kenmerken van wereldlijke Middeleeuwse muziek herkennen en beschrijven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liturgie is:
A
Alle gebeden, rituelen en handelingen die horen bij een kerkdienst
B
De dag waarop God over alle (ook eerder gestorven) mensen een oordeel over goed (hemel) en kwaad (hel) velt
C
Bid en werk
D
Toneelspel, vooral in de late Middeleeuwen en vroegrenaissance, waarin het lijden en de kruisiging van Christus het hoofdthema is.

Slide 18 - Quizvraag

A: Liturgie
B: Laatste oordeel
C: Ora et Labora
D: Passiespel
Gregoriaans is:
A
De taal die werd gesproken in de kloosters en kerken in de Middel Eeuwen
B
Type kloosterorde. Soberheid, in navolging van Christus, is kenmerkend voor de leefwijze en bouwstijl.
C
Benaming van de eenstemmige Latijnse onbegeleide kerkzang in de Katholieke kerk
D
Benaming voor (bouw)kunst uit Europa uit de 11e en 12e eeuw. Gebaseerd op de vroegere Romeinse bouwkunst, moet rondbogen en zware massieve dragende muren.

Slide 19 - Quizvraag

A: Latijn
B: Cistercienzers
C: Gregoriaans
D: Romaans
Keuze
A: Werk zelfstandig verder
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak de volgende opdrachten over muziek: 6, 11, 15, 26, 27, 33, 34
- Maak het huiswerk dat voor vandaag in magister staat

B: Luister naar de uitleg over Muziek in de Middeleeuwen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gregoriaans
Vast onderdeel van het kloosterleven: 
het gezongen gebed. Alle 150 psalmen
uit de Bijbel worden in 1 week tijd 
gezongen volgens vast 'rooster'. 

Vanaf 9e eeuw overal dezelfde melodieën: 
Gregoriaans (vernoemd naar paus Gregorius) die de gezangen verzamelde en vastlegde.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Gregoriaans

  • Eenstemmig mannen (of vrouwen)
  • geen duidelijke maat / telling
  • Latijn
  • A capella (stem = meest natuurlijke instrument, direct contact met God)
  • Soms responsoriaal: voorzanger, koor antwoordt.
  • sylllabisch = een noot per lettergreep OF melismatisch = meer noten per lettergreep  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar Vox Nostra Resonet . Dit fragment is tweestemmig. 
Sleep de pinnen naar de juiste antwoorden.


Melismatisch
Syllabisch
De onderstem is
De bovenstem is

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling van het notenschrift: 1

Neumen: krabbeltjes boven de tekst, geheugensteuntjes voor de zangers.

De vorm van de neumen geeft het stijgen of dalen van de melodie aan.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling van het notenschrift: 2
  • Guido van Arezzo voegt lijnen toe om de toonhoogte nauwkeuriger te noteren.
  • ezelsbruggetje: ut (do) - re- mi...
  • vierkante noten
  • muziek wordt complexer omdat mondelinge overdracht niet meer hoeft. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vroege meerstemmigheid 
(polyfonie): organum (± 900)
Na het Gregoriaans: ontwikkeling van de meerstemmigheid:

  • parallel organum: stemmen bewegen dezelfde kant op (vaak in kwarten en kwinten, zie hierboven. Kwarten en kwinten golden in de ME als consonant).
  • Daarna: vrij, zwevend en melismatisch organum.
Links: parallel organum
(paralelle kwarten)

Rechts: melismatisch organum

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polyfonie (± 1200)
  • Muziek werd steeds complexer: van 2-, naar 3- en 4-stemmig. 
  • Componisten van de Notre Dame, Leoninus en Perotinus 
  • Basis = cantus firmus (oude Gregoriaanse melodie) in lange noten gezongen door tenor (hoge mannenstem), daarboven nieuwe stemmen. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten kerkelijke liederen
De normale mis (ordinarium) bestaat uit 5 vaste gezangen:
-Kyrie
-Gloria
-Credo
-Sanctus/Benedictus
-Agnus dei

Ook: psalmen en propriumgezangen die horen bij feest- en naamdagen.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Bid en werk
Mystiek 
  • Onmoeting met god 
  • Een wording met god 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170
Quam Mirabilis - Hildegard Vond Bingen. 
  • Een van de eerste componisten die we bij naam kennen.
  • Had visioenen die ze verwerkte in haar muziek
  • Het mystieke moment waarin god voor het eerst De mens aankijkt en zichzelf aanshouwt als de kroon op zijn schepping. God beseft dat de mens het meest bijzondere en verheven deel van Zijn schepping is.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldlijke muziek
  • Weinig bewaard gebleven
  • Waarschijnlijk eenstemmig gezongen
  • Ritmischer en dynamischer dan kerkmuziek
  • In de volkstaal
  • Syllabisch
  • Troubadours / trouvères / minnesänger (vaak zelf van adel)
  • tekst moet goed verstaanbaar zijn
  • Begeleid door instrumenten: harp, luit, vedel, trommels, tamboerijn.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt deze vorm van meerstemmigheid genoemd?
A
parallel
B
tweestemmig
C
organum
D
cantus firmus

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch en melismatisch.

Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
syllabisch
B
melismatisch
C
cantus firmus
D
thuis onder de douche

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de voordelen van de muzieknotatie voor Gregoriaanse gezangen.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de vorige les hebben we het gehad over syllabisch en melismatisch.

Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
syllabisch
B
melismatisch
C
cantus firmus
D
thuis onder de douche

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit lied is geschreven door Hildegard von Bingen. Omschrijf twee muzikale kenmerken waarop deze muziek verschilt van het traditionele Gregoriaans.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak een begrippenlijst bij 2.2:- Lees 2.2 (blz. 30 t/m 34): Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
- Maak de volgende opdrachten over muziek: 40, 41, 42, 49, 50, 51, 54
- Maak daarnaast de volgende opdrachten: 4, 5, 7, 8, 10, 11 (herhaling/verwerking van tijdens de lessen behandelde stof)
- Inleveren opdracht Amsterdam Excursie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Bid en werk
Gregoriaanse muziek
  • Zang
  • één stemmig 
  • Syllabisch / Melismatisch 
  • Perfect voor de mystiek beleving 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Bid en werk
Ontwikkeling muzieknotatie. 
  • van Neumen tot Notenbalk
  • Doorontwikkeld
  • Delen van muziek  
 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Bid en werk
Mystiek 
  • Onmoeting met god 
  • Een wording met god 
Eadwinus - Eadwine Psalter - 1170
Quam Mirabilis - Hildergard Vond Bingen. 
  • Het mystieke moment waarin god voor het eerst De mens aankijkt en zichzelf aanshouwt als de kroon op zijn schepping. God beseft dat de mens het meest bijzondere en verheven deel van Zijn schepping is.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Bid en werk
1. Maak een begrippenlijst bij 2.1: 
- Lees 2.1 (blz. 22 t/m 28): 
Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)

2. Maak de volgende opdrachten over (kerkelijke) muziek van H2 uit uit het Opdrachtenboek:
- 2.1: opdracht 6, 11, 18, 19, 22
- 2.2: opdracht 29, 30, 31, 35, 39

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies